Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONBESCHRIJFELIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONBESCHRIJFELIJK

Zowel Gossaert als Hertmans dichtte over vluchten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het thema vreemdelingschap en ontheemdzijn heeft veel dichters geïnspireerd tot het schrijven van poëzie.

Vreemdelingen, vluchtelingen, asielzoekers, ballingen: de Bijbel is er vol van. We denken als vanzelf aan Jakob en zijn gezin in Egypte, aan Ruth en Naomi of aan Mozes in de woestijn die uitsprak: ‘Ik ben een vreemdeling geworden in een vreemd land.’ Aan het begin van het Nieuwe Testament lezen we over de vlucht van Maria en Jozef met het Kind Jezus naar Egypte. Steeds is er sprake van vluchten naar of wonen in een vreemd land dat het vertrouwde eigen vaderland moet vervangen.

Dr. J. de Gier uit Ede is neerlandicus.

VLUCHT NAAR EGYPTE

De vlucht van Maria en Jozef naar Egypte is reeds vroeg in onze letterkunde vertolkt. Zo ook in het gedicht met de beginregel: Jezus Kerst van Nazarene. Vele versies, steeds meer uitgedijd, zijn ervan bewaard.

De beginstrofen luiden:

Jezus Kerst van Nazarene, Hij is geboren van eender Maged rene, daarom is God gebenedijd.

Alle die engelen van hemelrijk ende al die herderkens van aardrijk, zij zongen, zij hadden groot jolijt.

Herodes hevet gezworen: hij zal alle kinderen doden in toren die onder die twee jaren zijn …

rene:rein; gebenedijd: gezegend; jolijt: vreugde; hevet: heeft; toren: torn

Maria neemt vervolgens het initiatief om te vluchten naar Egypte als ze van Herodes’ plannen hoort:

Zij sprak tot Joseph zonder sparen: ‘Maak u bereed, laat ons gaan varen, wij zouden weg zijn, 't is meer dan tijd.’

zonder sparen: zonder ophouden; bereed: gereed; varen: op reis gaan

De rest van het lange gedicht vertelt dat het gezin veilig in Egypte aankomt.

HEIMWEE

Een ‘balling’ – oorspronkelijk ‘banling’, samenhangend met ‘ban’ en ‘verbannen’ – was aanvankelijk iemand die gedwongen elders verblijft, later ook iemand die dat vrijwillig doet. Door die betekenisverschuiving worden ‘balling’ en ‘vreemdeling’ en zelfs ‘vluchteling’ min of meer identieke begrippen.

In gedichten die daarover gaan, is heimwee een veel voorkomend thema: heimwee naar het eigen land dat verlaten moest worden. In feite een actuele thematiek: heimwee treffen we ook aan bij een deel van de huidige asielzoekers. Dat heimweegevoel treffen we bijvoorbeeld aan in het gedicht ‘Longe exul’ (=balling voor lange tijd) in de bundel Experimenten van Geerten Gossaert.

LONGE EXUL

-O vreemdling met uw bruin gelaat, vanwaar?

-Van 't westen, van 't gebergte!

-Die weg is zwaar! Wees welkom … ach, wat is uw ros bestuifd, bezweet!

-Maar o mijn land … Eer dat ik ú vergeet’!

-O vreemdling met uw zacht gelaat, waarheen?

-De bergen over, naar de zee!

-Gij zijt alléén, de nacht begint, er dreigt gevaar, dat gij niet weet!

-Maar o mijn land … Eer dat ik ú vergeet’!

-O vreemdling met uw droef gelaat, waartoe?

-Een sterk verlangen … vraag mij niet!

-Gij zijt zo moe! Blíjf dezen nacht, reeds is u peul en maal gereed …

-Maar o mijn land, mijn land, mijn land … Eer dat ik ú vergeet’!

peul: peluw (hier: bed)

‘Longe exul’ is een van de eenvoudigste gedichten van Gossaert, eenvoudig door de vele herhalingen en de identieke strofebouw. We kunnen het een dialooggedicht noemen: de vreemdeling, een eenzame ruiter te paard, beantwoordt vragen van een onbekende: vanwaar, waarheen en waartoe? Wat vooral opvalt, is dat hij vol heimwee is naar zijn eigen land. Zijn vaderland kan hij niet vergeten: ‘vergeet’ is het woord dat elke strofe afsluit. De slotregel van elke strofe – ‘Eer dat ik ú vergeet’!’– lijkt een zinspeling op Psalm 137:5: ‘Als ik u vergeet, Jeruzalem!’

WANHOPIG

Anno 2016 staan op ons netvlies de beelden van wanhopige vluchtelingen uit het Midden-Oosten of Noord- Afrika, uitgeput, samengeklonterd in gammele bootjes. Een hedendaagse dichter, Stefan Hertmans, heeft die trieste situatie verwoord in ‘De overtocht’.

DE OVERTOCHT

Het zijn die ogen in de schaduw
die dood gelezen zijn
Waarheid is een woord met wapens.
Het gaat om angst in de woestijn,
gevleugeld beest uit lang vervlogen eeuwen,
wreedheden flitsend op een zinkend scherm.

Je moet niet met je vinger wijzen,
het was haar moeder die het zei.
Ze stak hem in haar keel,
de boot schokte zich door een storm
die de wereld overspoelde.

Haar vonnis onverstaanbaar,
iets dat zich niet liet schrijven,
een vinger in een bloedend oog,
en naamloos door de jaren drijven.

Het is een schrijnend gedicht. Onze eigentijdse situatie uitgebeeld in schokkende beelden: dood, angst, wreedheden, een boot in een storm die de wereld overspoelt. Een wereld waarin wapens het voor het zeggen hebben.

WEL OF NIET

In zo'n werkelijkheid leven vele huidige vluchtelingen. Oplossingen liggen niet voor het oprapen, zeker niet door de massaliteit van de vluchtelingen. Maar wie kan dit alles onbewogen aanzien?

Indrukwekkend zijn de woorden van Jezus in Mattheüs 25: ‘Ik was een vreemdeling …’ Hij tekent een schrille tegenstelling en geeft helder aan hoe de vreemdeling behandeld moet worden: eten en drinken, onderdak, kleden. Bed, bad en brood.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ONBESCHRIJFELIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 februari 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's