Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET WENKENDE VADERLAND

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET WENKENDE VADERLAND

Vreemdelingschap en hoop [2, slot]

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus Christus maakt ons vreemdelingen, want Hij is gekomen om de wereld te redden van het verderf. Hij, de tweede Adam, stierf aan het kruis om de schepping te verlossen. Als de Eersteling van die herschapen werkelijkheid is Hij opgestaan op de derde dag.

Het is niet de ellende van deze wereld die ons tot vreemdelingen maakt, maar het zijn de beloften van God die ons doen uitzien naar Zijn toekomst. Er gaat een ongelooflijk nieuwe wereld voor ons open in de opgestane Heere. Hij is ons Hoofd, onze Voorloper, zegt de Hebreeënbrief.
Dat vooruitzicht, waar de zonde verleden tijd is, wenkt. Het vormt een nu nog onzichtbare realiteit, waar God geëerd wordt en waarin alle dingen recht voor God zullen staan.
Wie dat eenmaal heeft gezien, al is het maar een fractie ervan, die heeft nooit meer genoeg aan deze wereld. Wie daarvan heeft geproefd, al is het maar een voorproefje, die is dorstig geworden naar God: mijn ziel bezwijkt van verlangen, wanneer zal ik binnengaan?


De gemeente is een oefenplaats voor het leven als pelgrims


HOOP

Vreemdelingschap hangt samen met hoop. Hoop brengt vreemdelingschap voort. Het is de belofte van God, die ons ter ore is gekomen en die in ons hart is blijven haken – door te luisteren naar die stem zijn wij vreemdelingen geworden.
De opstanding van Christus is de garantie en het allereerste begin van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Wie Christus kent en door het geloof aan Hem verbonden is, leeft hoopvol. Er is hoop voor de totale schepping. Heel de schepping zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf. De schepping zucht, schrijft Paulus in de Romeinenbrief. En zij doet dat niet alleen, ook wij zuchten samen met de Heilige Geest. Het is echter een hoopvol zuchten. Het is het zuchten van een barende vrouw. Het nieuwe leven komt eraan.
Deze hoop gloeit door de hele Bijbel heen. Wij verwachten immers naar Zijn belofte een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Er wordt voor ons een erfenis bewaard – onvergankelijk, onbevlekt, onverwelkbaar. (1 Petr.1:4-5) Er zal aan ons een heerlijkheid geopenbaard worden – zelfs de schepping wacht erop dat de kinderen van God geopenbaard zullen worden. (Rom.8:18v.) Dat alles is te danken aan Christus, ‘onze Hoop’. (Kol.1:27)

GEREED VOOR VERTREK

Als ik goed peil, leeft deze verwachting op de toekomst van de Heere in onze geloofsbeleving veel te weinig. Met als gevolg dat ook de vreemdelingschap in het gedrang komt.
Als Christus ons niet werkelijk regeert, ons leven niet stempelt, zijn we weerloos voor de invloeden van andere heren. Dan raken we aangepast aan het schema (dat Griekse woord staat in 1 Kor.7:31) van deze wereld en raak je thuis in de wereld.
Augustinus schreef: ‘Laat ons nu al een begin maken met de verhuizing naar waar wij allen terecht willen komen.’
Wanneer we een vreemdeling zijn geworden door de liefde van Christus, voelen we ons niet meer thuis in het klimaat op aarde. Vreemdelingschap wordt concreet in afstand houden van de goden van de huidige tijd. Je doet niet mee in de verafgoding van de economie. Je raakt innerlijk vervreemd van de prestatiecultuur. Je ontmaskert de tijdgeest, die wil dat wij ons leven als ons eigen project in handen nemen: zelfbeschikking, zelfontplooiing. De sportverdwazing bekijken wij met ogen van buitenstaanders. We hoeven niet zo nodig alles uit het leven te halen wat er in zit, omdat we weten dat dit hele leven een voorbereiding is op het eeuwige leven.

Kortom, in concreto werkt een leven in de vreze des HEEREN zich uit in een sobere levensstijl. Wij staan in het leven zoals de Israëlieten in de nacht van het Pascha: de lendenen omgord, elk moment gereed om te vertrekken. Er wenkt een ander vaderland. De verwachting van de toekomst van Christus mag ons niet zweverig maken. Het is geen vlucht uit de werkelijkheid. Wandelen in geloof voltrekt zich juist midden in de barre werkelijkheid. Wij gaan niet in de wereld op, maar we leven er wel middenin.

OEFENPLAATS

Leven onder het ene Hoofd – Christus – brengt daarmee een zekere ascese met zich mee. We houden afstand van de wereld, zijn beducht voor de zonde en vinden vreugde in God. De focus van ons hele leven is gericht op Christus. Het is bepaald niet eenvoudig om zo in deze tijd te leven. De hoop op God maakt ons vreemdelingen op deze aarde. In het Nieuwe Testament staan de oproepen tot heiliging in het perspectief van de toekomst. Heilig leven is toekomstgericht leven: met het oog op de komende Christus. (2 Kor.7:1) Onze ethiek, onze handel en wandel, komt in dat licht te staan. Dat blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig te zijn. We hebben daar elkaar voor nodig. De gemeente is een oefenplaats voor het leven als pelgrims. Alle oproepen in het Nieuwe Testament staan niet voor niets in het meervoud.

SPANNING

In het hele Nieuwe Testament is de spanning aanwezig tussen het ‘reeds’ en ‘nog niet’.
De dood is overwonnen, want Christus is opgewekt. Tegelijk is het waar dat wij nog niet in die opstanding delen, wij sterven. Enerzijds is de schuld verzoend, Jezus riep: ‘Het is volbracht’, anderzijds is het waar dat wij elke dag nog zondigen. Aan de ene kant is er het leven door het geloof, aan de andere kant ligt ditzelfde geloof voortdurend onder vuur. Alles wat beleden wordt, wordt vervolgens bestreden. Deze spanning blijft tot aan de wederkomst bestaan. Geloven betekent: het uithouden in deze spanning. Het is de weg gaan met God, midden in deze wereld met hoop op die andere wereld. Nu leven we nog midden in de gebrokenheid. Aan christenen is niets triomfantelijks. Wij hinken als Jakob, omdat God ons pijnlijk heeft aangeraakt. Wij leven midden in de dood, in lijden, in ziekzijn. Paulus voegt daaraan toe: vervolging, honger, naaktheid. We zingen in deze wereld onze klaagpsalmen.

En toch leven we in hoop. Het volgen van Jezus geeft namelijk hoop en de hoop beschaamt niet. Want de Geest, als onderpand van die toekomst, is ons al gegeven. In verdrukking en lijden wordt die hoop een bron van vreugde.

Ds. J.A.W. Verhoeven is predikant van de hervormde gemeente van Leerdam.


GESPREKSVRAGEN

• Waarom is een christen een vreemdeling op deze aarde?
• Verlangt u persoonlijk naar de volkomenheid van Gods Rijk?
• Op welke manier blijkt de vreemdelingschap als het gaat over ons werk, onze tijdsbesteding, ons uitgavenpatroon, onze relaties, onze kijk op vluchtelingen?
• Hoe stelt u in uw ambtelijke werk (als ouderling én diaken) de vreemdelingschap aan de orde?
• Wat hebben doop en avondmaal te maken met vreemdelingschap?
• Kan in de notie van vreemdzijn verborgen hoogmoed schuilen?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

HET WENKENDE VADERLAND

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2016

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's