Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

JERUZALEM ALS CENTRUM

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JERUZALEM ALS CENTRUM

Pinksterfeest inspireert ons met elan te bidden voor Israëls vrede

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie hoort het niet van de kansel verkondigen: op Pinksteren vieren we de geboorte van de kerk? Maar is het waar dat de kerk ontstaan is op het feest van de uitstorting van de Heilige Geest?

Op de vijftigste dag na Pasen verzamelen zich opnieuw grote groepen mensen bij het tempelcomplex. Het zijn Joden en proselieten die naar het gebod van God in Jeruzalem zijn samengekomen om het Pinksterfeest op de daarvoor aangewezen plek te vieren.

Anneke van Maanen-Witteveen is eindredacteur van De Waarheidsvriend.

GEMEENTE

De eerste keer dat in de Bijbel het woord ‘gemeente’ wordt genoemd, gaat het over het volk Israël. In het Hebreeuws, de taal van het Oude Testament, worden zowel de woorden qahal als edah gebruikt om het volk Israël aan te duiden. In de Septuaginta, de Griekse vertaling van het Oude Testament, wordt het woord qahal soms vertaald door het woord sunagoge maar vaker met ekklesia. In het Oude Testament is er dus al sprake van de ekklesia. Israël is de gemeente en de gemeente is Israël. Het is veelzeggend dat het Nieuwe Testament (in de Griekse taal geschreven) voor de gemeente van Christus ook het woord ekklesia gebruikt. Er hád gekozen kunnen worden voor een ander woord om daarmee een breuk te markeren. Blijkbaar is er sprake van continuïteit.

VERVULLING

In Handelingen 2 is een deel van de gemeente bij elkaar gekomen in Jeruzalem om het Pinksterfeest te vieren. Het zijn Joden en mensen die zich aangesloten hebben bij het Jodendom, proselieten. De discipelen zijn bijeen in het huis. Met ‘het huis’ wordt vaak de tempel bedoeld. In de vroege morgen daalt de hemel in wind en vuur af naar de aarde en vult het hele huis (Hand.2:2).

De uitstorting van de Heilige Geest is de vervulling van een feest dat al eeuwen in Israël wordt gevierd. Vervullen betekent immers volmaken van iets dat al bestaat. Pinksteren wordt ook wel het Wekenfeest genoemd. De dag na zeven weken van zeven dagen is de vijftigste dag. Na Pasen moet er geteld worden (Lev.23:15,16). Zonder Pasen is er geen Pinksteren, zonder dood en opstanding vindt er geen uitstorting van de Geest plaats. ‘Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht.’ (Joh.12:24) Op het Pinksterfeest worden de eerste vruchten van de graanoogst naar de tempel gebracht. ‘Het zijn de eerstelingen voor de Heere.’ (Lev. 23:17)

DE WET

Behalve een oogstfeest is Pinksteren het feest van de gave van de wet (Tora). Israël arriveert in de derde maand na Pasen bij de berg Sinaï. Het doel van de uittocht was om Israël te brengen bij de berg van God om daar met Hem een verbond te sluiten. De aanwezigheid van God gaat gepaard met donderslagen (kan ook vertaald worden met tongen of stemmen) en met vuur (Ex.19:16-18). De uitstorting van de Heilige Geest wordt zichtbaar in tekenen die lijken op het neerdalen van de Heere op de Sinaï. Handelingen 2 beschrijft de gebeurtenis in vergelijkbare bewoordingen als de Joodse schriftuitleg (midrasj) aantekent bij Exodus 19. In de nacht voorafgaand aan het Pinksterfeest komen Joden bijeen voor studie van de wet, het is een leernacht. Zijn de discipelen daarom eensgezind bijeen?

EINDTIJD

De discipelen worden vervuld met de Heilige Geest en ze beginnen te spreken in andere talen. Petrus doorziet wat er gebeurt. In het laatste der dagen zal God Zijn Geest uitstorten op alle vlees (Hand.2:17). Joël heeft hier al over geprofeteerd. Met de komst van de Messias in het vlees is de eindtijd aangebroken. Jezus de Nazarener is de Christus, de Gezalfde, de Man Die door God Zelf is aangewezen. Hij is naar het vastgestelde raadsbesluit en voorkennis van de Heere, door onrechtvaardige mensen aan het kruis gespijkerd en gedood.

Volgens de Joodse traditie is koning David gestorven op het Pinksterfeest. Petrus legt uit dat de grote Zoon van David niet vastgehouden kon worden door de dood. Jezus is opgestaan en Hij is de Koning van Israël. Een koning echter die door Zijn eigen volk gekruisigd is.

GEVOLG

De mensen op het tempelplein zijn aangeslagen. ‘Wat moeten we doen?’ vragen ze aan de apostelen. In de bekering en de doop tot vergeving van zonden opent zich een nieuwe toekomst. Ze mogen aanspraak maken op de belofte van God (Hand.2:39).

Drieduizend (Joodse) mannen worden gedoopt. Nadat Israël de eerste keer de Tien Woorden van de HEERE ontving, bouwden ze een gouden kalf. Het gevolg was dat er drieduizend mannen omkwamen. Op de vervulling van het Pinksterfeest komen drieduizend mannen tot geloof. Het volharden in de leer, het delen in de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden verbindt hen.

VANUIT JERUZALEM

Op het Pinksterfeest wordt geen kerk geboren, want die bestond al. Binnen de gemeente van God ontstaat een beweging die Jezus belijdt als de Messias, de Koning van Israël. En deze groep wordt zo groot dat er diakenen moeten worden aangesteld. Met de groei komt echter ook de vervolging.

De gelovigen die Jeruzalem als centrum hebben, worden verstrooid. Het Evangelie komt in Samaria en in Damascus. Het blijft nog een intern Joodse beweging. Pas in Handelingen 10 komt de eerste godvrezende niet-Jood in het blikveld. Petrus heeft een visioen nodig om naar Cornelius, de Romeinse niet-Jood af te reizen. Een heiden op wie de Geest wordt uitgestort. De gelovigen uit de besnijdenis ontzetten zich (Hand.10:45).

DE WERELD IN

Het Evangelie bereikt Antiochië en ook in deze wereldstad wordt het goede nieuws in eerste instantie gedeeld met de daar wonende Joden. Wanneer er enkelen onder hen de Heere Jezus verkondigen onder de ‘Grieken’, blijken er deuren open te gaan. Dit komt de gemeente in Jeruzalem ter ore en Barnabas wordt erop uitgestuurd om poolshoogte te nemen. Aan de gemeente worden niet-Joden toegevoegd. De muur die scheiding maakte, is doorgebroken. Gelovigen uit de volken voegen zich bij de gemeente (de ekklesia), bij Israël en worden mede-erfgenamen en mededeelgenoten. Niet in plaats van, maar samen met Israël, zo staat het er (Ef.3:6). Dat wil overigens niet zeggen dat er voor Israël een sluiproute tot behoud wordt geboden. Er is maar één weg en dat is de Messias Jezus. De genadegaven en de roeping van God zijn echter onberouwelijk (Rom.11:29).

SCHEIDING

In de loop van de geschiedenis zijn de wegen tussen kerk en synagoge uiteengegaan. Het is een geschiedenis waarin de gemeente van Christus aan haar roeping om Israël tot jaloersheid te brengen, niet is toegekomen, integendeel. Wie zich een klein beetje verdiept heeft in de gang van de kerk de eeuwen door, kan niet anders dan met de gelovigen van het eerste uur beschaamd uitroepen: ‘Wat moeten wij doen?’ Laat het Pinksterfeest de kerk inspireren om met nieuw elan te bidden voor de vrede van Jeruzalem. En laten we inhoud geven aan wat de kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland belijdt in artikel 1 om samen met Israël uit te zien naar het koninkrijk van God.

GEZAMENLIJK

Op het Pinksterfeest vierden we niet het geboortefeest van de kerk. We vierden de uitstorting van de Geest die mensen in staat stelt om getuige te zijn van Jezus de Christus, Die ook ‘een Dienaar van de besnijdenis is geworden ter wille van de waarheid van God om de beloften aan de vaderen te bevestigen.’ (Rom.15:8)

Het Pinksterfeest is een oogstfeest en de velden zijn wit. De drieduizend die zich bekeren, zijn de eerstelingen van een grote menigte die niemand tellen kan (Openb.7:9). Gelovige Joden en niet-Joden vormen samen de gemeente van God. In de synagoge wordt met Pinksteren gelezen uit het boek Ruth. Laten wij met de niet-Joodse Ruth instemmen en belijden: uw God is mijn God en uw volk is mijn volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

JERUZALEM ALS CENTRUM

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 mei 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's