Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘GOD IS ZO HEILIG’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘GOD IS ZO HEILIG’

Drie generaties vertellen over de omgang met de Heere [1]

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe geven verschillende generaties invulling aan het leven met God? In gesprek met moeder (Willie), zoon (Johan) en kleindochter (Dieke) Van Renselaar uit Wezep komen aandacht voor de rust die God geeft, de afstand die er soms is en de enorme impact die gebeurtenissen in het leven kunnen hebben aan de orde.

De Hervormde Vrouwenbond zette het thema dit voorjaar ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan op de agenda: zijn er wezenlijke verschillen ten aanzien van de omgang met God tussen opeenvolgende generaties? Hoe kijken de verschillende generaties tegen God aan? Wie is Hij voor hen? Willie: ‘De Heere is een heilige God. Ik kan er met mijn verstand niet bij, zo heilig. Wat een liefde dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft aan deze wereld. Jezus, Uw verzoenend sterven blijft het rustpunt van mijn hart. Zullen we dan niet op Hem vertrouwen?’ Johan: ‘God is mijn dagelijkse kompas, in mijn handelingen, in mijn functioneren in de maatschappij. En Hij is mijn wekelijkse rustpunt; dan denk ik aan de zondagse eredienst, dat je in alle hectiek van het bestaan even tot rust kan komen, en boven jezelf uitgetild wordt.’

Dieke: ‘Ik zie Hem als een Vriend, want ik zeg alles tegen God, dat heb ik van mijn ouders geleerd. Tegen Hem zeg ik meer dan tegen mijn ouders. Hij is voor mij ook als een Vader, omdat het vertrouwd is en warm. Wanneer ik een lange dag heb gehad en ga bidden, voelt het als een soort thuiskomen. Ik word er rustig van. Ik betrek Hem bij alles wat ik doe. Als ik dingen aan God vertel, krijg ik het ook voor mezelf op een rijtje.’

Op welke manier ervaart u/ ervaar je God het meest?

Dieke: ‘Ik ervaar God in muziek, ik vind het heerlijk om ernaar te luisteren en God ermee te aanbidden. Bij de studentenvereniging Navigators in Zwolle ben ik nu kringleider. Daarin ervaar ik God ook. Met het leidersteam zijn we bezig met luisterend bidden – je praat niet alleen met God maar luistert ook of Hij wat tegen jou wil zeggen. Als we bijvoorbeeld kringen in moeten delen, leggen we dat aan God voor en dan ervaar je rust. Verder ervaar ik God in gesprekken met mensen, ik hou erg van mensen. Ik merk dat God door mensen heen werkt, dat bemoedigt mij.’

Willie: ‘Voor mij is dat tijdens stille tijd. Ik vind het heel belangrijk om daar ’s morgens mee te beginnen, daar krijg je zo’n rust van. Ik lees gewoon de hele Bijbel door. Als je dan ziet wat er allemaal gebeurt in het Oude Testament, dan er is ook niks veranderd, verschrikkelijk. Maar God is zo trouw, Die blijft steeds Dezelfde door alles heen.

Ik ervaar God door preken. Die blijven soms haken. Ook het avondmaal een paar keer per jaar betekent veel voor me. De dominee zegt dan soms: ‘Niemand anders ziende dan Jezus alleen.’ Het kan me niks schelen wat andere mensen denken, ik wil naar de Heere toe. Nu ik ouder word, heb ik meer rust, en ik zoek het ook op. Vertrouwen, dat vind ik een mooi woord in de omgang met de Heere.’

Johan: ‘Ik ervaar God soms in de zondagse prediking; er zijn weleens preken waarbij je het gevoel hebt dat je al een klein beetje in de hemel bent, dat het Jezus alleen is Die overblijft. De preek laatst met Kerst sprak me aan: dat God zo dichtbij komt in Christus, en ons komt opzoeken. Juist met kerkelijke feesten ervaar ik God. Als ik kijk naar de onvoorwaardelijke liefde van mijn ouders voor ons, en dat is dan liefde van mensen onder elkaar, wat voor liefde moet God dan niet voor ons voelen.’

Ervaren jullie ook weleens afstand?

Willie: ‘Als er soms een ingrijpende gebeurtenis plaatsvindt, dan kan God heel ver weg zijn. Net of er een gordijn voor zit.’ Johan: ‘Heb je dat toen met Klaas zo ervaren?’

Willie: ‘Ja, dat is zo’n schok, dan is alles weg. Dan ben je kapot, dan kun je niet meer. Achteraf zie ik dat God ons vastgehouden heeft. Maar als je erin zit, dan is het heel zwaar. Toch voelden we ons ook gedragen. We hebben veel bezoek gehad. We hebben fijn van hart tot hart kunnen praten. Dat je daar de kracht voor krijgt, is zo bijzonder.’ Johan: ‘Vanmiddag heb ik de brief (afscheidsbrief, red.) van Klaas gelezen. Daarin schrijft hij: “Groei in je persoonlijke relatie met God is het allerbelangrijkste.” En: “Ik kan niet leven in deze krankzinnige wereld, ik wil bij Jezus zijn.” Je mag dat toch niet zelf beslissen, denk ik dan. Je krijgt het echter niet op een rijtje. Maar hij is wel veilig in Jezus’ armen.’ Willie: ‘Hij was zo bezig met God. Hij zat in nood, maar dat was verborgen. En dan toch vasthouden aan God. Je voelt je zo schuldig dat je die nood niet gezien hebt en niet aangevoeld hebt. Vorige week was zijn verjaardag. We gaan af en toe naar het kerkhof. Vorige week zijn we gegaan. Wonderlijk dat je aan het graf staat en vertroost wordt, door een lied, een psalm of bijbeltekst die in je hart opkomt. Nu kan ik er wel wat over praten, maar toen – je zou stikken in je verdriet. Het is net of er wat van je afgescheurd wordt. Een zoon verliezen, en dan op zo’n manier... Het is maar al te waar: ouders vallen achter je neer, man of vrouw valt naast je neer, maar een kind valt voor je neer.’

Johan: ‘Heeft het jouw geloof veranderd?’

Willie: ‘Wel verdiept. Toen Klaas nog jong was en jij de deur al uit, dacht ik weleens: zoals Abraham zijn zoon moest offeren, dat kan ik niet. Ik was zo gek met Klaas, dat kan de Heere niet van mij vragen. Ik houd veel van de Heere, maar ik kan mijn kind niet missen. Ik stond buiten, achter op de stoep; ik weet het nog precies. In het eerste jaar na zijn overlijden zijn we direct weer naar de kerk gegaan. We dachten: als we het nu niet doen, gaan we nooit meer. Ik moest steeds huilen. Ik ga nu niet meer in de gebeurtenissen graven, daar word je zo verdrietig van. We moeten nu maar naar de toekomst kijken. We hebben negen jaar lang op zijn sterfdag steeds naar zijn rouwdienst geluisterd, maar dan word je intens verdrietig, dus dat doen we niet weer.’

En jij, Johan? Ervaar je weleens afstand tot God?

Johan: ‘Als die afstand er is, dan komt dat door mezelf, niet door God. Als ik mezelf een cijfer moet geven in mijn relatie met God, dan geef mezelf een één en God een tien. Je weet dat Hij er is, Hem loopt het niet uit de hand, maar zelf ben je soms met totaal andere dingen bezig. Ik ervaar mijn leven met God als een worsteling. Ik weet dat Hij mij vasthoudt, maar ik Hem lang niet altijd.’

Welke bijbeltekst betekent veel voor u/jou?

Dieke: ‘Prediker 11:9: ‘Verblijd u in uw jeugd, en laat uw hart vrolijk zijn in de dagen van uw jeugd. Ga in de wegen van uw hart en volg wat uw ogen zien, maar weet dat God u over dit alles in het gericht zal brengen.’ God zegt dat je mag genieten van je leven als je jong bent, maar dat je in je achterhoofd houdt dat God wel meekijkt. Ik kan oprecht zeggen dat ik heel erg van mijn jeugd geniet, ik vind zoveel dingen leuk.’

Willie: ‘Voor mij Psalm 62:2. ‘Zeker, mijn ziel is stil tot God.’ In 1980 is een zus vlak voor dankdag verongelukt. Ik dacht: wat moet ik nou in de kerk doen, ik heb niks om voor te danken. Toen las de dominee uit Psalm 62. Het waren precies de woorden die ik nodig had, terwijl de dominee van niks wist. Ik ging verdrietig naar de kerk en kwam er vertroost weer uit.’

Johan: ‘Ik heb er twee. Nummer één is vraag en antwoord van zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus: dat je het eigendom bent van de Heere. De tweede is de tekst die Klaas in zijn brief citeerde, Johannes 10:27,28: ‘Mijn schapen horen Mijn stem en niemand zal hen uit Mijn hand rukken.’ Dat ligt ook weer in de lijn van zondag 1 van de Heidelberger. Niemand zal hen uit Mijn hand rukken.’

Dieke, als jij naar je oma kijkt, wat leer je dan van haar?

Dieke: ‘Ik merk dat oma eerbiedig en liefdevol over God spreekt. Ik praat onder de afwas met oma over het geloof. Oma is heel liefdevol, ze heeft hart voor mensen. In haar daden laat ze zien dat ze van God houdt. Dat vind ik supermooi. Ze bezoekt samen met opa heel veel mensen, ze is er voor hen. Oma is niet snel met een oordeel, ze zit gewoon rustig en luistert goed. Zij en opa zijn heel oplettend naar ons, de kleinkinderen, toe, of het wel goed met ons gaat. Ze zeggen altijd: kom naar ons als er iets is, je mag alles tegen ons zeggen.

In haar bijbeltje had oma geschreven: Als ik wakker word, is Hij bij mij, als ik niet wakker word, ben ik bij Hem. Oma, dat weet jij niet, maar ik heb een boekje gemaakt met inspirerende dingen die jij hebt gezegd en die schrijf ik op. ‘Wat ik van oma kan leren’, staat er op het boekje. Ik wil ook samen met oma bijbelstudie doen. Daar hebben we het al over gehad, dat gaan we doen. Oma, ik vind je een heel inspirerende vrouw.’

En jij Johan, wat heb je van je ouders geleerd? En hoe geef je zelf vorm aan de godsdienstige opvoeding?

Johan: ‘Ik heb er altijd veel aan gehad dat mijn ouders niet op één kerkgenootschap gericht waren. Ik heb van mijn ouders een brede oriëntatie meegekregen en we proberen dat met onze kinderen voort te zetten. Voor ons is standaard twee keer naar de kerk gaan wel onderdeel van de godsdienstige opvoeding. Als wij maar één keer gaan, gaan zij later misschien maar eens per twee weken. Je probeert hen te helpen in de dagelijkse keuze tussen de brede en de smalle weg. En we bidden voor onze kinderen, zoals ik zeker weet dat mijn ouders ook voor ons bidden. We schieten dus ook niet in de kramp als de kinderen af en toe een andere kerkdienst bezoeken.’ Dieke: ‘Dat vind ik fijn aan jullie, dat jullie ons er vrij in laten. Het maakt jullie niet uit naar welke kerk wij gaan, als God er maar wordt grootgemaakt en Zijn Woord verkondigd wordt. Van mijn ouders heb ik geleerd dat ik altijd bij God mag komen, wat ik ook gedaan heb.’

Johan: ‘Ik zie de verbondstrouw van God, door de geslachten heen. Ik hoop dat onze vijf kinderen allemaal de Heere gaan volgen. Je weet dat het vaak gebeurt dat kinderen afhaken. Maar hoe kan God zo lang door de geslachten heen werken om het ergens te laten ophouden? Dat kun je je toch niet voorstellen?’


Willie van Renselaar-Lindeboom is sinds 1969 getrouwd met Henk van Renselaar. Samen kregen ze twee zoons, Johan (48) en Klaas. Klaas pleegde in 1996 op 21-jarige leeftijd suïcide. Johan trouwde met Lyda Groenendaal. Ze kregen vijf kinderen, van wie Dieke (19) de oudste is. Johan is partner bij Anders Invest, een investeringsmaatschappij, en heeft daarnaast diverse toezichthoudende functies. Dieke is bezig aan haar derde jaar hbo-verpleegkunde te Zwolle.


Over twee weken volgt deel 2 in deze serie, met familie Oosterom uit Waddinxveen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

‘GOD IS ZO HEILIG’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's