Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZORG VOOR DE SCHEPPING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZORG VOOR DE SCHEPPING

Mens in relatie [5, slot]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mens is geplaatst in Gods schepping met een bepaalde verantwoordelijkheid. Man en vrouw hebben de opdracht gekregen het beheer te voeren over de schepping. Zeker nu de mens onherstelbare schade aan zijn leefomgeving lijkt toe te brengen, komt de vraag op of hij zijn opdracht wel goed uitvoert. Is het beheren niet een (be)heersen geworden?

De belangrijkste uitgangspunten voor de omgang van de mens met de schepping zijn te vinden in de eerste hoofdstukken van Genesis. God schept de mens naar Zijn beeld en geeft hem de opdracht te heersen over de schepping en die aan zich te onderwerpen. Dit is wel het cultuurmandaat of de cultuuropdracht genoemd. Maar ook andere begrippen zijn in omloop, zoals rentmeesterschap, of het begrippenpaar ‘bouwen en bewaren’.

De waarde van deze begrippen komt in dit artikel aan de orde. Ten dele als vervanging hiervan wordt een benadering gepresenteerd waarbij de blijvende zorg van de drie-enige God voor Zijn schepping het oriëntatiepunt is. In die benadering is de manier waarop God Zelf met Zijn schepping omgaat ons tot navolging gegeven.

VERANTWOORDELIJK

Nu eerst terug naar de eerste hoofdstukken van de Bijbel. God schept de mens naar Zijn beeld. Er zijn veel meningen over wat dat precies betekent: dat de mens het beeld van God draagt. Een van de discussiepunten is of de taak die de mens krijgt als bewindvoerder over de schepping helemaal samenvalt met het beeldzijn- van-God. In ieder geval wordt in Genesis 1 duidelijk dat die twee heel dicht bij elkaar liggen.

Als beelddrager van God krijgt de mens namens God een taak op aarde. Hij mag de bewindvoerder of rentmeester zijn over dat wat God geschapen heeft. De bijbelschrijvers gebruiken daarvoor de term rentmeester niet. Toch geeft dat woord wel heel goed aan dat God uiteindelijk de eigenaar van alles is. De mens heeft slechts een afgeleide bevoegdheid en moet verantwoording afleggen van de manier waarop hij zijn opdracht vervult.

HEERSEN

Het christendom is er wel van beticht de vernietiging van natuur en milieu te hebben bevorderd door een beroep op de Bijbel. Het gaat dan over de teksten uit de Schrift die spreken over de taak van de mens om te heersen over de schepping en om die te onderwerpen (Gen.1 en Ps.8). Het moet gezegd worden, dat deze woorden, zeker als je kijkt hoe ze verder in de Bijbel gebruikt worden, gemakkelijk iets gewelddadigs oproepen. En er zijn zeker ook christenen geweest die in deze teksten een rechtvaardiging gezien hebben om het gebruik van de schepping zo op de voorgrond te plaatsen dat dit schadelijke gevolgen had voor diezelfde schepping.


Als beelddrager van God krijgt de mens namens Hem een taak op aarde


CENTRALE POSITIE

De ruimte is hier te beperkt om uitgebreid in te gaan op de vraag in hoeverre de beschuldiging aan het adres van christenen terecht is. En ook blijft de vraag liggen in hoeverre de begrippen ‘heersen’ en ‘onderwerpen’ zelf aanleiding geven tot ‘verkeerd gedrag’. En de vraag komt op of er in de Hof van Eden al iets was waartegen de mens zich met geweld moest keren. Voor nu ga ik er vanuit dat alles in de schepping goed was en dat de woorden hier duiden op de hoge, verantwoordelijke en centrale plaats die de mens krijgt. Die positie is aan de orde wanneer Adam de dieren namen geeft: hij heeft gezag over de dieren en hij treedt ordenend op. Zoals Psalm 8 zegt: alles is onder zijn voeten gelegd.

DIENEN

De woorden ‘bouwen en bewaren’ (Gen.2:15) zijn vaak gebruikt als een kapstok voor een christelijke visie op de verhouding tussen ontwikkelen, gebruiken enerzijds en conserveren en verzorgen anderzijds, ofwel: economie en ecologie. Het bouwen betekent dan dat we de aarde mogen gebruiken, in cultuur mogen brengen. Dat het dat betekent, is zonneklaar. Het betekent meer. Het grondwoord kan ook ‘dienen of eren’ betekenen. Daarmee is ons bouwen direct religieus geladen. Al ons werk is daarmee dienst aan God.

BEWAREN

Het bewaren, zo is de gedachte, betekent dat het bouwen niet al te zeer ten koste van natuur en milieu mag gaan. Het Hebreeuwse woord voor bewaren (sjamar) kan zeker de betekenis hebben van conserveren: iets in goede conditie houden. Maar het kan ook hoeden of bewaken betekenen, zoals de herder de kudde in het oog houdt. Nog een verdergaande betekenis van ‘bewaken’ is dat we ons inspannen om ons te houden aan iets dat is afgesproken. Dat lijkt de betekenis te zijn van het bewaren in Genesis 2:15. In dit vers gaat het om het bewaren of bewaken van de Hof. Het zeer goede leven daar kan alleen in stand blijven bij het gehoorzamen van Gods gebod. Het bewaren komt na de zondeval in samenhang met het bouwen niet meer terug (zie bijv. Gen.3:23).

GODS BLIJVENDE ZORG

Kort schets ik nu een benadering die de taak die de mens krijgt, vanuit een ander perspectief, meer inhoud geeft. Dat gezichtspunt is het gegeven van Gods blijvende zorg voor de schepping. God schiep als drie-enig God deze wereld. God de Vader is de Schepper. Maar de Zoon is er volledig bij betrokken. Door Hem schiep Hij deze wereld (Joh.1:1-2; Hebr.1:2). En de Heilige Geest was er ook bij: Die zweefde op de wateren (Gen.1:2).

De mens bewaarde (bewaakte) echter niet de Hof van Eden, zo zagen we. Zijn ongehoorzaamheid had grote gevolgen voor hemzelf en voor de schepping. De relatie met God werd verbroken. De dood deed zijn intrede. De vervulling van de levensopdracht die de mens had gekregen ging voortaan met pijn en moeite gepaard. De relatie met de medemens werd verstoord. Egoïsme, jaloezie en haat werden gemeengoed. Over de schepping kwam een vloek omwille van de mens. De schepping begon er zwaar onder te zuchten (Rom.8).

TEGENBEWEGING

Toch blijft God Zijn schepping trouw en onderhoudt haar nog steeds. Hij laat Zijn zon opgaan over bozen en goeden. De schepping laat nog steeds iets zien van de eeuwige kracht en goddelijkheid van de Schepper (Rom.1). Alles looft en prijst Hem. En iedere keer vernieuwt de Geest weer het gelaat van de aarde (Ps.104). Ondanks vloek en verwording. Het is door het verlossende werk van Jezus Christus dat in beginsel een proces van heling begint waarin de schepping deelt. De kern daarvan is de verzoening van de schuld van de mens. Waar mensen leven uit de genade van die verzoening gaan zij tekenen van een verlost leven vertonen, ondanks zichzelf. Zo begint en groeit het Koninkrijk van God. Als een tegenbeweging tegen alle gebrokenheid en zuchten in.

CONCRETE DADEN

Het kenmerk van het werk van Jezus is dat de zonde en de gevolgen daarvan worden verzoend, van hun kracht ontdaan en vernietigd. Hier beginnend en uitlopend op het eeuwig Koninkrijk wanneer alles aan Zijn voeten onderworpen zal zijn. Dan zal Hij eeuwig Heerser zijn over alles en allen. Het werk van Jezus, barmhartigheid, gerechtigheid en heling zoeken, is zo een voorbeeld voor hen die door Hem geroepen zijn. Actief in deze wereld zullen ze, waar mogelijk, ten strijde trekken tegen de gevolgen van de zondeval.


Het zeer goede leven kan alleen in stand blijven in het gehoorzamen van Gods gebod


Wedergeboorte is het begin van de persoonlijke strijd tussen vernietiging en vernieuwing. Een christen probeert de afbraak van natuur en milieu te temperen door concrete daden. Het begint met bewustwording, maar voor wie wat concrete suggesties wil: zo min mogelijk verpakkingsmateriaal of plastic tasjes gebruiken, afval scheiden, huis isoleren, zonnepanelen plaatsen, meer fietsen, de trein kiezen in plaats van het vliegtuig, zo min mogelijk wegwerpspullen kopen (minder modegevoelig zijn), beperkt (biologisch) vlees eten en dan nog zo min mogelijk varken of rund, etc.

RENTMEESTER

Samenvattend: een christen weet van de schepping die goed was en van de desastreuze gevolgen die de zondeval heeft gehad. Hij zal met zijn eigen gedrag die gevolgen niet nog erger maken, maar eerder, in navolging van Christus, die gevolgen proberen te dempen. Hij is zich pijnlijk bewust van de oorsprong van het zuchten van de schepping. Hij blijft rentmeester en als zodanig probeert hij Gods aanhoudende zorg voor de schepping, zoals die in het bijzonder in het verlossingswerk van Jezus Christus is gebleken, zelf ook tot uitdrukking te brengen. Zijn bouwen is daarmee niet afbrekend maar opbouwend van aard.

Dr. H.F. Massink studeerde theologie en filosofie, promoveerde op het onderwerp duurzaamheid en werkt op het ministerie van buitenlandse zaken.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

ZORG VOOR DE SCHEPPING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 2016

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's