Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BIDDEN MOET JE LEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BIDDEN MOET JE LEREN

Kind mag in de omgang met God geoefend worden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jonge moeder houdt haar pasgeboren kindje tegen zich aan. Zachtjes bidt ze voor haar babytje. Enkele jaren later zit ze op de rand van het bed. Samen met haar dochtertje zingt ze: Ik ga slapen, ik ben moe. Dan breekt de tijd aan voor een gebed met eigen woorden.

Samen zoeken ze naar woorden om te bidden. Tot het dochtertje een tiener is. Voorzichtig vraagt moeder: ‘Vergeet je niet te bidden?’ En stilletjes bidt ze opnieuw voor haar kind. Leren bidden duurt een leven lang.

‘Leer ons bidden, Heere,’ zo vroegen de discipelen aan Jezus. Bidden komt je blijkbaar niet aanwaaien. We hebben er hulp bij nodig; de leiding van de Heilige Geest bovenal. De Geest is immers de grote Leermeester. Maar Hij bedient Zich daarbij van mensen. Kinderen leren vooral bidden van hun ouders. Of, als die in gebreke blijven: van hun opa’s en oma’s of andere betrokkenen bij de opvoeding. Leren bidden is een belangrijk onderdeel van geloofwaardig opvoeden. Bidden is immers spreken met God. Wie niet geleerd heeft om naar Gods stem te luisteren en met Hem te spreken, komt niet verder dan een godsdienstige vorm. Leren bidden is dus essentieel.

VORMING

In de praktijk van de opvoeding is er doorgaans geen punt aan te wijzen waarop ouders tegen hun kind zeggen: ‘Voortaan gaan we bidden, aan tafel en ’s morgens en ’s avonds.’ Zo’n moment is er alleen als ouders de godsdienstige opvoeding hebben veronachtzaamd en op hun schreden terugkeren. Doorgaans groeien kinderen in de praktijk van het gebed. Dat is iets om zuinig op te zijn. Als jonge ouders moet je er trouwens wel alert op zijn. Goede gewoonten zijn vanuit opvoedkundig gezichtspunt belangrijk voor een stabiele persoonsvorming. Bidden is zo’n goede gewoonte. Kinderen weten niet beter: we bidden en danken voor het eten. En ’s avonds bid ik met mama of papa. Tot ze merken dat het bij vriendjes anders gaat. ‘Ze bidden niet eens voor het eten!’ Zo gewoon is het blijkbaar niet, om te leren bidden.


Leren bidden is geen kwestie van het aanleren van een techniek. Het is een oefening om je leven bij God te brengen


TAFELGEBED

In een christelijk gezin staat de goede gewoonte van het bidden niet ter discussie. De vraag is wel dat het niet bij een goede gewoonte blijft: welke plaats heeft het gebed in ons gezin? Zeker voor jonge kinderen ben je als ouder een identificatiefiguur. Dr. K.H. Miskotte wijst in dit verband op het tafelgebed. In pedagogisch opzicht hebben we onze kinderen voor te gaan in de betekenis van dit gebed, aldus Miskotte. Het is bedoeld als een besef van afhankelijkheid, maar het gevaar van sleur ligt op de loer. Bidden aan tafel is belijden dat alle goeds van God komt. Het is God erkennen als de Gever van alle zegeningen. Tegelijk gaat juist het tafelgebed dikwijls nogal gehaast. Het eten staat op tafel en we hebben niet veel tijd. Vaak gebruiken we standaardwoorden. Met een formuliergebed is op zich niets mis. Het is echter een veeg teken als we vlak na het bidden vragen: ‘Hebben we al gebeden?’ Kinderen moeten de urgentie van het bidden met de paplepel naar binnen krijgen. Ingroeien in een gewoonte is alleen mogelijk als kinderen merken dat er iets achter schuilt. Maar als bidden slechts een formaliteit lijkt, bereiken we het tegendeel.

OMGANG

Hoe je als ouders bidt, weerspiegelt je omgang met God. En dat is weer van belang voor het leren bidden van je kinderen. Hoe krijgt dat ingroei in de gewoonte van het bidden, of liever: hoe krijgt de weg van het gebed concreet gestalte in een christelijke opvoeding? Van jongs af aan zijn kinderen niet slechts figuranten, maar participeren ze in het gebed. Met een kind van een jaar vouw je zijn handjes. Een kind van twee leer je om zijn ogen dicht te doen. Je bidt een kindergebed bij het eten en bij het slapen gaan bijvoorbeeld ‘Ik ga slapen, ik ben moe’. Dat laatste gebed kun je steeds verder uitbreiden. Iedere keer een nieuw couplet, waardoor je kind steeds meer aspecten van het bidden leert. Niet alleen de vraag dat de Heere trouw de wacht houdt, maar ook het gebed om de vergeving van je zonden. En het gebed voor je ouders, voor gezondheid enzovoorts. Het mooie van zo’n gebed is dat in kindertaal woorden gegeven wordt aan datgene waar kinderen voor mogen bidden.

Het gevaar is natuurlijk weer de sleur; bidden is meer dan een ritueel voor het eten of het slapen gaan. Dit vraagt van opvoeders dat je je kinderen voortdurend duidelijk maakt wat bidden is. Het is spreken met God. Dat vraagt stilte en eerbied. Geen afraffelen van een religieuze verplichting dus. En het vraagt een gebedshouding. Bij voorkeur geknield, als teken van eerbied en afhankelijkheid. Om het besef te voeden dat bidden niet zomaar iets is; wie bidt, vraagt audiëntie aan bij de Heere God. Dat kan alleen omwille van het offer van onze Heere Jezus Christus. Om eerbiedig stil van te worden.

AAN DE HAND

Opnieuw blijkt dat leren bidden tijd vraagt. En stilte. Twee dingen die zo schaars zijn, ook in onze gezinnen. Even snel je kinderen op bed leggen. Wie bezondigt zich er nooit aan? Maar om te leren bidden zijn tijd en stilte essentieel. Dat geldt te meer als er een volgende stap moet worden gemaakt. Je merkt dat je kind het zingen van zijn avondgebed een beetje overgroeit. Vaak vraagt het er zelf om: ‘Mag ik ook zelf bidden?’ In pure, onbeholpen kinderzinnen komen er dan mooie dingen. Regelrecht uit het hart. Een dankgebed voor de mooie dag. Een vraaggebed voor zieken. Soms zelfs dingen uit de actualiteit van deze wereld, bezien vanuit het perspectief van een kind. Dat zijn kostbare momenten. Er zijn echter ook kinderen die een steuntje in de rug nodig hebben. Bidden vereist veiligheid, maar het betekent ook het overwinnen van je schaamte. Als opvoeder heb je de taak om je kind bij de hand te nemen. ‘Zullen we samen bidden? Ik zal eerst bidden, en daarna mag jij bidden. Of wil jij liever eerst bidden, dan doe ik het straks.’ Leren bidden is geen kwestie van het aanleren van een techniek. Het is een oefening om je leven bij God te brengen. Om voor Gods aangezicht te leven. Daar mag je als ouder je kind in voorgaan. En neem je kind bij de hand.

ACHTER JEZUS

Een gebed vraagt om voorbereiding. ‘Waar moeten we voor bidden?’ Die vraag kan aan tafel of op de rand van het bed al heel wat losmaken. Er kunnen allerlei gebeurtenissen van de dag naar voren komen. ‘Waar mogen we de Heere voor danken?’ ‘Wat moet je tegen de Heere vertellen, wat deed je vandaag verkeerd? Welke zonden moet je belijden?’ Nogmaals: bidden vraagt tijd en stilte. De voorbereiding ook. Al biddend leren we onze kinderen meteen dat het niet in de hoeveelheid woorden zit. En dat degene die bidt als het ware in zijn binnenkamer gaat (je slaapkamer bijvoorbeeld), een plek waar je alleen met God bent (zie Matt.6:5-7). Leer je kinderen ook het volmaakte gebed dat Jezus ons heeft geleerd, het Onze Vader. Bedoeld om te bidden als je zelf geen woorden hebt, maar zeker ook als een ijkpunt voor je eigen gebeden. Eerst driemaal U, voordat onze eigen dingen komen. En niet te vergeten: eindigend in de lofprijzing! Zo krijgt het gebed vorm en structuur, met het gebed dat onze Heere Jezus Christus Zijn discipelen leerde bidden. Wie zo leert bidden, die leert ook zijn gebed te besluiten ‘in Jezus’ Naam’. Als we bidden, pleiten we niet op onze verdiensten, maar op de verdiende genade van Christus.

LUISTEREN

Bidden is spreken met God, zo leren we onze kinderen. Maar léren bidden vraagt voor alles: luisteren! Bidden is antwoorden op Gods aanspraak. Echt bidden, dat doe je bij een open bijbel. De Geest leert je bidden. Al is het voor kinderen veelal in kindertaal. Dit is echter wezenlijk: bidden is geen slag in de lucht, al kun je God niet zien. En al krijg je ook niet meteen antwoord. Maar bij een open bijbel krijgt het gebed haar plaats: in de gestalte van het antwoord. Zoals de jonge Samuel leerde bidden, nadat de HEERE hem riep: ‘Spreek, Uw dienaar luistert.’ (1 Sam.3:10)

HOE VERDER?

Is jong geleerd nu ook oud gedaan? In veel gevallen is dat zo. We kunnen de betekenis van opvoeding eerder onderschatten dan overschatten. Er zijn echter genoeg ouders die een ander verhaal hebben. Over kinderen die zo ontroerend konden bidden, maar waar het in de puberteit helemaal weg lijkt.

Juist de puberteit is voor geloofwaardig opvoeden een spannende tijd. Je zit er immers niet zomaar meer naast. Het betekent zoeken naar nieuwe vormen. Al zijn er soms ineens die momenten van openheid en kwetsbaarheid. Toch is het anders dan bij jonge kinderen. Pubers moeten er doorheen. En ouders dus ook. Het zou niet goed zijn wanneer je tiener alleen aan jouw hand kan bidden. Gelukkig zijn er ook anderen: jeugdwerkleiders bijvoorbeeld. Maar als ouder vraag je je af: hoe gaat het nu verder? Je kijkt bij het bed van je kind, of je sporen van de omgang met God vindt. Is de Bijbel gebruikt, of ligt die er al meer dan een week onaangeroerd? Ligt die soms ergens onder het bed? Is het dan soms opnieuw tijd om zelf te leren bidden? Een gebed voor je kinderen: ‘Houdt U mijn kinderen vast, als ik ze los moet laten. Zelfs als satan ze als de tarwe zift. Laat ze nooit van U vervreemden, nooit, hun leven lang.’

En vertel het ze maar, zonder te preken. Ook nu is het belangrijk dat je kinderen merken dat bidden voor jezelf geen formaliteit is, maar omgang met de levende God. Benut de gelegenheden dat je als gezin samen bent. Op zondagavond bijvoorbeeld. Wat is het rijk om vanuit de zondag de werkweek voor Gods aangezicht te brengen. En om dan de blijdschap en de zorgen bij God te brengen.

TOEKOMST

Hiermee is natuurlijk niet gezegd dat pubers per definitie niet meer zelf bidden. Gelukkig wel. Ook als ze hun vragen kennen: ‘Is er een God die hoort?’ En: ‘Wat als ik al zo vaak om iets gebeden heb?’

Bidden vraagt om geloof en om volharding. Dat is meteen een antwoord op de vraag of het allemaal niet te hoog gegrepen is, dat geloofwaardig opvoeden. Je mag het in Gods kracht doen... Je mag er met je (tiener) kind om vragen. Ook dat hoort bij de leerschool van het gebed. Opdat ze groeien naar geestelijke volwassenheid. In de taal van het doopformulier: ‘opdat ze Uw vaderlijke barmhartigheid mogen belijden, en in alle gerechtigheid onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester, Jezus Christus leven!’

Dr. A.J. Kunz uit Katwijk is docent Godsdienst aan Driestar educatief te Gouda.


DIGITAAL MAGAZINE OPVOEDINGSBRON

Dit artikel is onderdeel van het digitale magazine Opvoedingsbron, met het thema ‘In gebed’. Dit magazine is gratis te downloaden van onderstaande websites. Ook is een gedrukt exemplaar voor € 1,00 per stuk te bestellen via de site van de Hervormde Vrouwenbond. In Opvoedingsbron staat:
• Het artikel ‘Bidden moet je leren’ (voor ouders en andere opvoeders);
• Een bijbelstudie naar aanleiding van Psalm 81 (voor verenigingen en kringen);
• Zeven bijbelgezinsmomenten voor aan tafel rondom Daniël (voor gezinnen);
• Ervaringsverhalen van andere ouders en jongeren (voor alle opvoeders);
• Tips en verwijzingen voor verdere verdieping en/of een thema-avond in de eigen gemeente.
www.hervormdezondagsscholen.nl - www.hgjb.nl - www.hervormdemannenbond.nl – www.hervormdevrouwenbond.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BIDDEN MOET JE LEREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's