Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NIEUWE GB-HOOGLERAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NIEUWE GB-HOOGLERAAR

Dr. Moehn wil studenten enthousiasmeren voor kerkgeschiedenis

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. W.H.Th. Moehn is begin dit jaar namens de Gereformeerde Bond aan de slag gegaan als hoogleraar Geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Wat kunnen we de komende tijd van hem verwachten?

De Calvijnkenner heeft een aanstelling voor twee dagen per week. Hij volgt in Amsterdam dr. G. van den Brink op, die een benoeming aan de Vrije Universiteit (VU) kreeg.

Waarom hebt u naar de functie van bijzonder hoogleraar gesolliciteerd? ‘Ik heb altijd een drive gehad om naast het predikantschap te studeren. Ik was met preken van Calvijn bezig, had contacten aan de VU en de Theologische Universiteit Kampen en ik ben ook altijd naar Calvijncongressen gegaan. Dan krijg je een netwerk. Ergens zat het in mijn achterhoofd, maar er zijn weinig plaatsen beschikbaar. Van hoogleraar kerkgeschiedenis W. Janse (VU) kreeg ik het advies om lekker door te studeren, aan mijn cv te werken en te proberen in het buitenland te publiceren. Dat heb ik gedaan.

Volgens de functieomschrijving moest de opvolger van dr. Van den Brink een Calvijnkenner zijn. Toen dacht ik: ‘Dit past bij mij’. Ook in de gemeente Hilversum reageerden mensen spontaan: ‘Dominee, dit is uw advertentie’. En het gaat niet goed met mij als ik niet studeer. Daar zou ik het benauwd van krijgen.’

De onderwijskant trekt dr. Moehn eveneens. ‘Je krijgt er je aandeel in om een volgende generatie op te leiden.’

FREEWHEELER

Dr. Moehn merkt op dat zijn weg naar de hoogleraarspost geen gangbare is. ‘Na mijn promotieonderzoek ben ik twintig jaar als freewheeler bezig geweest, die kon doen wat hij leuk vond. Het is verre van gebruikelijk dat je dan nog de academische wereld binnenkomt. Ik deed wat op mijn pad kwam en hoefde aan geen enkele instantie verantwoording afleggen. Nu wordt dat anders. Je werkt in een team aan de PThU en de output is gericht op studenten die academisch geschoolde predikanten of onderzoekers moeten worden.’

DIEPTEBORING

U bent Calvijnkenner. Waarmee gaat u als hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme verder nog aan de slag?

‘Net als mijn voorganger ga ik de vrije ruimte cursus ‘Theologie van de Heidelbergse Catechismus’ aanbieden. Die colleges worden breed gedragen en gewaardeerd. Het gaat om een diepteboring in de catechismus, zodat studenten er vertrouwd mee raken.

Op het gebied van onderzoek breng ik mijn bronnenstudie van Guido de Brès in, maar daar kan het niet bij blijven. Mijn leerstoel is ondergebracht bij systematische theologie en daar is men bezig met Transforming life (vernieuwing van het leven). Iedere docent moet in de jaren dat zo'n project draait daaraan iets bijdragen. Ik ga de komende tijd zoeken of ik vanuit Calvijn of Guido de Brès iets kan inbrengen.’

JUBILEUMJAREN

Verder heb je volgens de hoogleraar te maken met jubileumjaren waarmee je iets kunt doen op het vlak van onderzoek, publicaties en collegestof. ‘Rondom 2018- 2019 moeten we dus iets rond de Dordtse Leerregels organiseren. Ik ben meer detaillist dan generalist’, zegt dr. Moehn van zichzelf. Tegelijk beseft hij dat verbreding noodzakelijk is. ‘Ik ga proberen de dingen die ik onderzoek te combineren met het werk van latere theologen, bijvoorbeeld Noordmans en Van Ruler. Die vallen ook onder de brede accolade van geschiedenis van het gereformeerd protestantisme.’


EERDERE WERKZAAMHEDEN

Dr. W.H.Th. Moehn (51) studeert van 1983 tot 1990 theologie aan de Universiteit Utrecht. Voor zijn hoofdvak kerkgeschiedenis bij dr. C. Graafland schrijft hij een scriptie over de predestinatieleer bij Hiëronymus Zanchius. Hiervoor krijgt hij de Simon van der Linde-prijs. Tijdens zijn kerkelijke opleiding assisteert de student dr. W. Balke bij het verzorgen van een tekstuitgave van preken van Calvijn over Handelingen.

Daarna bezet Moehn vanaf 1990 voor vijf jaar een parttime aiopost bij dr. M.J.G. van der Velden. Hij werkt in deze periode aan een homiletisch onderzoek naar de verhouding tussen God en hoorder in Calvijns preken over Handelingen 4:1-6:7. Hierop promoveert hij in 1996. Vijf jaar later verschijnt een bewerkte Engelse editie bij Droz in Genève, waardoor zijn onderzoek een breder bereik krijgt.

Verder verzorgt de predikant zelfstandig een wetenschappelijke editie van preken van Calvijn over het leven van Jezus. Ook heeft hij acht jaar zitting in de commissie die de nieuwe vertaling van de Institutie van Calvijn door dr. C.A. de Niet begeleidt. De hoogleraar is hoofdredacteur van de Reformatiebijbel, die op 23 februari verschijnt. Tevens is hij secretaris van de Willem de Zwijgerstichting.

Een project om een teksteditie van werken van Guido de Brès uit te geven loopt nog.

Dr. Moehn is inmiddels ook ruim 25 jaar predikant. Hij stond in Reeuwijk (1990), Aalburg (1995) en Oldebroek (2004). Sinds 2010 is hij predikant in Hilversum. Hier hoopt hij de komende vijf jaar, maar dan voor 60 procent, te blijven.


U bent nu bijzonder hoogleraar en vertegenwoordigt als zodanig de hervormd- gereformeerde beweging. Wat is het eigene van zo'n positie? De predikant glimlacht om deze vraag. ‘Het gereformeerd belijden zit bij mij in hart en nieren maar als het bijvoorbeeld over de liturgie gaat, zijn sjibbolets niet aan mij besteed. Daar moet je me niet aan ophangen. Hier in Hilversum zingen we naast de Psalmen, gezangen uit de bundel van 1938 en uit Op Toonhoogte.

Aan de universiteit ben je toch de man aan de rechterkant. Ik ben loyaal aan de Gereformeerde Bond; men weet waar ik sta. Ik hoop mijn werk consciëntieus en op een integere manier te doen. Ik merk ook dat dr. Van den Brink veel goodwill heeft gekweekt. Daar lift ik op mee.’

IDENTIFICATIEFIGUUR

Welke rol wilt u ten opzichte van studenten vervullen?

‘Als hoogleraar van de Gereformeerde Bond zoek je voor hen een identificatiefiguur te zijn. Je wilt met deze mensen meedenken, mee-theologiseren en hen voorbereiden op een plek in een gemeente. Het enthousiasmeren en stimuleren van studenten voor het vak kerkgeschiedenis is ook een aspect dat vorm moet gaan krijgen. Tegelijk is het nog zoeken naar contacten met hen. Als er behoefte is aan een leesgroep, zodat je naast het vaste onderwijsprogramma bronnen kunt bestuderen, dan zou dat geweldig zijn.’

Gaat u ook aan predikanten in het kader van de permanente educatie iets aanbieden? ‘Ja, dat hoort bij mijn taak aan de PThU. Ik wil beginnen rondom mijn specialisme: de prediking van Calvijn. Vorig jaar heb ik een workshop verzorgd op een studiedag van Tilburg University en daar een preek van Calvijn gelezen en bekeken hoe hij dat deed. Als predikanten staan we allemaal voor deze taak en ervaren we de worsteling om het Evangelie te vertolken. Er kwam 150 man op deze dag af. In die hoek leeft dus iets. Op dat spoor moet ik maar 's beginnen.’

PLAATSELIJKE KERKGESCHIEDENIS

Prof. Van den Belt luidde onlangs in ‘De Waarheidsvriend’ de noodklok over de afnemende belangstelling voor kerkgeschiedenis. Hoe ziet u het vak?

‘Aan alle kanten klinkt nu de klaagzang vanwege de afnemende belangstelling. Kerkhistorici hebben het tij tegen. Dat geldt zeker in deze tijd, iedereen wil vooruitkijken. Je voelt dat je een tegenstem bent als je voorstelt om naar het verleden te kijken. Zijn dingen goed of fout gegaan? Waarom zijn ze fout gegaan? Dat is belangrijk om te weten. Als je je geschiedenis vergeet, moet je fouten nog een keer maken.’

Aan de andere kant stelt de hoogleraar vast dat ‘gewone’ mensen enthousiast met plaatselijke kerkgeschiedenis bezig zijn en bronnen onderzoeken. ‘Op dat punt zul je als universiteit ergens een link moeten zien te leggen.’

GEVORMD

Als student zat u bij dr. C. Graafland in de collegezaal. Is hij een voorbeeldfiguur voor u?

‘We zijn als studenten inderdaad enthousiast gemaakt door Graafland. Zijn charisma had iets heel moois. Maar ik zou hier ook drs. K. Exalto met ere willen noemen. Dat is voor mij een toonaangevende predikant. Hij had één keer per maand een privatissimum op vrijdagmiddag. Vier of vijf jaar lang ging ik als student met een groep anderen naar zijn privécolleges in Benthuizen. We lazen Bavincks dogmatiek en de hele Institutie van Calvijn. Daar ben ik gevormd. Hij heeft ons de liefde voor het gereformeerde belijden meegegeven en ons de rijkdom ervan laten zien.’

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

NIEUWE GB-HOOGLERAAR

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's