Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een beginnend mensje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een beginnend mensje

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eind vorig jaar schreef ik op deze plaats over wat miskraam en vroegtijdig overlijden van een kind in de zwangerschap met ouders doen. Niet eerder leverde een bijdrage in deze rubriek zoveel reacties op. Reden om het onderwerp nogmaals aan de orde te stellen.

‘Het kindje dat in de moederschoot overleden is, is meer dan een miskraam’, reageerde een lezer naar aanleiding van het vorige artikel over dit onderwerp. En terecht. Het is menselijk leven. Zo’n reactie geeft aan hoe gevoelig we zijn voor wat gezegd wordt in crisissituaties.

ABORTUS
Een andere lezeres hoorde een verpleegkundige tegen haar collega zeggen: ‘Een spontane abortus’. Op zich is er – medisch gesproken – niets verkeerds met deze uitdrukkingen. Bij een miskraam is er metterdaad iets ’mis’. In het geval van een ‘spontane abortus’ gaat het over een embryo dat door het lichaam wordt afgestoten. Vaak omdat er bij de bevruchting van de zaadcel met de eicel een fout is opgetreden.
Meestal vanwege een ‘defect’ in het DNA. Een spontane abortus is dus niet hetzelfde als een bewust gewilde en kunstmatig opgewekte zwangerschapsafbreking, een ‘abortus arte provocatus’ (AAP). Stoot binnen zestien weken na de eerste dag van de laatste menstruatie het lichaam het embryo af, dan noemen we dat een ‘miskraam’. Bij een vroeggeboorte eindigt de zwangerschap tussen zestien en zevenendertig weken. Maar ‘voor God is er geen grens van zestien of zevenendertig weken’, reageerde een lezer. ‘En (..) het is goed als onze kinderen onthouden dat het kindje waar we nog niet eens een naam voor hadden, toch leeft. En wie weet, zullen we het in Gods toekomst toch nog ontmoeten!’ Een ontroerend geloofsgetuigenis, waarover later meer.

LEVEN
Wanneer is er sprake van ‘leven’? Ligt het begin daarvan niet in de samensmelting van zaadcel (mannelijk) en eicel (vrouwelijk) tot één nieuwe cel, de zogenaamde zygote? Terwijl deze zich opdeelt in nieuwe cellen, wordt zij naar de baarmoederholte getransporteerd. Vijf à zes dagen na de bevruchting nestelt de eicel zich in het baarmoederslijmvlies.
Al in de derde of vierde week klopt het hartje van het embryo en is er sprake van een eenvoudige bloedsomloop. Spoedig daarna ontstaan hersenen, ruggenmerg en zenuwen. In de tweede maand worden armpjes en beentjes zichtbaar. Tien weken na de conceptie spreken we niet langer van embryo maar van foetus. Er is een wezentje ontstaan dat onmiskenbaar een beginnend mensje is. Wonderlijk.

EMBRYO
Soms splitst het embryo zich nog vóór de innesteling in het baarmoederslijmvlies om uit te groeien tot een of meer nieuwe embryo’s, waardoor een meerling ontstaat. Er wordt in deze vroegperiode dan ook wel gesproken van pre-embryo.
Is dat pre-embryo ook al een individu? Ontwikkelingen binnen en mogelijkheden van de embryologie maken het beantwoorden van die vraag er niet gemakkelijker op. Maar omdat het embryo van meet af aan drager is van unieke informatie kan onze ethische gedragslijn ongewijzigd blijven. Op het moment van de bevruchting komen alle eigenschappen van de moeder uit de eicel en de eigenschappen van de vader uit de zaadcel bij elkaar en is het daarna nog ‘slechts’ een kwestie van uitgroeien.
Het embryo is dus niet ‘niets’, maar een mens in wording. Daarom mag het ook niet vernietigd worden of voor andere doeleinden gebruikt, zoals embryonaal onderzoek en medische experimenten.

EMOTIONELE BELEVING
Principieel bezien is er dan ook geen verschil tussen het verlies van het embryo of de foetus aan het begin of in de loop van een zwangerschap. Dat laat onverlet dat de emotionele beleving wel duidelijk verschilt. ‘Met een jonge zwangerschap heb je veel minder ouderband dan met een voldragen kind’, aldus een ervaringsdeskundige. Het verdriet bij een ‘late miskraam’ is daarom ook donkerder gekleurd dan bij een ‘vroege miskraam’. In het laatste geval is de omgeving meestal ook nog onwetend.

ROUWARBEID
Eerder plaatste ik al eens vraagtekens bij de uitdrukking ‘verwerken’. Een rouwproces vertoont meer gelijkenis met een achtbaan. Een kleine gebeurtenis kan je in de diepte van verdriet en tranen doen belanden. Ook de metafoor van de doolhof geeft goed weer wat gebeurt. Het is zoeken naar de uitgang.
Rouwen om een verlies kan al beginnen voordat het verlies daadwerkelijk een feit is. Prenataal onderzoek (echoscopie onder andere) – hoe knap en waardevol ook – kan voor geweldige dilemma’s plaatsen. Je kindje lijdt aan een erfelijke aandoening, is gehandicapt, niet levensvatbaar. Kolossale vragen worden bij je neergelegd. Draag je de zwangerschap uit? Of breek je die af …? Soms moet je sterk in je schoenen staan om voor het eerste te kiezen. Zeker wanneer je overmand bent door emoties en je gedachten ongeordend zijn. Het is niet goed als mensen een beslissing nemen waar ze later hevige schuldgevoelens aan overhouden. Het is belangrijk om tot een bijbels, evenwichtig standpunt te komen. Onder andere de Nederlandse Patiëntenvereniging (NPV) en Siriz kunnen hierin adviseren.

Als het even kan, verdient uitdragen van de zwangerschap altijd de voorkeur. Toch moet hier een kanttekening bij worden gemaakt. Is het kindje niet levensvatbaar, dan mag geen enkel risico genomen worden met het oog op het leven en de gezondheid van de moeder. Zou voortzetten van de zwangerschap uitlopen op een keizersnede, dan dient voorkeur gegeven te worden aan ‘inleiden’, vanwege operatierisico’s. Bovendien moeten eventueel volgende bevallingen dan altijd in het ziekenhuis plaatsvinden.

PSALM 139
Een lezer vroeg naar Psalm 139, waar David op loffelijke wijze spreekt van de zich ontwikkelende foetus. Hij vergelijkt het met een kunstig borduurwerk. Het is zo mooi en zo knap. Maar als een kindje zwaar misvormd is, niet levensvatbaar buiten de moederschoot, anencephaal, zonder grote hersenen… Hoe zit het dan met die Psalm?
We moeten beseffen dat David hier over zijn eigen leven spreekt. Wat hij zegt, geldt niettemin in beginsel in zijn algemeenheid. Het zou ook een algemeen geldende waarheid zijn als niet de zondeval de grote dissonant in Gods goede schepping was geworden. Dat God Zich ook over het gehavende en verminkte ontfermt, is een rijke troost voor wie gelooft.

GEVECHT
Rouwen is vechten. Het is vechten met jezelf om te overleven, om niet bij de pakken neer te gaan zitten en om de draad van het leven weer op te nemen. Dat gevecht kan zich toespitsen op je huwelijk, op je gezin. Laten we elkaar vasthouden.
Het is soms vechten om begrip bij de eigen omgeving die bot kan reageren, maar vaker nog verlegen is met de situatie. ‘Wat moet ik zeggen? Wat kan ik zeggen? Kwetsen mijn vragen? Wordt mijn belangstelling misschien als ongepast ervaren?’ Het echtpaar kan ook zelf het ijs breken door van meet af open te zijn over de situatie.
In Altijd een kind te kort geeft Jeanette Rietberg een aantal heel bruikbare tips. Ik laat er enkele volgen.
Laat de ander weten dat je tranen en emoties niet betekenen dat hij je pijnigde. Maar ‘door over mijn kind te spreken gaf je mij de kans over mijn verdriet te spreken. Dank je wel’.
Je kunt de ander helpen door te laten weten dat er geen reden is om je te mijden. ‘Ik heb je nu meer nodig dan ooit.’

CONFRONTEREND
Soms kan de ontmoeting met mensen die verder van je afstaan, voor beiden pijnlijk confronterend zijn. Ze zagen je zwanger. Je was daarna een poosje uit het beeld. Toen ze je weer zagen, was het zonder dikke buik. Dat kan de spontane vraag ontlokken wat het is geworden: ‘Een jongetje of een meisje...?’
En dan zijn er nog de afhakers. Waarom maken we hun vermijdingsgedrag niet bespreekbaar? Misschien zijn zij op de vlucht voor eigen (onverwerkt) verdriet en verlies. Laten we proberen de lijnen open te houden, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Zeker als we ons gekwetst voelen.

PERSOONSGEBONDEN
Rouwen is persoonsgebonden. Wat de een helpt, kan voor de ander funest zijn. Mensen zijn verschillend en daarom is rouwen zo’n persoonlijk gebeuren.
Het kan helpen ervaringen, gevoelens en emoties op te schrijven. Het maken van een ‘herinneringsboek’, waarin ook de (bemoedigende) reactie van anderen een plaats krijgen, is ook een goede mogelijkheid. Is er geen tastbare herinnering, dan kan het een idee zijn een fotolijstje te maken met daarin de naam van het kind – voor zover die er is – en een bijbeltekst. Man en vrouw moeten ervoor oppassen dat ze elkaar niet kwijtraken op het ‘rouwpad’. Dat gebeurt als ze zichzelf afsluiten, zich terugtrekken in zichzelf of zich in allerlei activiteiten storten.
Voor wie blijft hangen in de rouw, kan een vorm van lotgenotencontact misschien helpen, tenzij negatieve gevoelens, tranen en verdriet er juist door gecultiveerd worden.
We spreken van gestapeld verdriet als boven op eerdere pijn nieuwe misère komt.
Wie zich na een miskraam (of vroeggeboorte) zo snel mogelijk in het werk stort, bedrijft een vorm van vluchtgedrag. Het kan oorzaak zijn van allerlei (aanvankelijk onverklaarbare) medische en psychische klachten.
Het is zinvol om tijd te nemen om te rouwen en om het verlies te laten integreren in het eigen leven.


OMSTANDERS
‘Omstanders weten vaak niet om te gaan met het verdriet van deze echtparen. Veelal omdat ze het verdriet zelf niet kennen. Tegelijkertijd speelt in deze gevallen dan ook nog mee dat omstanders het kindje niet gekend hebben, waardoor het nog meer op afstand staat. Ze missen, om zo te zeggen, ook helemaal niks. Niet reageren is echter pijnlijk. Het doet alleen al goed als mensen zeggen: ‘Ik weet eigenlijk niet wat ik moet zeggen, maar ik denk wel veel aan jullie en ik bid voor jullie’. Maar laat dat dan ook weten.’ (Ervaringsdeskundigen)


HANDVATTEN
• Een herinneringsboek kan helpen bij het ‘verwerken’ van geleden verlies.
• Ook een ‘herinneringsteken’ kan zinvol zijn.
• Houdt zelf de lijnen open naar anderen toe.
• Sta je voor ingrijpende beslissingen, neem daar dan vooral de tijd voor.
• Schroom niet raad en advies te vragen aan mensen die je verstandig, wijs en principieel acht en die ter zake kundig zijn.


Ds. J. Belder uit Dordrecht is emeritus predikant (jbelder@kliksafe.nl).


Volgende week gaat ds. Belder onder meer in op de vraag of beginnend leven al een ziel heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 2015

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Een beginnend mensje

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 2015

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's