Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERZOENING CENTRAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERZOENING CENTRAAL

Hoe God woont bij mensen [1]

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ooit bad Salomo: ‘Maar zou God werkelijk op de aarde wonen? Zie de hemel, ja, de allerhoogste hemel, kan U niet bevatten, hoeveel te min het huis dat ik gebouwd heb!’ (1 Kon.8: 27). Toch zijn er plaatsen waar de Heere Zijn tegenwoordigheid bijzonder laat merken.

Ds. J. Veldhuijzen uit Putten is emeritus predikant.

Adam en Eva hoorden in de hof van Eden de stem van de HEERE God, Die in de hof wandelde bij de wind in de namiddag (Gen.3:8). Wij kunnen ons van dat leven niet echt een voorstelling maken. Het was een leven waar de glans van Gods heerlijke tegenwoordigheid over lag. Het was gevuld met de gemeenschap met Hem. Er was vrede en harmonie met Hem, met elkaar en met de schepping. Het is een leven waarin heel het innerlijk meekomt in liefde, vertrouwen en overgave aan God. Een leven, waarin het – zonder stoorzenders – werkelijk draait om de glorie en aanbidding van onze Schepper.

EINDE

De eerste zonde maakt hier een abrupt eind aan. Adam en Eva moeten de hof voorgoed verlaten. Zij komen daarmee buiten de gemeenschap met God, en wij met hen. Bij ons woont Hij niet langer. Maar Hij laat het daar niet bij zitten. In heel de geschiedenis die volgt, zoekt Hij ons, mensen, op allerlei manieren op, met de bedoeling ons terug te brengen in de gemeenschap met Hem. Hoe dat kan, zien we in de geschiedenis van Israël.

HEILIGDOM

God openbaart Zich aan Abraham, Izaäk en Jakob. Door Mozes verlost de HEERE hun nageslacht uit Egypte. Hij geeft hen bij de Sinaï Zijn heerlijke wet en sluit met hen een verbond. Mozes krijgt de opdracht om een tabernakel te bouwen. Waarom? ‘En zij moeten voor Mij een heiligdom maken, zodat ik in hun midden kan wonen.’ (Ex.25:8)

Door de tabernakel onderwijst de HEERE Zijn volk Wie Hij is, hoe Hij met hen wil omgaan en hoe Hij zondaren wil verlossen door de Messias. Zo maakt Hij Zijn verbondsbelofte waar: Ik ben uw God en u bent Mijn volk. Het belangrijkste van de tabernakel gaat in Exodus 25 voorop: de ark met daarop het verzoendeksel met de cherubs. In de ark komt de getuigenis, de wet. Als we ons het kampement van Israël in de woestijn voorstellen zien we in de buitenste ring, op ordelijke manier gegroepeerd, de verschillende stammen. De priesters en levieten vormen de binnenring en helemaal in het centrum is de tabernakel. Als de Israëlieten zich ooit afvroegen ‘is de HEERE nog wel bij ons?’, behoefden zij alleen naar het centrum van hun kamp te kijken. Zo woont de Heere in het midden van Zijn volk.

ONDER SPANNING

Toch blijft dat spannend, zo weten we uit het vervolg van de geschiedenis. Er is het gouden kalf, de opstand onder leiding van Korach, gemopper, ongehoorzaamheid en ongeloof.

Maar de HEERE heeft Zijn volk toch niet verlaten, vanwege de dienst van de verzoening bij het altaar en bij de ark op de Grote Verzoendag. Alleen zo kan Hij wonen bij Zijn volk. Hoe bijzonder is dat.

HEILIG LEVEN

Gods aanwezigheid bij Zijn volk in tabernakel en tempel voedt het gelovig vertrouwen op Hem, op Zijn zegen en bewaring. Dat houdt intussen voor Israël de roeping in om heilig voor God te leven. Juist op dat punt is het in de geschiedenis telkens misgegaan. Dan ontaardt gelovig vertrouwen op de HEERE in vals vertrouwen. Dat zien we gebeuren als Hofni en Pinehas de ark van God meenemen in de strijd tegen de Filistijnen. Dan trekt de HEERE Zich terug (1 Sam.4). Ook Ezechiël ziet in een visioen de heerlijkheid van de HEERE weggaan uit de tempel vanwege de zonden van het volk (Ez.10). Dat zal niet altijd zo blijven, zegt de HEERE: ‘Juich en verblijd u, dochter van Sion, want, zie, Ik kom en zal in uw midden wonen’ (Zach.2).

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

VERZOENING CENTRAAL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 november 2015

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's