Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KUYPERS OMMEKEER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUYPERS OMMEKEER

Ambtsdraagsters [2, Pietje Baltus]

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Beesd kruist de Dr. A. Kuyperweg de Pietje Baltusstraat. Is dat met opzet? In ieder geval heeft Pietje Baltus terdege Abraham Kuypers leven gekruist. Dat bleef voor hem niet zonder gevolgen.

Eigenlijk waren het twee vrouwen die voor hem gebruikt werden: de Engelse schrijfster Charlotte Mary Yonge en vervolgens Pietje Baltus uit Beesd.

KINDERJAREN

Abraham Kuyper wordt in 1837 in de pastorie te Maassluis geboren. Zijn kinderjaren maakt hij bewust mee in zijn volgende woonplaats Middelburg. Abraham overtuigt als kleine jongen al graag mensen en zo komt het dat hij een aantal vloekende matrozen voorleest uit een traktaat van zijn vader en de ruwe zeebonken een sigaar offreert uit vaders doos.

Desondanks raakt hij op de theologische faculteit te Leiden het geloof van zijn kinderjaren kwijt. Hij applaudisseert als prof.

L.W.E. Rauwenhoff voor de studenten op college de lichamelijke opstanding van de Heere Jezus loochent. Als minister merkte hij in 1904 op: ‘Ik ben als gelovige jongen aan de Academie gekomen en toen ik er anderhalf jaar was, was mijn overtuiging omgezet geworden in die van het meest absolute denk-rationalisme.’

STREBER

Overigens zet hij, in tegenstelling tot veel andere Leidse theologiestudenten, de bloemetjes niet buiten. Hij studeert hard. Kuyper is een echte Streber. Plicht gaat voor het meisje. Hij schrijft aan zijn verloofde Jo Schaay in september 1860: ‘O! Onderhoud toch mijn eerzucht, voed en prikkel mijn ambitie, wek mij op en spoor me aan om niet te rusten of te luieren, wijs mij op de gevaren die ik moet te boven komen, en wees zo mijn Schutsengel, door God me beschikt om te worden wat ik worden kan.’

Kuypers ijver wordt bekroond. Op 7 mei 1862 wordt hij beroepbaar gesteld en op 20 september 1862 promoveert hij aan de Leidse universiteit vanwege een onderzoek dat hij deed naar het verschil tussen de visie op de kerk van Calvijn en Johannes a Lasco. Kuyper wordt ter ere van de promotie toegezongen op de wijze van ‘Wien Neerlands bloed’: Gefeliciteerd, gefeliciteerd Zij onze beste Bram, Omdat hij heden promoveert. Zo deftig als ’t maar kan. Een mooi beroep, een mooi beroep, Volg’ op deez’ schone dag. Ja, dat men spoedig hem en Jo, Als bruid en bruigom zag.


‘Kijk Dominee, zo zijn uw preken: smakelijk van buiten maar onverteerbaar van binnen’


Er komt echter geen beroep, ondanks zijn veelvuldige pogingen om in vacante gemeenten voor te gaan en de aandacht op zich te vestigen, zoals dat destijds de gewone weg was. In de correspondentie met Jo lezen we onder andere: ‘Drimmelen is voor mijn neus weggekaapt.’ In een schrijven van 10 februari 1863 staat: ‘Mijn sombere bui is al weer over, Varsseveld al weer vergeten, en mijn hoop al weer gevestigd op Jaarsveld, of wil je er nu nog niet van hooren. Ik heb er een preekbeurt’ (...) Dan is er nog een plaatsje Jo! een juweeltje, de naam is niet mooi, Beest, maar er is een tractement van f.2400,-.’

SPIEGEL

Beesd wordt inderdaad Kuypers eerste gemeente. Maar voordat hij daar komt, vindt er een geestelijke ommekeer bij hem plaats. In die periode krijgt hij van Jo namelijk een roman van Charlotte Mary Yonge, getiteld The heir of Redclyffe. Door het lezen van dit boek en het bestuderen van de hoofdpersonages wordt hem een spiegel voorgehouden. Hij voelt zijn ik-gerichtheid en eerzucht als schuld. Hij schrijft daarna aan Jo: ‘Help me vooruit op de weg van diep berouw en vernedering en zelfverloochening.’ Tevens krijgt hij vanuit deze roman, die beïnvloed is door de Oxford Movement, een nieuw kerkelijk besef. Dat de Oxford Movement mensen als John Henry Newman naar de Rooms-Katholieke Kerk leidt, gaat aan hem voorbij. Een helder gezicht op de gereformeerde theologie heeft hij dan nog niet.

BETUWSE VROMEN

Dat volgt als hij omgang krijgt met de eenvoudige bevolking uit de Betuwe. Dr. G. Puchinger schrijft in De jonge Kuyper: De eerste bekering was een ethische bekering, de tweede bekering was een meer leerstellige bekering.’ Een van de Betuwse vromen die Kuyper ontmoet op huisbezoek, is Pietertje Baltus, een molenaarsdochter die met twee vrijgezelle broers in een eenvoudig woninkje in Beesd woont. In de kerk komt ze niet. Ze houdt gezelschap aan huis. Wanneer ze kerkt, is het doordeweeks in de kruisgezinde gemeente te Opheusden.

Het verhaal gaat dat ze bij haar buurman, die slager is, uit de etalage een houten worst leent en deze bij Kuyper brengt met de opmerking: ‘Kijk Dominee, zo zijn uw preken: smakelijk van buiten maar onverteerbaar van binnen.’ In een boekje over Pietje van de hand van C.J. van Heuckelum lezen we zelfs dat ze per ongeluk een kopje spelden in het varkenshok had gegooid. Het varken at ze allemaal op. Ze bad tot God en de volgende morgen zaten alle naalden en spelden keurig ingekapseld in de ontlasting van het dier. In ieder geval schrijft Kuyper in zijn Confidentie dat wat Calvijn hem in keurig Latijn te lezen gaf, hij in plat Betuws hoort uit de mond van de vrome Betuwnaren. Daartoe behoort ook Pietje Baltus. In zijn studeerkamer heeft hij een foto van deze vrouw hangen. Reveilkenner W. van der Zwaag suggereerde echter in een artikel in het Reformatorisch Dagblad dat hij er wel met de rug naar toe gezeten zal hebben.

DANKBAAR

Naar aanleiding van haar overlijden op 26 maart 1914 schrijft Kuyper in De Standaard in de derde persoon: ‘Die eenvoudige vrouw had de lijn van zijn leven van half naar heel omgebogen, en steeds bleef het Dr. K’s dankbare erkentenis, dat hij eerst door haar kennismaking gebracht was, waar hij thans voelde te moeten zijn.’

Ds. M. van Kooten is predikant van de hervormde gemeente te Elspeet.


Volgende week deel 3 in deze serie, over wat Katharina von Bora voor Luther betekende.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

KUYPERS OMMEKEER

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 2017

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's