Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE THORA ALS SLEUTEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE THORA ALS SLEUTEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

H.F. Kohlbrugge zei dat je aan de Thora, de vijf boeken van Mozes, genoeg had om de hele Bijbel te begrijpen. Waarop baseerde hij deze uitspraak?

De Bijbel bestaat uit het Oude én het Nieuwe Testament. Wat Kohlbrugge wil zeggen, is dat je het Nieuwe Testament niet kunt begrijpen zonder het Oude Testament. Hij heeft dat betoogd in een boekje uit 1846, getiteld Waartoe het Oude Testament. Het behoort tot onze kerkelijke klassieken. Een must voor elke theoloog.
Het boek legt de grondstructuren bloot voor een theologie van het Oude Testament. Het is ook hoogst actueel met het oog op de discussie die in de media gevoerd wordt over het agressief geweld in de Bijbel. Vaak voelen we ons ongemakkelijk bij dit onderwerp.
We proberen dan gauw over te schakelen naar de liefde van God in onze Heere Jezus Christus.
God is liefde. Daar gaat het toch om – zeggen we dan – en over dat andere hebben we het niet graag. Dat was toch een andere cultuur? Bovendien is het al heel lang geleden. We hebben nu het Nieuwe Testament. En daar gaat het over de Heere Jezus! Over Zijn kruisdood en opstanding. Over Zijn liefde en genade voor ons tot in de dood.

DE SCHRIFTEN ONDERZOEKEN

Uitgangspunt in het bovengenoemde boekje is de tekst: ‘En dezen (van Berea) waren edeler van gezindheid dan die in Thessalonica, want zij ontvingen het Woord met grote bereidwilligheid en onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren.’ (Hand.17:11) Met ‘de Schriften’ wordt hier het ‘Oude Testament’ bedoeld. Kohlbrugge gebruikt hier expres aanhalingstekens, want het bijbelse woord hiervoor is de Wet en de Profeten. Zo noemt hij het ‘Nieuwe Testament’ steeds de Evangelisten en de Apostelen.
De Bereërs hebben het Evangelie gehoord en nu zoeken ze elke dag naar het bewijs daarvoor in het Oude Testament. Wie ten diepste wil begrijpen Wie de Heere Jezus voor hem is en wat Hij voor hem wil betekenen, dan moet diegene – zegt Kohlbrugge – dat opzoeken in het Oude Testament. Dan gaat hij pas echt zien dat ‘deze dingen zo zijn’.

VIJFVOUDIGE UITLEG

Kohlbrugge toont dit op vijf manieren aan.
In de eerste plaats laat hij zien wat de Joden in Jezus’ tijd al weten van de komende Messias. Bijvoorbeeld dat de Messias in Bethlehem geboren moest worden. In de tweede plaats geeft hij de getuigenissen weer van Jezus’ tijdgenoten die geloofd en ingezien hebben dat Jezus de Messias is. Andreas van Bethsaïda vindt Simon en zegt tegen hem: ‘Wij hebben de Messias gevonden.’ (Joh.1:42) Zojuist had hij van Johannes de Doper gehoord: ‘Zie, het Lam van God!’ (Joh.1:36) Andreas en Johannes de Doper kunnen dat alleen zo gezegd hebben omdat zij dat wisten uit de Wet en de Profeten.
In de derde plaats wijst hij op de grote betekenis van de Wet en de Profeten voor de Heere Jezus Zelf tijdens Zijn rondwandeling op aarde. Hij is immers gekomen om de Wet en de Profeten te vervullen (Matth.5:17). Daarmee begint Hij Zijn uitleg van de Wet in de Bergrede. Kohlbrugge schrijft dan: ‘Daarin rept de Heere Jezus met geen enkel woord over Zichzelf. Alleen laat Hij het volk voelen waarvoor Hij gekomen is. Hoe moet Hij dan helemaal in de Schrift opgaan. Wat moet de Schrift in Hem leven. Wat moet Hij zonder de Schrift niets willen zijn maar alles mét de Schrift. Wat moet het helemaal en alleen de Schrift zijn waarin Hij Zich beweegt.’
Na de genezing van de verlamde in Bethsaïda zegt Jezus: ‘Als u Mozes geloofde, zou u Mij geloven, want Hij heeft over Mij geschreven. Maar als u zijn Schriften niet gelooft, hoe zult u Mijn woorden geloven?’ (Joh.5:46,47) In de vierde plaats laat Kohlbrugge zien waarvoor de evangelisten de boeken van Mozes en de Profeten hebben gehouden.
In de vijfde plaats doet hij hetzelfde met de apostelen en hun helpers, met name in het boek Handelingen. Op het Pinksterfeest zegt Petrus: ‘Dit is wat gesproken is door de profeet Joël’ (Hand.2:16); en dus niet: dit is nu eens wat nieuws, iets wat tot dusver onbekend was.
Kohlbrugge komt dan tot de uitspraak: ‘O christen, wat is dan uw Evangelie, wat uw Schrift of geest, wanneer u niet die Geest bezit, in Wie de apostelen door heel het zogenaamde ‘Oude Testament’ heen Jezus Christus door God verkondigd zagen! Op grond van het geschreven Woord, van de tegenwoordige Jodenbijbel, is toch de christelijke kerk opgebouwd, en juist daaruit de hoeksteen van het gebouw voortgebracht!’
Vervolgens neemt Kohlbrugge dan ook de brieven door. In de Brief aan de heidense Romeinen stelt Paulus zich voor als een apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften. De hele brief door wordt verwezen naar wat geschreven staat. De gerechtigheid van God werd daarin niet geopenbaard maar wordt daarin geopenbaard.

IN DOEKEN GEWIKKELD

Geen Nieuwe Testament zonder heel het Oude Testament. Dus ook met alles wat ons mensen daarin aanstoot geeft, dood en geweld, zonde en oordeel. Ook dat is in lijn met Kohlbruge. Dat werd al duidelijk uit zijn eveneens klassiek geworden Overdenking van het eerste hoofdstuk van het Evangelie van Mattheüs, dat twee jaar eerder verscheen dan Waartoe het Oude Testament.
Het Woord is vlees geworden (Joh.1:14). Christus is voor ons tot zonde gemaakt (2 Kor.5:21). Toen Hij ter wereld kwam, werd Hij in doeken gewikkeld, ingepakt in alles wat slecht is van ons, ingepakt in alle leed en ellende van de wereld, bovenal ingepakt in het rechtvaardig oordeel van God. Daarom is het Oude Testament wegzetten als een geweldsboek zoiets als stelen en dan hard roepen: Houd de dief. Wij worden met Kerst ontmaskerd. Zo’n Heiland geven wij geen plaats in onze samenleving. Dat maakt ootmoedig. Dat is herkenbaar in het refrein van veel oude kerstliederen: Kyrieleis, Heere, ontferm U. En die ontferming is er. Toch! In de mensen van het welbehagen. Ere zij God!

Ds. H.J. de Bie is hervormd emeritus predikant te Huizen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DE THORA ALS SLEUTEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 februari 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's