Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE CATECHEET

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE CATECHEET

Vertrouwensrelatie is noodzakelijk voor welslagen toerusting

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een catecheet vervult een cruciale rol. Het gaat er immers om dat hij of zij zo leiding geeft aan een onderwijsleergesprek dat jongeren worden toegerust om hun geloof te belijden en geholpen worden in hun twijfels en verlangens.

Dr. W. Verboom uit Harderwijk is emeritus hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme.

Catechisatie geven is mooi, maar ook moeilijk. Het is geen geringe opgave. Er is echter één houvast: het catecheselokaal is per definitie de werkplaats van de Heilige Geest.

HERDER

We lezen in de Bijbel een mooie uitdrukking voor de catecheet. We vinden die in Efeze 4:11, namelijk de herder en leraar. De catecheet is dus tegelijk leraar en herder. Dat pleit ervoor dat de catechese een bij uitstek pastoraal karakter draagt. De catecheet is een herder in navolging van de grote Herder en Leraar, de Heere Jezus.

Wat een herder kenmerkt, is dat hij zijn schapen liefheeft, zorg voor hen draagt en voor hun welzijn waakt. Hij is hun ook trouw, juist ook als ze in gevaren verkeren (Joh.10). Dit herder-zijn is een grondhouding, een habitus van de catecheet.


ONERVAREN DOMINEE

Een pas begonnen jonge dominee moest voor het eerst catechisatie geven. Toen hij naar het catechisatielokaal liep en de groep catechisanten zag staan, vol lawaai en gelach, begon hij langzamer te lopen.

Op dat moment kwam er een gemeentelid naar hem toe. Die zei: ‘Dominee, u moet vanavond voor het eerst catechisatie geven, is het niet?’ ‘Ja’, zei de jonge onervaren dominee. ‘Nou dominee’, zei de man, ‘u moet maar zo denken: ‘Je kán het of je kán het niet’.’ En daarmee zonk hem het laatste beetje moed in de schoenen.

Het ging die avond helemaal niet. De catechisanten voelden dat de dominee onzeker was en toen ging het mis. Verslagen kwam hij thuis. Zijn vrouw vroeg: ‘Hoe was het vanavond?’ Hij zei: ‘Ik kan dit niet. Die man uit de gemeente heeft gelijk.’ Toen zei zijn vrouw: ‘Maar man, je kunt het toch leren!’

Dit is een gebeurtenis uit 1968. We leven vandaag in een heel andere tijd. Maar wellicht zijn er ook nu catecheten die de onzekerheid van die jonge dominee van toen herkennen. Of je nu als predikant catechisatie geeft of dat je als mentor een gesprek van een groepje catechisanten leidt.


Met die houding staat of valt zijn catechese. De catechisanten merken dat meteen. Die man kent ons. Die vrouw begrijpt ons. Zo kan er een vertrouwensrelatie ontstaan, die noodzakelijk is voor het welslagen van de catechese. Een briljant didacticus hoeft nog geen goede catecheet te zijn en iemand die didactisch niet zo sterk is, maar een warm, pastoraal, liefdevol hart heeft, kan toch een goede catecheet zijn.


OPLEIDING

‘Voor predikanten is het van wezenlijk belang om voldoende oog te hebben voor de godsdienstpedagogische en pedagogisch- didactische dimensies van de catechese. Aan de PThU schenk ik hier in een aantal modules dan ook aandacht aan. In het master onderwijs in zowel Amsterdam als Groningen verzorg ik de module ‘Leren geloven’. Studenten werken in deze module aan hun didactische én godsdienstpedagogische bekwaamheid. Het verzorgen van catechese is een van de belangrijke aandachtsvelden, zowel in colleges als in de stageactiviteiten.

Daarnaast verzorg ik in de masteropleiding de specialisatiecursus ‘Worship & Formation’: studenten worden uitgedaagd de wisselwerking tussen liturgie, vieren en leren te onderzoeken. Ook hierin komen implicaties voor de catechese aan de orde.

In het eerste jaar van het masteronderwijs in Amsterdam bieden we studenten bovendien een basiscursus didactiek.

In de joint bachelor Theologie in Amsterdam verzorg ik samen met collega’s onderwijs in de Praktische Theologie. In die modules worden studenten onder andere ingeleid in de discipline van de godsdienstpedagogiek en in dat kader zijn vormen van catechese al onderwerp van reflectie.

In het kader van de permanente educatie verzorg ik de module ‘Leren: leuk en pijnlijk tegelijk’: een praktische nascholing waarin predikanten zich (didactisch) verder kunnen bekwamen in de eigen catechesepraktijken. Daarnaast participeer ik als PThU-docent in de nascholingscursus van Driestar educatief ‘De predikant als leraar’.’

Dr. A de Kock is universitair docent praktische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit.


VAARDIGHEDEN

Deze grondhouding neemt niet weg dat het belangrijk is dat de catecheet over de nodige didactische en communicatieve vaardigheden beschikt. Het is de vraag of gemeenteleden die die gaven ten enenmale missen er verstandig aan doen om catechisatie te gaan geven. Je moet er toch wel een beetje aanleg voor hebben. Dat is het waarheidselement in de opmerking van het gemeentelid in het kader. Precies die aanleg kun je verder ontwikkelen. Dat bedoelde de predikantsvrouw in 1968, toen ze zei: ‘Je kunt het toch leren!’ Dat moet je dan zelf willen. Dan kan catechese geven heel boeiend worden.

TOERUSTING

Maar hoe ontwikkel je die gave? Dat doe je gedeeltelijk zelf door ervaring op te doen. Door schade en schande word je wijs. Maar tegelijk is het van belang dat de catecheet toerusting ontvangt. Een plaatselijke werkgroep catechese moet hiervoor zorgen. Een goede vorm van intervisie, onder leiding van een deskundige kan veel goed doen.

Daarnaast is het volgen van cursussen bijvoorbeeld van de HGJB zeer aan te raden. Dan gaat het erom dat je inzicht krijgt in de leefwereld van jongeren, in groepsprocessen, in de onderlinge verschillen onder jongeren (denkers, dromers, doeners). En ook in zaken als: wat gebeurt er eigenlijk als ik informatie overdraag? Hoe komt het dat er ‘ruis’ ontstaat? Stuk voor stuk boeiende dingen. Zonder deze toerusting gaat het in de regel niet. Dan wordt catechese geven een eenzaam avontuur.

BASISKENNIS

Een punt dat in toenemende mate belangrijk wordt, is naar mijn mening dat een catecheet beschikt over een goede basiskennis van de leerinhoud die hij overdraagt. Dan gaat het over kennis van de Bijbel, van de geloofsbelijdenis, van de kernen van het geloof, van het huidige kerkelijke leven enzovoort.


SETTING

‘Hoewel ik zelf als catecheet een onderwijsachtergrond heb, ervaar ik de setting van de catechese nogal eens als complex. Ik vind het geven van catechisatie mooi én soms moeilijk. De jongeren die samen in één groep zitten, zijn heel verschillend. Niet alleen van achtergrond maar ook van niveau. Je hebt doeners en denkers. In die situatie word ik geroepen om kennis over te dragen. Dan is het belangrijk om handvatten te hebben (meegekregen) om verschillende werkvormen te kunnen hanteren. En om in staat te zijn jongeren aan te spreken op hun niveau. Ik merk ook dat het nodig is om de denk- en leefwereld van onze jongeren te kennen. Anders gaat de boodschap over de hoofden heen. Ik sta voor de uitdaging om in een open gesprek te weten te komen wat hen bezighoudt.

Om het doel van de catechese te bereiken - het kennen en volgen van de Heere Jezus - mag ik het van de Heilige Geest verwachten. Tegelijk helpen pedagogische en didactische kennis en vaardigheden me. Ze geven me meer mogelijkheden om de catechese zo vorm en inhoud te geven dat de geloofskennis een plek kan krijgen in het leven van jongeren van vandaag.’

J. Noteboom is docent pedagogiek & supervisor aan hogeschool de Driestar, Gouda, en pastoraal werker.


Een catecheet hoeft niet alle antwoorden paraat te hebben op vragen die catechisanten stellen. Maar om het telkens te moeten laten afweten als het om antwoorden gaat, doet het leerproces geen goed. Als een catechisant het gevoel heeft dat hij niets leert, dan werkt dat demotiverend. Het is daarom nodig dat een catecheet de beschikking heeft over eigen leermiddelen om de catechesebijeenkomsten grondig voor te kunnen bereiden.


Catecheet zijn is een roeping vanwege de gemeente en daarmee van God Zelf


Verder moet de catecheet ook kennis hebben van het eigene van de catechisatie. Dan gaat het bijvoorbeeld om de doelstelling van de catechese. Het is winst als een catecheet een opleiding heeft kunnen volgen waardoor hij of zij de nodige bekwaamheden en kennis heeft meegekregen. Ook is er de cursus Theologische Vorming van de Gereformeerde Bond, die op verschillende plaatsen in het land worden gegeven.

GEZAG

Hoe zit het met het gezag van de catecheet? Vroeger verzorgde meestal de predikant de catechisatie. Hij bracht zijn ambtelijk gezag mee, hoewel dat niet altijd inhield dat er geen ordeproblemen waren.

Nu doen vaak - terecht - gemeenteleden mee. Maar hoe geven zij zo leiding aan het gesprek, dat zij met gezag spreken? Dat is belangrijk. Catechese mag nooit een vrijblijvend gebeuren zijn, waarbij het iedereen vrij staat te geloven wat hij wil. Leren betekent ook op positief kritische wijze leiding ontvangen. Waardoor? Door het Woord van God.

De catecheet heeft een dienende functie in het gezag van het Woord. Dat kan alleen als én catecheet én catechisanten samen luisteren naar het Woord en zich samen laten gezeggen door het Woord. Daarbij gaat de catecheet als de herder voorop en nodigt hij de catechisanten uit om de Goede Herder te volgen.

GELOOFSRELATIE

Hier wordt nog een cruciaal punt zichtbaar. De catecheet moet iemand zijn die zelf een persoonlijke geloofsrelatie met de Heere kent. De catechisanten moeten kunnen merken dat de catecheet iets uitstraalt van de verborgen omgang met God. Van het verlangen om God te dienen in het leven van elke dag.

Voor de catechese geldt de gave en opgave: u zult mijn getuige zijn. Hierin is de catecheet een ‘meester’ en de catechisant een ‘gezel’ (A. de Kock). Dan is hij een identificatiefiguur. Hij laat zien wat het is om dicht bij de Heere en bij Zijn Woord te leven. Wat een zegen als catechisanten zich later de catecheet herinneren als iemand die de Heere liefhad en dat liet merken, ook in zijn bewogenheid over het heil van zijn catechisanten.

STEUN

Catecheet zijn is een roeping vanwege de gemeente en daarmee van God Zelf. Zo moet je het zien. Daarom heb je de steun van de kerkenraad en de gemeente nodig. Maar bovenal de hulp van Gods Geest. Wie biddend catechese geeft, mag er op vertrouwen dat de Heere het zal zegenen. Het mooie van de omgang met catechisanten is dat zij je niet laten vallen. Mislukt het de ene week, dan krijg je van hen de andere week een herkansing. Catechese is toch zo wonderlijk mooi. Je beleeft telkens weer iets van de rechtvaardiging van de goddeloze.

Laten daarom predikanten nauw bij de catechese betrokken blijven. Laten we beseffen dat catechisatie iets is wat je geeft. Augustinus heeft eens gezegd dat van catechisatie geven geldt: de Heere heeft een blijmoedige gever lief. Je staat ervan te kijken wat je dan zelf ontvangt.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DE CATECHEET

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's