Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN HEFTIG SCHRIJVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN HEFTIG SCHRIJVEN

De brief aan de Galaten [1, 1:1-2:14]

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder de brieven van Paulus neemt de Galatenbrief een eigen plaats in. Het is een heftig schrijven, omdat de kern van het Evangelie in het geding is. De eerste lezers dreigen het zicht op Gods genade kwijt te raken.

Het is niet voor niets dat juist deze brief veel voor Luther betekend heeft. Ooit noemde hij de Galatenbrief zijn Katharina van Bora (= de naam van zijn vrouw). Hieruit sprak liefde voor deze brief, waarin de reformator veel van zijn eigen worsteling herkende. Het is goed om juist in dit Lutherjaar aandacht aan de brief aan de Galaten te besteden.

AANHEF

Paulus begint met de aanhef die destijds gebruikelijk was voor een brief: eerst de naam van de schrijver, daarna die van de geadresseerden, gevolgd door een groet. Nadrukkelijk duidt Paulus zichzelf aan als een geroepen apostel. Zijn bediening heeft hij niet te danken aan mensen maar aan Jezus en aan God. Met het oog op het vervolg dienen de Galaten hier diep van doordrongen te zijn. Paulus schrijft op Gods gezag.

In tegenstelling tot andere brieven is de Galatenbrief niet aan één lokale gemeente gericht, maar aan meer gemeenten in de landstreek Galatië. Dit gebied moeten we zoeken in het huidige Turkije. Tijdens zijn zendingsreizen is Paulus hier geweest en was hij betrokken bij de stichting van de gemeenten.

Het gaat om christenen met een heidense achtergrond. Dit vinden we terug in Paulus’ woorden dat Christus Zichzelf voor onze zonden gegeven heeft om ons te ‘ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld’ (1:4). Daar zit Gods heilswil achter, waarvoor Hem de eer, de heerlijkheid toekomt.

GESCHROKKEN

In andere brieven volgt op de aanhef een dankzegging voor Gods werk onder de lezers. Maar deze ontbreekt in de brief aan de Galaten. Paulus blijkt ‘een geschrokken apostel’ (dr. J. van Bruggen) te zijn en valt meteen met de deur in huis. Tot zijn niet geringe verbazing laten de Galaten zich meeslepen door een ander(soortig) evangelie. Ondertussen wenden ze zich van de Heere af – ernstiger kan het niet. Tussen de regels door merken we dat er mensen de gemeenten zijn binnengekomen die het Evangelie van Christus willen verdraaien (1:7). Dit veroorzaakt veel verwarring. Wat er precies speelt, volgt verderop in de brief.

Paulus is vooral verbaasd over het feit dat men zich zo snel, zo gemakkelijk laat beïnvloeden. Terwijl er geen ander Evangelie is dan de boodschap die de apostel heeft gebracht. Meteen aan het begin van de brief zet hij de zaak op scherp door twee keer te spreken van ‘vervloekt’. Dit geldt van ieder die een ander evangelie verkondigt, al zou het, bij wijze van spreken, een engel uit de hemel zijn. De brief opent met stevig taalgebruik, maar de situatie van de Galaten vraagt erom.

AUTOBIOGRAFIE

Over het algemeen is Paulus terughoudend met het schrijven over zichzelf. Het gaat niet om hem, maar om Christus. Toch treffen we in de Galatenbrief vanaf 1:10 een vrij uitvoerig zelfportret aan. Paulus doet dit niet om de aandacht op zichzelf te vestigen. Dit stukje autobiografie dient de zaak van God. We krijgen de indruk dat er in Galatië vraagtekens bij Paulus’ apostelschap worden gezet. Vandaar dat ze het door hem gebrachte Evangelie loslaten.

Indringend wijst Paulus erop dat hij aan Gods kant staat en ook met Díens boodschap komt. Hij is er niet op uit om mensen te behagen met een evangelie ‘naar de mens’, wat altijd weer een verzoeking is. Laat het voor de Galaten vooral duidelijk zijn dat Paulus zijn bediening heeft ontvangen ‘door openbaring van Jezus Christus’ (1:12).

Ondertussen spaart de apostel zichzelf niet als het om zijn vroegere levenswandel gaat. Het zal de Galaten zeker ter ore gekomen zijn hoe fanatiek hij Gods gemeente vervolgde en zelfs verwoestte. En binnen het jodendom was hij extreem ijverig in het naleven van wat overgeleverd was. Dat gold niet alleen de Thora maar ook de veeleisende regelgeving van de Farizeeën. Totdat er van Hogerhand werd ingegrepen….

PAULUS’ BEDIENING

Ontroerend is hoe Paulus deze wending in zijn leven beschrijft. God had hem al op het oog vanaf de moederschoot, en op Zijn tijd behaagde het Hem om Zijn Zoon in Paulus te openbaren (1:15-16). Christus kwam Zijn leven binnen. Groter keerpunt bestaat niet.

Kort en sober getuigt Paulus van Gods genade die hem ten deel viel. Hij maakt er geen egoverhaal van. Het initiatief lag volstrekt bij God. Is dat niet hét kenmerk van genade? Sindsdien wist Paulus zich geroepen om het Evangelie van de Heere Jezus onder de heidenen te verkondigen. Het is dus geen vraag of de apostel wel goddelijk gezag heeft.

Galaten 1 besluit met enkele summiere mededelingen over Paulus’ verblijfplaatsen in de eerste tijd na zijn bekering. Zo’n drie jaar was hij in Arabië en in Damascus, daarna twee weken in Jeruzalem, waar hij Petrus en Jakobus heeft ontmoet, en vervolgens ook nog in de streken van Syrië en Cilicië. Over deze beginperiode van Paulus’ apostolaat is ons nauwelijks iets bekend. Ondertussen had hij de gemeenten in Judea nog niet persoonlijk ontmoet. Zij hadden het alleen van horen zeggen dat Paulus nu het geloof verkondigt dat hij voorheen verwoestte. Maar zij prezen God om wat zij over de ex-vervolger hoorden.

BERAAD IN JERUZALEM

In hoofdstuk 2 schrijft Paulus over een belangrijke ontmoeting in Jeruzalem die veertien jaar later heeft plaatsgevonden. Hij was op Gods bevel (2:2) dat hij, samen met Barnabas en Titus, naar de moedergemeente ging om tegenover de voorgangers in Jeruzalem verantwoording af te leggen van zijn apostelschap. Paulus heeft zich kwetsbaar opgesteld door zijn evangelieverkondiging onder de heidenen te laten toetsen, in het belang van de eenheid van het geloof. Uitleggers verschillen van mening of we bij dit beraad wel of niet aan het zogeheten apostelconvent uit Handelingen 15 moeten denken.

In ieder geval verbindt Paulus de bespreking in Jeruzalem met de actuele situatie van de Galaten. Nu wordt ook meer duidelijk wat er bij de eerste lezers van deze brief aan de hand is. Het draait om de vraag of christenen uit de heidenen zich moeten laten besnijden. Valse broeders die dit beweren, zijn de gemeenten binnengedrongen. Ondertussen loopt de vrijheid in Christus gevaar. Gelovigen kunnen maar zo tot slaven worden gemaakt. Paulus snijdt in 2:4 al even het hoofdthema van de Galatenbrief aan. Later komt hij hier uitvoerig op terug.

PAULUS ERKEND

Wat was de uitkomst van het overleg in Jeruzalem? Dat Paulus door de geestelijke leiders niets is opgelegd. Het was al tekenend dat niemand zijn metgezel Titus dwong om zich te laten besnijden (2:3). Voor alle betrokkenen was duidelijk dat God voor ieder een eigen roeping met een eigen werkterrein heeft. Petrus had het Evangelie te verkondigen onder bésnedenen (Joden), en Paulus onder ónbesnedenen (heidenen). Jakobus, Kefas (= Petrus) en Johannes, drie ‘steunpilaren’, erkenden de genade die Paulus geschonken was.

Als teken daarvan gaven zij Paulus en Barnabas ‘de rechterhand van gemeenschap’ (2:10). Aan laatstgenoemden werd verzocht om op hun zendingsreizen steun te vragen voor de armen in Jeruzalem. Kortom, alles getuigt van diepe verbondenheid. De Galaten hoeven er niet aan te twijfelen of de Jeruzalemse voorgangers wel achter Paulus en zijn verkondiging staan.

PIJNLIJK INCIDENT

In 2:11-14 maakt Paulus melding van een confrontatie met Petrus in Antiochië. In het openbaar heeft hij zijn medebroeder berispt, ‘omdat hij te veroordelen was’ (2:11). Waarom? Omdat Petrus eerst gewoon met heidenchristenen aan één tafel zat te eten, terwijl hij zich later van hen distantieerde. Dat was het geval toen vanuit Jeruzalem christenen van Joodse komaf in Antiochië kwamen die zeer gehecht waren aan de Joodse spijswetten. De reden van Petrus’ handelwijze was vrees voor (het oordeel van) mensen. Trouwens, ook Barnabas liet zich meeslepen.

Paulus aarzelt niet om van huichelarij te spreken (2:13). Hij vertelt hoe hij Petrus op zijn gedrag heeft aangesproken. In het bijzijn van allen nota bene. Dat moet uiterst pijnlijk geweest zijn. Vanwaar deze felle reactie? Omdat het niet om een kleinigheid ging.

Dit incident rond Petrus heeft alles te maken met de situatie van de Galaten. De waarheid van het evangelie is in het geding, zoals het vervolg van de brief laat zien als Paulus gaat schrijven over de verhouding tussen wet en evangelie.

Ds. J.C. Schuurman is predikant van de hervormde gemeente te Capelle aan den IJssel.


In dit Lutherjaar neemt ds. Schuurman in vier artikelen de brief van Paulus aan de Galaten door. Deze brief draait om de waarheid van het Evangelie, die in het geding is.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

EEN HEFTIG SCHRIJVEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's