Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

(G)EEN GOED BEGIN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

(G)EEN GOED BEGIN

De zondeval ter discussie. Een bijbels-theologische reactie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er zijn plaatsen in de Bijbel die een niet-harmonieus begin van de schepping veronderstellen, aldus dr. A. van de Beek. Heeft de emeritus hoogleraar gelijk wanneer hij de zondeval ter discussie stelt?

Ds. H.J. de Bie uit Huizen is emeritus predikant.

Op het symposium bij het afscheid van dr. J. Hoek kwam ook het laatste boek van dr. Van de Beek ter sprake, Een lichtkring om het kruis. Het boek oogstte veel waardering omdat Christus daarin centraal staat.

Er was echter ook kritiek. Die richtte zich vooral op de ontkenning van de zondeval. Van de Beek wijst daarbij op de Psalmen 93 en vooral 104. Een ander argument dat hij aanvoert, is dat de mens moet heersen over de dieren. Ook de uitspraak dat ‘het niet goed is dat de mens alleen is’ kun je negatief opvatten. Tot slot staat in Genesis 1 bij de schepping van de mens niet: ‘En God zag dat het goed was’.

BELIJDENISGESCHRIFTEN

De Nederlandse Geloofsbelijdenis volgt de klassiek gereformeerde belijdenis van het christelijk geloof met als kernpunten: de schepping, val, verkiezing en verlossing van de mens, de betekenis van Christus, rechtvaardiging en heiliging, kerk en sacramenten, de relatie kerk en overheid en de laatste dingen.

Wat hierin opvalt, is dat het dan niet gaat over de schepping van hemel en aarde in het algemeen maar over de mens: ‘Wij geloven dat God de mens geschapen heeft uit het stof der aarde, en hem gemaakt en gevormd heeft naar Zijn beeld en gelijkenis, goed, rechtvaardig en heilig, zodat hij met zijn wil in alles kon overeenstemmen met de wil van God’ (art.14). Diezelfde concentratie op de mens keert terug in het volgende artikel: ‘door de ongehoorzaamheid van Adam heeft de erfzonde zich over heel het menselijk geslacht verbreid’. Dit is ook de lijn van de Heidelbergse Catechismus (zondag 3 en 4) en de Dordtse Leerregels (I.1e.v. en III/IV, over de verdorvenheid van de mens en de bekering tot God en de wijze waarop zij zich voltrekt).

PSALM 104

Beperken wij ons tot Psalm 104. In deze psalm gaat het echter niet over de onvolkomenheid van de schepping maar over de majesteit en de glorie van de HEERE. Hij is de Koning van het heelal, de Heer van de engelen. Hij heeft de aarde gegrondvest. Hij is alle machten en krachten de baas en onderhoudt mens en dier. Psalm 104 ziet de grootheid van God weerspiegeld in de schepping vanuit het hier en nu: Hoe groot zijn Uw werken, HEERE, U hebt alles met wijsheid gemaakt, De aarde is vol van Uw rijkdommen. Daar ligt de zee, groot en wijd uitgestrekt; Daar leeft krioelend gedierte, niet te tellen, Kleine dieren en grote. Daar varen de schepen, Daar gaat de Leviathan. (vs.24-26).


Hij is de Koning van het heelal, de Heer van de engelen


De verwijzing naar de scheepvaart maakt duidelijk dat het hier niet gaat over de schepping aan het begin van de wereldgeschiedenis uit Genesis 1. David bezingt in dit lied de grootheid van de werken van God in de schepping zoals zij nu is.

In dat licht ziet hij de Leviathan. Voor de mensen toen riep dat het beeld op van een schrikaanjagend monster. Maar afgezet tegen Gods glorie en majesteit is het niet meer dan een ‘speeltje’, zo onschuldig en klein.

TEKSTVERBAND

Heel het kader waarin Psalm 104 staat, zet ons in het hier en nu. De Psalmen 103 tot en met 106 zijn door woordassociatie (het opzettelijke herhalen van dezelfde woorden) aan elkaar gekoppeld. Zo sluiten het begin en het slot van Psalm 103 en 104 op elkaar aan. Hetzelfde verschijnsel doet zich ook voor bij de Psalmen 105 en 106.

Psalm 103 heeft als opschrift ‘Een psalm van David’. Dat maakt de Psalmen 104 tot en met 106 tot een vervolg op Psalm 103. Zij vormen met elkaar een doorlopende lofprijzing op God om Zijn verbondstrouw in het persoonlijk leven (Ps.103). Om Zijn heerlijkheid in de schepping en de onderhouding van hemel en aarde (Ps.104). Om Zijn verbond van generatie op generatie (Ps.105). Om Zijn trouw aan een ontrouw volk (Ps.106). Zo is nu de HEERE, de God van het verbond.

Deze vier psalmen vormen het sluitstuk van het vierde boek van de Psalmen (90-106), zoals de laatste vijf liederen dat zijn van het vijfde boek (107-150). Dat maakt het moeilijk om Psalm 104 te isoleren en daarin een bewijsplaats te zien voor de onvolkomenheid van de schepping vanaf het begin.

HET RUMOER VAN DE VOLKEN

Maar er is nog meer dat het trekken van deze conclusie onwaarschijnlijk maakt. In het Oude Testament kan het beeld van het geweld van de watervloed ook zo maar overgaan in het beeld van het rumoer van de volken. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Psalm 46, de Lutherpsalm. Daar wordt het verzet worden van de bergen in het hart (de diepte) van de zeeën in één adem genoemd met het tieren van de heidenvolken. En dan toch: een vaste burcht is onze God!

Duidelijk is ook Psalm 65. Daar wordt van God gezegd: Die het bruisen van de zeeën stilt, Het bruisen van hun golven En het rumoer van de volken (vs.8)

In Psalm 93 staat dat de ‘HEERE in de hoogte machtiger is dan het bruisen van machtige wateren’.

EIGENTIJDS

Het beeld van de watervloed was voor Israël duidelijk herkenbaar. Het kon zomaar werkelijkheid worden. Regenval leidde regelmatig tot overstromingen met alle gevaren van dien. Dit beeld wordt gebruikt in de gelijkenis van het huis dat op de rots was gefundeerd en het huis dat op zand werd gebouwd aan het slot van de Bergrede. (Matt.7:24-27)

De herinnering aan de zondvloed had diepe sporen nagelaten in de gehele wereld van het oude Nabije Oosten. God had de wereld goed geschapen maar de zonde maakte het leven tot een bedreigd bestaan. In die barre wereld komt de HEERE echter met de belofte van Zijn verbond. Dat brengt David tot aanbidding:

Loof de HEERE, mijn ziel, en vergeet niet een van Zijn weldaden. (Ps.103:2) HEERE, mijn God, U bent zeer groot. (Ps.104:1b)

Die grootheid van God in Zijn verbond wordt onderstreept door Zijn grootheid in de schepping en in de geschiedenis van Zijn volk.

DE EINDTIJD

In de eindtijd zal de dreiging van zee en golven apocalyptische vormen aannemen. Zo spreekt de Heere Jezus daarover in het Evangelie van Lukas: ‘En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren; en op de aarde benauwdheid onder de volken, in radeloosheid vanwege het bulderen van zee en golven.’ (Luk.21:25)

Maar is de Zoon des mensen eenmaal verschenen in heerlijkheid, dan is alle dreiging weggenomen. Daarvan getuigt Johannes op Patmos. ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was niet meer.’ (Openb.21:1)

Maranatha. Ja, kom, Heere Jezus.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

(G)EEN GOED BEGIN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's