ZEVEN CIRKELS
Gereformeerde theologie en de prediking vandaag
Bij het afscheid van collega G. van den Brink als bijzonder hoogleraar aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) sprak dr. H. van den Belt over de confessioneel gereformeerde theologie en de prediking in de 21e eeuw. Zijn (ingekorte) lezing volgt hier.
Dr. H. van den Belt is vanwege de Gereformeerde Bond bijzonder hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid te Groningen.
Het belangrijkste antwoord op de vraag wat de klassiek gereformeerde theologie van de zestiende en zeventiende eeuw voor de hedendaagse predikantsopleiding betekent, ligt in het perspectief dat deze theologie aanreikt. Om uit te leggen wat ik bedoel met dat perspectief, noem ik zeven concentrische cirkels. Niet om daarmee een uitgebalanceerde christelijke wereldbeschouwing te leveren, maar omdat de gereformeerde theologie ons op een bepaalde manier leert kijken, ons een scherpe bril aanreikt.
GOD
We moeten daarbij altijd bij God beginnen en vanuit God blijven denken, dat is typerend voor de gereformeerde theologie. Wie beneden begint, is gedoemd om beneden te eindigen. God bestaat. Zijn bestaan gaat aan dat van ons vooraf, want in Hem leven wij, bewegen wij ons en bestaan wij (Hand.17:28a). God is een wezen, geen opperwezen, maar wel een enig en eenvoudig geestelijk wezen is, dat wij God noemen (NGB, art.1).
Die inzet is in de moderne cultuur niet meer vanzelfsprekend. Sinds Descartes ik denk dus ik ben heeft er een copernicaanse wending plaatsgevonden die de mens in het middelpunt van het heelal zet. Ik wil Descartes daarvan niet de schuld gevenfilosofen zijn voor de cultuur slechts wat de kanariepieten zijn voor mijnwerkersmaar de invloed van dat moderne denken strekt ver, tot de subjectivering van de latere gereformeerde theologie. Daarom moeten we ook binnen de gereformeerde belijdenis steeds weer herinnerd worden aan dat theocentrische uitgangspunt, dat begint bij God.
SCHEPPING
De tweede cirkel is die van de schepping. Hier openbaart God Zijn almacht, wijsheid en goedheid. Wetenschapniet alleen theologische wetenschap, maar ook natuurwetenschap en menswetenschapis ten diepste het nadenken van de gedachten van God die in de schepping hun weerslag vinden.
De gereformeerde theologie leert dat Gods hand en Gods mond elkaar niet kunnen tegenspreken, al leidt de interpretatie van de verhouding tussen die twee vaak tot debat. Collega Van den Brink weet als geen ander hoe heftig dat debat kan zijn en hij weet daarin ook als geen ander een bewonderenswaardige kalmte te bewaren.
Altijd bij God beginnen en vanuit God denken, is typisch gereformeerd
De twee boeken van Gods openbaring beschrijven dezelfde werkelijkheid. Misschien zijn er verschillende perspectieven denkbaar, maar in ieder geval zijn er geen twee waarheden. Ook wie Van den Brinks oplossingen met betrekking tot de verhouding tussen theologie en natuurwetenschap niet overnemen, zouden dankbaar moeten zijn voor de passie waarmee hij alle vormen van fidee - dat zegt dat het verstand niet van betekenis is voor het geloof - bestrijdt en aan de eenheid van de openbaring vasthoudt. Als ik hem goed begrijp, gaat het hem ten diepste om de eenheid van de ene God.
GESCHIEDENIS
De derde cirkel is meer een lijn: de geschiedenis. De eeuwige God Die de wereld schiep, schiep ook de tijd. Ons korte leven maakt deel uit van de wereldgeschiedenis. God staat aan het begin en het einde. De tijd is geen eeuwige cirkel waarin de wereld van yin en yang voor altijd doordraait, maar de tijd heeft een begin en een einde, een alfa en omega. Onze tijden zijn in de hand van God, Die ook de tijden en de beslissende gelegenheden van de wereldgeschiedenis bepaalt.
Alles heeft een oorsprong en alles heeft een doel. In de scholastieke theologie is God de bron van alle dingen en het doel van alle dingen, want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen (Rom.11:36). Alle dingen, behalve de zonde, maar dat is dan ook bij uitstek een onding.
De heilsgeschiedenis is wezenlijk voor het perspectief van de gereformeerde theologie op de hele werkelijkheid, denk aan de opbouw van de Nederlandse geloofsbelijdenis, van schepping, via zondeval en verlossing naar de voleinding. Alles wat in een mensenleven gebeurt en alles wat er in de wereldgeschiedenis plaatsvindt, heeft een plek in het allesoverkoepelende plan van God.
VERLOSSING
De middelste van de zeven cirkels is die van de verlossing. Gereformeerde theologie is verzoeningstheologie en bevrijdingstheologie. Zoals Narcissus wegkwijnde omdat hij aan zijn spiegelbeeld gekluisterd zat, zo zit de zondaar gevangen in zichzelf, totdat Christus, Koopman in oud roest, voorbijkomt en hem of haar vrijkoopt uit de macht van de zonde en de dood. Niet meer van jezelf te zijn, maar het eigendom van je trouwe Zaligmaker, dat is de kern van de gereformeerde spiritualiteit.
De kern van die heilsleer is wat God in Christus gedaan heeft. De Schepper wordt in de eenheid van de ene Persoon in de twee naturen van de Zoon deel van de schepping en van de geschiedenis. Wij hebben een Verlosser nodig Die tegelijk waarachtig God en waarachtig Mens is en Die ons door God tot wijsheid, gerechtigheid, heiliging en tot volkomen verlossing geschonken is (HC, 18).
WOORD
Hoe weet je dat? Volgens de Heidelbergse Catechismus uit het heilig Evangelie. Het is vooral de grote eerbied van de confessioneel gereformeerde theologie voor het Woord van God die deze theologie nog altijd relevant maakt. De Schrift heeft haar gezag in en van zichzelf en ontleent die niet aan de kerk of aan rationele argumenten. Het Schriftgezag is een voluit geestelijke zaak. Van den Brink en Van der Kooi hebben daaruit de conclusie getrokken om het Schriftgezag dan ook maar in de leer van de Heilige Geest (pneumatologie) te plaatsen. Terecht, denk ik, maar de wijze waarop het Schriftberoep in de Christelijke Dogmatiek functioneert, roept ook vragen op. Wordt de geloofsleer nog wel echt uit de Bijbel afgeleid of is het meer een samenvatting van wat de kerk altijd geleerd heeft? Het Schriftberoep in de systematische theologie vraagt eigenlijk wel om een nadere bezinning.
KERK
De kerk is immers als het goed is inbed in de cirkel van het Woord en niet andersom. De Schrift ontleent haar gezag niet aan de kerk, maar de kerk aan de Schrift. Die kerk vat de gereformeerde traditie enerzijds heel breed op. Van het begin tot aan het einde van de wereld vergadert Christus Zijn gemeente.
Juist waar het om de katholiciteit van de kerk gaat, heeft de confessioneel gereformeerde theologie een blijvende betekenis en zeggingskracht. Kwetsbaar is die positie wel. Zeker als de principiele belijdenis dat er maar ꨮ kerk kan zijn na verloop van tijd, als de ware en de valse kerk moeilijk meer precies te onderscheiden zijn, overgaat in de pragmatische visie dat er nu eenmaal zuivere en minder zuivere kerken zijn en dat we de kerk zo zuiver mogelijk moeten maken, desnoods via een scheuring. Die laatste in uiterste consequentie congregationalistische visie op de kerk wortelt ook in de gereformeerde theologie van de zeventiende eeuw, met name in het puritanisme.
De theologie van de vier hervormde of gereformeerde belijdenisgeschriften van onze kerk trekt echter een ander spoor. Zelfs als het op een ongewenste fusie met dolerenden en luthersen aankomt, zeggen we dan op grond van de oergereformeerde belijdenis: neem ons maar mee, we kunnen toch niet weg.
DE ZIEL
God en de ziel wil ik kennen, zei Augustinus. Die augustijnse focus op de persoonlijke relatie met God is de binnenste cirkel van de confessioneel gereformeerde wereldbeschouwing. Noem het de spiritualiteit of de bevinding. Juist daarin kunnen theologiestudenten leren van de confrontatie met de bronnen uit de zestiende en zeventiende eeuw. De spiritualiteit van de puriteinen en van de Nadere Reformatie is immers ook katholiek.
AFSCHEID
Tijdens het minisymposium bij het afscheid van dr. G. van den Brink als bijzonder hoogleraar theologie van het gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond stond de vraag naar de betekenis van de klassieke gereformeerde theologie voor het huidige predikantschap centraal. Behalve dr. Van den Belt spraken dr. R.H. Reeling Brouwer, bijzonder hoogleraar hermeneutiek en docent symboliek aan de PThU, en dr. J. Muis, hoogleraar dogmatiek aan de PThU. Afsluitend werd dr. Van den Brink toegesproken door drs. P.J. Vergunst (zie p.11), door dr. J. Muis, en door dr. M.M. Jansen, rector van de PThU. De rector roemde de voorbeeldfunctie van Van den Brink. Jij geeft een weg aan tussen sciꭴisme en fidee, tussen het geloof dat wetenschap alles is, en de wetenschap dat geloof alles is.
De zeven concentrische cirkelsGod, de wereld, de geschiedenis, de verlossing, het Woord, de kerk en de zielbepalen samen het gereformeerde perspectief op de werkelijkheid. Zij verbinden God en mij. In het midden staat het kruis: de kring van de verlossing.
De gereformeerde theologie draagt door deze zeven cirkels bij aan een juist verstaan van God, de wereld en onszelf. We hopen dat collega Van den Brink ook na zijn afscheid van de PThU ons verder zal helpen bij het scherpen van onze lenzen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 2015
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 2015
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's