Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven als ‘vrouw van’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven als ‘vrouw van’

6 minuten leestijd

De plaatsen Alblasserdam en Aalst verbinden ds. F. Hoek en ds. K.M. Teeuw. Ds. Hoek nam dertig jaar geleden zijn intrek in de pastorie, terwijl zijn collega Teeuw pas anderhalf jaar geleden het predikantschap op zich nam. Deze week schrijven hun echtgenotes over het leven als predikantsvrouw.

Beste Ineke,

Wat leuk dat ook wij een brief uit de briefwisseling voor onze rekening nemen. Ik schrijf vanuit het huis waar jullie ooit ook woonden: de pastorie van Aalst. Naast de nieuwe deuren en de wijzigingen in de woonkamer is er in al die jaren vast nog meer veranderd.
Je vertelde me een keer dat de mensen jou hier in Aalst ‘de mevrouw’ noemden. Dat ligt nu wel anders. Op straat wordt gewoon ‘hoi Kathleen’ geroepen. Daar ben ik eigenlijk wel blij mee. Ik was ‘pas’ drieëntwintig toen wij onze intrek in de pastorie namen. Het is zelfs een keer gebeurd dat een kind uit de gemeente naar mij riep: ‘Ik ken jou, je vader is de dominee.’ Ja, dat is toch wat anders dan ‘de mevrouw’ van het dorp zijn.

Ook merk ik dat heel het dorp me kent. In het begin vond ik dat best lastig, want andersom kende ik veel mensen niet. Omdat ik had gehoord dat het er in 2004 nogal fel en onrustig aan toegegaan was, maakte dat me nogal eens onzeker als ik door het dorp liep. Als ik iemand tegenkwam die iets minder vriendelijk naar me keek, dacht ik gelijk: Misschien is het iemand die ons niet aardig vindt omdat wij het domineesechtpaar van de witte kerk zijn. Dat is nu gelukkig helemaal over. Ik merk juist dat wij prima contacten hebben, ook met mensen uit andere kerkverbanden.

Ik kan zelfs zeggen dat ik nu echt geniet van het wonen in het dorp. Intussen ken je de mensen en zij kennen jou. Daardoor kun je echt een band met het dorp opbouwen. Maar even snel een boodschap doen is lastig. Je hebt altijd wel een praatje onderweg.

Doordat Rien predikant is, weet je ook wat er speelt in gezinnen. Aan de ene kant is dat goed, denk ik. Aan de andere kant ook weleens lastig. Tot nu toe is het me niet gelukt om werk te vinden na mijn opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Toch heb ik regelmatig het idee dat ik wel aan het werk ben. Als er ergens een probleem is, gaat al snel de telefoon in de pastorie. Soms kan ik, naast Rien, mensen helpen. Zo mag je iets van Gods liefde laten zien en helpen bij de opbouw van Zijn koninkrijk. Maar je moet ook voorzichtig zijn. Want de pastorie is ook ons thuis. Het is juist ook de plek om het lekker rustig te hebben. Dan kan zomaar de deurbel gaan en staat er een gemeentelid op de stoep. Het is mooi dat mensen dat doen, maar soms is het ook zwaar. Toch heb ik liever dat de mensen zich vrij voelen dan dat ze wegblijven.

Leuk in het dorp is ook het vele meeleven dat je krijgt, zeker toen onze kleine Juda werd geboren. Nooit vergeet ik meer hoe de gemeente toen reageerde. We ontvingen een groot ‘gemeentecadeau’. Ook kregen we allemaal kleertjes en speelgoed. Op het kraamfeest bij ons thuis kwamen ruim honderd mensen. Zo wil iedereen wel welkom geheten worden op de wereld, toch!? Ja, we hebben het goed in Aalst. Daar zijn we God dankbaar voor. Ik ben benieuwd hoe jij het in Aalst hebt ervaren. En, is het verschil met Alblasserdam groot?

Een hartelijke groet vanuit Aalst,

Kathleen Teeuw


Beste Kathleen,

Hartelijk bedankt voor je brief. Ook ik vind het fijn dat jullie nu in ‘onze’ pastorie wonen. Inmiddels is het alweer dertig jaar geleden dat wij naar Aalst verhuisden en ja, in de loop der jaren zijn er veel dingen veranderd. Inderdaad werd ik in die tijd ‘de mevrouw’ genoemd. Hoewel ik daar erg aan moest wennen, had ik niet het idee dat het de band met de gemeente belemmerde. Integendeel, ik herinner me nog steeds de hartelijkheid en betrokkenheid van de gemeente bij onze verjaardagen, bij de geboorte van onze kinderen en ook bij onze afscheidsavond.
Wij kwamen met twee kleine kinderen en vertrokken na ruim viereneenhalf jaar met vier kinderen. Je begrijpt dat mijn prioriteit daarom in het gezin lag, al ging ik niet al het werk in de gemeente uit de weg.
Voor ik er erg in had, was ik presidente van de vrouwenvereniging. (‘Nee zeggen’ is een kunst.) Ook de vele kraambezoeken kwamen voor mijn rekening. Een betaalde baan buitenshuis was niet in beeld. Eerlijk gezegd vond ik het ook een voorrecht om als moeder er thuis voor de kinderen te zijn, juist omdat mijn man vaak opgeslokt werd door het werk in de gemeente. Zolang onze kinderen thuis woonden, heb ik hen altijd als mijn eerste verantwoordelijkheid gezien. Enerzijds is het jammer dat jij tot nu toe geen baan kon vinden, anderzijds mag je het ook als een zegen beschouwen dat je alle tijd hebt voor Juda en dat jullie samen de gemeente mogen dienen. Fijn dat jij je daarvoor inzet. Je schrijft dat jullie goede contacten hebben in het dorp, maar desondanks is het bestaan van een predikant vaak een eenzaam gebeuren. Veel kun je immers niet met gemeenteleden delen. Het is daarom belangrijk dat je altijd bij elkaar terecht kunt. Dat versterkt ook de onderlinge band. Vergeet niet om van tijd tot tijd even letterlijk en figuurlijk afstand te nemen. Ook al is de pastorie in zekere zin het ‘huis van de gemeente’, toch mag je best waken over jullie privacy. Misschien is dat juist wel een taak voor de predikantsvrouw.

Dat iedereen in het dorp meteen weet wie je bent, terwijl jij wel even tijd nodig hebt om de mensen te leren kennen, vond ik in het begin echt lastig. Wat dat betreft is een groot dorp als Alblasserdam wel iets comfortabeler. Ook ik zie vaak bekenden als ik een boodschap doe, maar aan de andere kant ben ik hier redelijk anoniem. Ik heb nu ook gelegenheid om vrijwilligerswerk te doen buiten de kerkelijke gemeente. Zo werk ik als vrijwilliger bij de voedselbank. Het is boeiend om hierbij samen te werken met collega’s uit andere kerken of zonder kerkelijke achtergrond. Om maar niet te spreken van onze doelgroep, die doorgaans niet bestaat uit mensen die ik uit onze gemeente ken. Het is mooi om op deze manier voor de allerarmsten in ons dorp iets te betekenen. Als ik mijn positie nu vergelijk met dertig jaar geleden, denk ik dat ik me op dit moment meer een betrokken gemeentelid voel dan ‘de vrouw van’. Ik hoop dat je, net als ik, je plek naast je man en in de gemeente met vreugde zult mogen blijven innemen.

Met een hartelijke groet,

Ineke

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Leven als ‘vrouw van’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's