Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tyrus en Sidon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tyrus en Sidon

Zeevaarderssteden hebben lange geschiedenis met Israël

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tyrus en Sidon hebben een lange geschiedenis, en in allerlei tijden zijn er contacten met Israël geweest, soms ten goede, soms ten kwade. Wat is er met deze steden?

Waarom wordt de koning van Tyrus een cherub uit Eden genoemd? Salomo kreeg hulp uit Tyrus voor de bouw van de tempel in Jeruzalem, maar ook de goddeloze koningin Izebel kwam uit het nabijgelegen Sidon. Waarom besteedt de profeet Ezechiël, in Babel, uitgebreid aandacht aan Tyrus, dat zo ver weg ligt?

FENICIËRS
De Bijbel spreekt over ‘inwoners van Tyrus en Sidon’, vanaf de Griekse tijd is de aanduiding ‘Feniciërs’ gangbaar. De twee steden liggen ongeveer 35 kilometer uit elkaar, aan de kust van de Middellandse Zee. Het volk richtte zich grotendeels op de zeevaart. De Feniciërs vestigden handelsposten langs heel de Middellandse Zee en op de eilanden. Terwijl andere volken streefden naar grotere machtsgebieden op het vasteland, deed dit handelsvolk het op zee. Zij bouwden steeds betere, zeewaardige schepen. Zij maakten gebruik van de stromingen en de winden en oriënteerden zich ’s nachts op de sterren aan de hemel.

ZEEVAARDERS
De zeevaarders passeerden ook de Straat van Gibraltar en kwamen in de kustwateren van de Atlantische Oceaan. Naar het noorden vestigden zij zich in Cadis in Spanje, met het oog op de delfstoffen en de handel met Brittannië. Naar het zuiden vestigden ze zich in wat later Marokko zou heten. De aanduiding ‘Tarsis’ in de Bijbel duidt zeer waarschijnlijk Tartessos in Spanje aan.
Farao Necho gaf rond 600 voor Christus aan deze zeevaarders de opdracht om te proberen een route om Afrika heen te vinden. Ze begonnen in de Rode Zee en keerden na een lange reis door de Zuilen van Hercules bij Gibraltar terug via de Middellandse Zee. De geschiedschrijver Herodotus tekent op: ‘En zij vertelden iets dat ik niet kan geloven, maar een ander misschien wel, namelijk dat zij bij het omvaren van Libya [= Afrika] de zon aan de rechterkant hadden gehad.’ Voor de hedendaagse lezer is dit een bevestiging dat de Feniciërs op het zuidelijk halfrond zijn geweest.
In 604 voor Christus begon de Babylonische koning zijn beroemde beleg van Tyrus, dat maar liefst dertien jaar zou duren (vgl. Ezech.26:7; 29:18). De machtige stad op het eiland net uit de kust was nog nooit veroverd, en dat gebeurde ook dit keer niet.
In 509 voor Christus sloten de Romeinen en de stad Carthago een verdrag. Het is opvallend dat niet slechts beide partijen dit verdrag ondertekenden, maar dat ook de stad Tyrus dit deed, als gezaghebbende instantie in internationale zaken. De kolonies bleven dus afhankelijk van een centraal bestuur.

AANVAL
Nadat Alexander de Grote koning van Macedonië werd, voerde hij veroveringsoorlogen. Hij was niet in staat Tyrus direct te veroveren en liet daarom een dam van stenen en aarde aanleggen om het eiland te bereiken. Na negen maanden lukte het op die manier de stad te veroveren.
Het is opmerkelijk dat de Feniciërs nooit een landleger gehad hebben om zich te verdedigen. Dit past bij de opmerking in Richteren 18:7 dat de inwoners van Laïs leefden volgens de wijze van de Sidoniërs: ‘rustig en onbezorgd’. Als het nodig was trokken de Feniciërs zich in schepen terug op de zee, met de rijkdommen van de stad. Wanneer de stad verwoest werd, waren zij daarna in staat om deze binnen enkele jaren weer op te bouwen.

BAÄL EN ASTARTE
Omdat er weinig teksten overgeleverd zijn, is het moeilijk een duidelijk beeld van de godsdienst van de Feniciërs te krijgen. Het is bekend dat zij moeder natuur en Baäl Shamem (heer van de hemelen) vereerden. De Feniciërs zochten vanwege hun handelsbelangen zo veel mogelijk samenwerking met allerlei volken en zij probeerden ook de godsdienstige opvattingen te integreren in hun eigen religie. Het Oude Testament noemt de godin van de Sidoniërs Astarte of Astoreth (1 Kon.11:5; 2 Kon.23:13). Achab trouwde met Izebel, dochter van Etbaäl, koning van de Sidoniërs, en ging ook de Baäl dienen (1 Kon.16:31). De godsdienst van de Feniciërs heeft een grote invloed uitgeoefend op de Israëlieten, zodat de profeten vaak hiertegen waarschuwden.

BOUWERS
Toen David aan de macht kwam, stuurde koning Hiram van Tyrus boden met cederhout van de Libanon, timmerlieden en metselaars. Zij bouwden een huis voor David (2 Sam.5:11). Later verleenden vakmensen uit deze stad diensten bij de bouw van de tempel en het paleis van Salomo. Bij de herbouw van de tempel na de ballingschap werd er opnieuw een beroep gedaan op de Sidoniërs en de Tyriërs, om cederhout van de Libanon via zee naar de haven Jafo (Joppe) aan te voeren (Ezra 3:7).

CHERUB
Ezechiël besteedt maar liefst drie hoofdstukken aandacht aan Tyrus, ongeveer even veel als aan Egypte (Ezech.26-32). We begrijpen nu dat hij niet slechts een enkele stad ver weg bedoelde, maar Tyrus als centrum van het maritieme wereldrijk. Die stad was een symbool van hoogmoed en goddeloosheid geworden. De koning van Tyrus wordt beschuldigd zich uit te geven voor een god (Ezech.28:6,9). Daarna volgt een opvallende beschrijving. Hij was in Eden, in de hof van God, en bekleed met allerlei edelstenen. Hij was een cherub die zijn vleugels uitspreidde en aanwezig was op Gods heilige berg. In oorsprong was hij onberispelijk totdat hij ging zondigen. Daarom werd hij verbannen en ter aarde geworpen (vs.12-17).
In de loop van de geschiedenis hebben velen zich afgevraagd wat hiermee bedoeld wordt. Deze woorden passen toch niet bij een gewone koning? In de vroegchristelijke kerk kwam de duiding op dat hier de val van satan beschreven wordt, of de val van een van de engelen die over een stad gesteld zijn. Theodoretus kiest voor de eerste verklaring, maar dan rijst de vraag wat de satan speciaal met Tyrus te maken had. Origenes kiest voor het tweede standpunt. Hiervoor voert hij aan dat er volgens Paulus allerlei geestelijke machten en krachten zijn (Kol.1:16; Ef.1: 21). Volgens de Griekse vertaling staat er in Deuteronomium 32:8 dat God de volken verdeelde naar het getal van de engelen van God. Op grond daarvan meent Origenes dat Ezechiël 28 spreekt over een zekere engel die de taak had gekregen de natie van Tyrus te leiden, maar dat niet goed gedaan heeft. Hij krijgt ontheffing van zijn taak en verbanning als straf.

VERPERSOONLIJKT
Het lijkt mij dat deze laatste uitleg het meest recht doet aan de tekst: de val van een engelvorst die verpersoonlijkt is in de vorst van Tyrus. Dan passen de beschrijvingen als cherub en als koning van een zeevarende natie. Dit valt te vergelijken met de beschrijving van de engelvorsten van Perzië en Griekenland in Daniël 10.
Voor Ezechiël en zijn hoorders is het een geweldige boodschap dat de God van Israël boven de wereldmachten op zee en op land staat. Hij bepaalt de geschiedenis en zal voor Israël in ballingschap op Zijn tijd ook weer redding geven.

NIEUWE TESTAMENT
De bovengenoemde steden komen ook in het Nieuwe Testament voor. De Heere Jezus verwijt de plaatsten Chorazin en Bethsaïda dat de steden Tyrus en Sidon zich bekeerd zouden hebben als daar dezelfde wonderen gebeurd waren (Mat.11:21-22). Blijkbaar kwamen ook mensen uit de omgeving van Tyrus en Sidon naar het onderwijs van Jezus luisteren (Mark.3:8). Hij is Zelf een keer in de omgeving van deze twee noordelijke steden geweest (Mat.15:21). Toen Hij daar was, kwam een Syro-Fenicische vrouw naar Hem toe met de vraag haar dochter van een demon te verlossen (Mark.7:24-26). De Heiland willigde dit verzoek in en genas haar.

Tyrus en Sidon hebben een lange geschiedenis, en in allerlei tijden zijn er contacten met Israël geweest, soms ten goede, soms ten kwade. Als geestelijk vijandige macht wordt er met haar afgerekend, maar toch zijn ook uit deze steden bewoners die behouden worden. In Psalm 87, de psalm die de stad Sion bezingt, klinkt ook de belofte ‘Zie, de Filistijn en de Tyriërs, met de Cusjiet [uit Zuid-Egypte]: die zijn daar geboren.’


Dr. M.J. Paul uit Ede is hoogleraar Oude Testament en doceert aan de CHE te Ede en de ETF te Leuven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Tyrus en Sidon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's