NAAKT AAN HET KRUIS
Jezus vernedert Zich zo diep dat het meest basale wegvalt
'Zij verdelen Mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om Mijn gewaad.' Aangrijpend is deze passage uit Psalm 22. Naakt hangt Jezus aan het kruis. Zelfs de lendendoek die menige kunstenaar op het doek of in woorden Hem overliet, lijkt historisch twijfelachtig. Hij was naakt, alleen maar naakt.
Wij kijken weg, uit schaamte en ook uit eerbied. Maar het Evangelie roept ons tot bij de naakte Christus. Wij moeten het zien. Wij moeten Hem zien, met alle consequenties die eraan verbonden zijn. Dit is tot onze schaamte én tot onze vertroosting, maar het raakt ook ons leven van alledag.
ONTHUTSEND
Daar hangt Hij: moedernaakt, zoals Hij uit de schoot van Maria voortkwam. Deze naaktheid onthutst. Nergens kan Jezus wegkruipen. Adam verstopte zich in de struiken van het al verloren paradijs, gevlucht voor God. Maar Jezus kan geen kant meer op. Hij hangt vastgespijkerd aan een ruwhouten kruis. Op die heuvel daarginds...
Het kan echter geen kwaad onze ogen werkelijk open te sperren en op die manier Hem aan te kijken zoals Hij hangt in onze diepe schaamte en schande.
Het Evangelie brengt ons tot Hem. Vooral: het brengt Hem tot ons uit. Grijpt het ons nog aan, een naakte Jezus? Het gaat niet om een soort ‘shock’. De naakte Jezus wordt ons gepredikt met het penseel van de evangelisten.
Naaktheid is sinds de zondeval nauw verbonden met schaamte. Adam en Eva komen verschrikt tot de ontdekking dat zij naakt zijn. Tot dan toe was de naaktheid natuurlijk, onbeladen, vanzelfsprekend. Maar dan, in het licht van Gods rechtvaardige heiligheid, teistert de vrees hen, zodat zij zich moeten verbergen.
Op Golgotha worden Jezus de kleren van Zijn lijf gerukt. Het omhulsel van de kleding gaat weg, het ene na het andere stuk. En ze gaan van hand tot hand. Ze worden verdeeld, iedereen krijgt wat. Tot het laatste deel toe en daarover – het was kostbaar – loten de soldaten. Dat is de ‘rok’, uit één stuk geweven. En dan is de Heiland, de Mens, naakt. Hij is zozeer Mens als wij dat Hij Zich schaamt, nota bene Hij, ‘bekleed met mogendheên’ (Ps.72).
WERKELIJKHEID
Toen Hij geboren werd, wikkelden Jozef en Maria Hem in doeken als een teken dat zij Hem als hun eigen kind erkenden. Nu verliest Hij Zijn laatste kleding. Hij is naakt. Het is om te huiveren. Hij wordt geëxposeerd, onbarmhartig tentoongesteld. Zijn laatste waardigheid, Zijn zelfrespect moet Hij verliezen.
Wie doen Hem dat aan? De Joden, de Romeinen, wij? Jazeker. God, Zijn God? Inderdaad. Maar intussen ontkleden wij onszelf. Wij die het pronkjuweel van de schepping waren, worden tentoongesteld in onze schande en schaamte. Zo diep buigt Jezus Zich, zozeer vernedert Hij Zich. Hij gaat zo ver dat het meest basale wegvalt.
Jezus hult zich in onze naaktheid waarin wij gevlucht zijn voor God, van Hem weg
Ik zag beelden uit Syrië van een man die schreeuwde en met een verwrongen gezicht aan zijn overhemd trok: dit is het enige wat ik nog heb. Dat enige heeft Jezus zelfs niet meer. Zo toont God ons de naakte werkelijkheid van de mens. Zo kunnen we dat zeggen. Maar als het op Golgotha aan Jezus komt, wordt heel de werkelijkheid tot op de bodem doorlicht.
VOORBEELD
Johannes, de evangelist, schildert een tafereel, dat zich afspeelt in een groepje van vier soldaten. Tijdens de doodsstrijd van hun slachtoffer gaan de soldaten alvast over tot het verdobbelen van zijn kledingstukken. Elk van de vier krijgt hierbij zijn deel. Zo wordt de stervende Koning der Joden (zie het artikel op pag. 4-5) geheel en al ontmanteld. Johannes is ooggetuige en kan het ons zo precies vertellen.
Wat valt er te verdelen? Zijn opperkleed, gordel, sandalen en hals- of hoofddoek konden over vier personen worden verdeeld. Dan rest nog het onderkleed, een lijfrok die op de blote huid gedragen werd. Die was naadloos, van bovenaf bij de halsopening uit één stuk geweven. En dat kostbare kledingstuk wordt niet in vieren gescheurd. Het wordt verloot als een geheel. Daarin beluistert Johannes de vervulling van het Schriftwoord van Psalm 22:19. Het is de klacht van een stervende die moet toekijken hoe Zijn laatste persoonlijke bezittingen Hem worden ontnomen. Niets dan het naakte lichaam houdt Hij over. Er wordt met Hem gehandeld als was Hij al gestorven.
Heeft dat een symbolische betekenis? Daar is veel over nagedacht. Slaat dat onderkleed op Zijn hogepriesterlijke bediening? Het zou kunnen. Maar beter en duidelijker in aansluiting bij het Evangelie is het om deze roof van Zijn kleed te zien in het verlengde van wat Jezus deed bij de voetwassing van Zijn leerlingen (Joh.13). Toen legde Jezus immers Zijn bovenkleding af om Zijn jongeren te dienen met het voorbeeld van de slaaf die de voeten van de deelnemers aan de maaltijd wast.
Dit voorbeeld van zelfvernedering heeft Hij ons nagelaten. En hoe ver gaat Jezus daarin? Zó ver dat Hij naakt aan de schandpaal komt te hangen.
DADERS
Niemand van ons kan het Jezus nadoen. Hij hangt in de strikte eenzaamheid van Zijn verzoenend lijden. Hij neemt de schuld van die bittere paradijszonde op Zich en Hij draagt die weg. Hij hult Zich in onze naaktheid waarin wij gevlucht zijn voor God, van Hem weg. Hij hangt er ten spot van allen die voorbijgaan, van hen die niet weten wat zij doen. Dat is een schuldige onwetendheid. Wij kunnen niet maar wat met Hem doen. Wij worden hier in Hem geoordeeld, wij, de ongehoorzamen, de opstandelingen, de vijanden van de levende God.
Golgotha is geen kijkspel. Golgotha is het altaar waarop Gods Lam wordt gebracht en dat ingaat in de schande van onze naaktheid. En dat ontdekken is voor ons zo noodzakelijk. Wij zijn geen slachtoffers maar daders, die als het ware worden betrapt en opgepakt. Wij komen onszelf in Jezus tegen in een gericht zo groot, zo diep dat elk woord ons op de lippen besterft. Daar haalt God ons doorheen.
Wie dat aanvaardt, wordt in dit gericht door Jezus gered en bevrijd van een oordeel dat wij nooit kunnen doorstaan en zelfs niet doorleven. Daarvoor gaat het ons veel te diep. Wie kan deze stroom van ongerechtigheden aan, wie kan haar overleven? Hij is uit het gericht weggenomen (Jes.53), nadat Hij naakt en eenzaam het doordragen heeft. Dat te ontdekken doet ons Christus aanbidden en in Hem geloven, tot Hem vluchten. Biddend, belijdend:
’k Wil mijn misdaan, die U tergen,
niet verbergen,
ik bedek voor U die niet. (...)
Haast U tot mijn hulp en red!
(Ps.38).
ONS LEVEN
Wat betekent dit voor de praktijk van het leven? We zouden ook kunnen vragen: wat brengt een naakte Heiland teweeg in ons bestaan? Wellicht verbaast de wending, in deze vraag verwoord, ons. Wat doet het ons dat Jezus zei dat Hij geen plek had om Zijn hoofd neer te leggen? Wat doet het ons dat Zijn kleding van Hem geroofd werd, dat Hij zo moedernaakt op Golgotha hing?
Ik denk aan Job, die sprak: ‘Naakt ben ik uit de buik van mijn moeder gekomen en naakt zal ik daarheen terugkeren.’ (Job 1:21) Dat zei de rechtvaardige Job. Hier hangt ook zijn Losser, de Rechtvaardige bij uitstek. Ja, want Hij heeft op God vertrouwd, in naaktheid, barre eenzaamheid, in een helse nacht.
Een wonderlijke weerklank hiervan is in een apostolische brief geboekstaafd. ‘Wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen. Als wij echter voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn. Zullen wij onze hoop niet gevestigd houden op de onzekerheid van de rijkdom, maar op de levende God, Die ons alle dingen in rijke mate verschaft om ervan te genieten.’ En wat daar verder volgt (1 Tim.6: 7-8; 17-19). Zo ontplooit zich het getrooste leven om uit te monden in het zalig sterven.
Ds. A. Beens uit Barneveld is emeritus predikant.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 april 2017
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's