Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VROOMHEID ALS KERN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VROOMHEID ALS KERN

Dr. J. Hoek neemt afscheid als hoogleraar

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Bestudering van de christelijke vroomheids-traditie is van groot belang’, zegt dr. J. Hoek. ‘Ze is een gouden draad die de verschillende vakken van de opleiding tot predikant onderling verbindt.’ Onlangs werd de theoloog uit Veenendaal 65 jaar en sinds deze week is hij emeritus hoogleraar.

Dr. Hoek trad begin 2006 in dienst van de Gereformeerde Bond als bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit. Ter gelegenheid van zijn afscheid belegde de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) afgelopen dinsdag samen met de Gereformeerde Bond een minisymposium, terwijl er gisteravond een afscheidssymposium van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) was.

55-JARIGE

‘Persoonlijk heb ik het als een mooie ontwikkeling en vooral als een bijzondere leiding van God in mijn leven beschouwd om als 55-jarige hoogleraar te worden. De rijping die ik als docent in Ede - en ook al een kortere tijd als parttime hoogleraar in Leuven - had doorgemaakt, kwam bij mijn aanstelling als hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond goed van pas. Ik kreeg nu de gelegenheid mij in een bepaald deelterrein van de theologie nader te verdiepen.’

Dat onderzoeksterrein was niet geheel nieuw, want het sloot aan bij zijn promotiestudie van jaren eerder. ‘De eerste tijd was er maar één dag in de week voor mijn bijzonder hoogleraarschap beschikbaar. Dat vond ik erg pittig en ik zou dat niet lang hebben volgehouden. Gelukkig kwam er daarna ruimte voor uitbreiding tot twee dagen per week.’

Toch is het in zijn algemeenheid zeker niet ideaal om zo laat in de universitaire wereld te gaan werken, vindt dr. Hoek. ‘Het mooiste en het meest vruchtbaar is wanneer je daartoe op jongere leeftijd de gelegenheid krijgt, zoals bij mijn collega’s Van den Belt en Van den Brink. Al moet je daar dan wel weer bij zeggen dat de ervaring die je als predikant in de gemeente opdoet, onmisbaar is. Dus het andere uiterste - een weg linea recta via promotiestudie en een postdoc-aanstelling naar het hoogleraarschap - is volgens mij niet te verkiezen. De ambtelijke ervaring als predikant moet blijven resoneren in je werk als hoogleraar.’

Behoort gereformeerde spiritualiteit voor u tot de kern van de gereformeerde theologie, of is het meer een deelthema, waarvan het goed is dat er ook aandacht voor is?

‘Er is geen gereformeerde theologie mogelijk zonder gereformeerde spiritualiteit. We moeten bedenken dat het hier gaat om accentueringen, niet om waterdichte schotten. Lees ik een historische bron uit leerstellige of uit spirituele belangstelling? Het een kan niet zonder het ander. Gisbertus Voetius sprak indertijd al over de onlosmakelijke verbondenheid van wetenschap en vroomheid.’

LEERSTOEL

Hoe vervolg wordt gegeven aan de bijzondere leerstoel gereformeerde spiritualiteit, is op dit moment nog niet bekend. Dr. Hoek hoopt dat er in elk geval ruimte blijft om binnen het curriculum grondige kennismaking te realiseren met de vroomheid. ‘Met het geestelijke leven waaraan de traditie van de Protestantse Kerk zo rijk is. En dat niet alleen via secundaire literatuur, maar door zorgvuldige aandacht voor primaire bronnen. Voor een ambtsopleiding is doordeseming met christelijke spiritualiteit onmisbaar. Denk alleen maar aan de grote en de kleine catechismus van Luther, aan de catechismus van Genève, Calvijns spirituele theologie in bijvoorbeeld zijn Institutie, en zeker ook de Heidelberger met de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels. Denk ook aan de beweging van de Nadere Reformatie of het gereformeerd piëtisme, denk aan de prediking van Kohlbrugge, maar ook aan de bevinding bij A. Th.J. Jonker, O. Noordmans, A.A. van Ruler, K.H. Miskotte of J.G. Woelderink.’

De Gereformeerde Bondshoogleraren Graafland en De Reuver doceerden op een leerstoel die verbonden was aan de openbare faculteit in Utrecht; u op een bijzondere leerstoel aan de PThU in Groningen. Is er verschil?

‘Hét verschil is dat je ofwel binnen het bonte geheel van een brede en goeddeels seculiere universiteit functioneert ofwel op een afgebakend kerkelijk terrein, met overigens open vensters naar de buitenwereld. Het mooiste is toch wanneer de kerkelijke opleiding nauw verweven is met de openbare faculteit. Ik vind de vroegere situatie in Amsterdam (Universiteit van Amsterdam), Leiden en Utrecht − de zogenaamde duplex ordo, met staatshoogleraren en kerkelijke hoogleraren in één faculteit − te verkiezen boven de huidige situatie met een zelfstandige protestantse universiteit.’

OPENBARE UNIVERSITEIT

‘Het kan echter niet meer anders gezien de beleidskeuzes die de genoemde universiteiten hebben gemaakt. De kerk heft niet voor een veranderde situatie gekozen, maar deze is haar opgedrongen. In feite komt dit neer op marginalisering van de theologie als gevolg van de secularisatie. We moeten daar principieel weerstand tegen blijven bieden. Theologie is van betekenis voor de kerk, maar ook voor het hele volk.

Dus waar mogelijk moeten we participeren in beoefening van de theologie aan de openbare universiteiten. Dat kan tegenwoordig alleen nog in Groningen, terwijl de situatie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam ook kansen biedt binnen een weer geheel eigen constellatie. Je kunt natuurlijk vraagtekens zetten bij een bijzondere leerstoel namens de Gereformeerde Bond aan een kérkelijke opleiding. Dat is een aparte figuur, die niet nodig moest zijn. Maar dat geldt net zo goed het bestaan van een modaliteitsorganisatie als de Gereformeerde Bond. Wanneer heel de kerk voluit getrouw is aan het Woord en dan ook in het spoor van de Reformatie gaat, is de Gereformeerde Bond overbodig geworden. Wanneer aan de PThU het gereformeerde geluid in heel de opleiding krachtig doorklinkt, is er geen aanleiding om bijzonder hoogleraren namens de Gereformeerde Bond te benoemen.’

U diende het hbo en het academische onderwijs. Waar bleek dit een vruchtbare combinatie en waar was het lastig schakelen?

‘Het is een vruchtbare combinatie omdat bij het hbo de beroepsgerichte betekenis van de theologie centraal staat en dit aspect in het wetenschappelijke onderwijs niet vergeten mag worden. Terwijl aan de universiteit meer dan bij het hbo aandacht is voor diepgaand onderzoek en goed beargumenteerde oordeelsvorming. Die aspecten komen overigens in het hbo in toenemende mate in beeld. Verbindingslijnen tussen theologie aan het hbo en aan de universiteit werken wederzijds bevruchtend. Voor mij persoonlijk was het echter wel eens lastig schakelen omdat beide onderwijsvormen hun eigen problematiek kennen en je als docent op beide terreinen er toch voluit voor moet gaan om een goede bijdrage te leveren. Het was boeiend, maar ook bijzonder intensief.’

GTU

Hoe kijkt u als aan de PThU verbonden hoogleraar aan tegen de komst van de Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU)?

‘Ik denk dat het alleen maar winst oplevert wanneer de theologische universiteiten van Kampen en Apeldoorn de krachten bundelen. Het zou wel eens kunnen blijken dat 1 en 1 in dit geval 3 is. Voorwaarde is wel dat de GTU zich niet opstelt als een gesloten bolwerk. Het gaat erom dat zij een goede partij wil zijn in bredere samenwerkingsverbanden, zowel nationaal als internationaal (denk ook aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven). Vooral moet de GTU zichzelf niet als concurrent van bijvoorbeeld PThU of VU opwerpen, maar ter wille van de goede zaak van katholiek-gereformeerde theologie bundeling van krachten zoeken waar dat maar mogelijk is.’


‘Waar mogelijk moeten we aan de beoefening van de theologie op openbare universiteiten deelnemen’


Dr. Hoek is voorzitter van de redactie van het gereformeerde wetenschappelijke tijdschrift Theologia Reformata. Het is volgens hem ‘zeer te wensen en van grote betekenis’ dat hervormd-gereformeerde predikanten deze tijdschrift grondig lezen en verwerken. ‘Wie zegt daarvoor geen tijd te hebben, moet zijn prioriteiten verleggen. Door het verwerken van Theologia Reformata blijven de dominees op de hoogte van actuele theologische ontwikkelingen en publicaties. Dat is een investering die ten goede komt aan hun prediking en pastoraat. Ik zou zeggen: laten we zuinig zijn op dit tijdschrift dat het gereformeerde belijden ondubbelzinnig en onbekrompen in het vaandel heeft. Ik roep de collega’s op om zich te laten horen met positief-kritische feedback en waar mogelijk zelf ook hun bijdragen te leveren.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 2015

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

VROOMHEID ALS KERN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 2015

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's