Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MIJN BAND MET DE KERK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MIJN BAND MET DE KERK

Derde belijdenisvraag kost een hoop, maar levert ook veel op

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van de drie belijdenisvragen die meestal gesteld worden aan nieuwe lidmaten, kan de derde rekenen op de meeste allergie. Dat geldt zeker bij jonge mensen, zeg maar tot 45 jaar. Ze reageren allergisch, omdat hier ook het instituut kerk een rol speelt.

Allergie treedt op, omdat jongeren zich hier ook verbinden aan iets heel concreets, aan andere mensen die hetzelfde geloof belijden, aan mensen die ze niet zelf uitkiezen, maar God.

De derde belijdenisvraag is de praktische en plaatselijke uitwerking van de tweede, je roeping als belijdend gelovige, altijd en overal. Die tweede vraag is op zijn beurt weer de logische consequentie van de eerste: wie is God?

Het is goed om eerlijk te overwegen of ons belijden ook deze derde vraag aankan. Tegelijk geldt: als hier een ‘nee’ op volgt, is het maar de vraag of we beide eerste vragen wel begrepen hebben.

KOSTEN

Het is dus goed om ‘de kosten’ eerst goed te overwegen. Als het gaat over het als discipel volgen van Jezus, vergelijkt Hij dat met het bouwen van een toren. Wie een toren wil bouwen gaat ‘eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien’ (Luk.14.28). Een half afgebouwde toren is een schande voor ieder die daaraan begonnen is.

Hoeveel mensen vallen niet op in de kaartenbak als ‘belijdend lid’, terwijl ze zichtbaar zijn afgehaakt, terwijl ze nauwelijks weet hebben van hun vroegere kerkelijke betrokkenheid. Wat kost het?

ZELFVERLOOCHENING

Kerkelijke betrokkenheid kost zelfverloochening. Behoren bij de plaatselijke gemeente van Jezus Christus betekent hen aanvaarden die God je geeft als broeders en zusters. Dat kan zomaar een overwegend veel oudere groep mensen zijn. Misschien zijn het mensen met wie ik op het eerste gezicht weinig affiniteit heb, omdat ik weinig dingen gemeenschappelijk deel. Ik heb heel andere bezigheden. Ik studeer. Ik sport. Ik heb mijn vriendengroepen en collega’s. Eigenlijk heb ik helemaal niet zo’n behoefte om er nog een groep mensen aan toe te voegen, personen die hun leven heel anders inrichten en voor wie de tijd soms lijkt te hebben stilgestaan. Maar laten we ons niet vergissen.

Ook hierin geldt dat ik een stap moet maken: mezelf verloochenen betekent dat ik dat eerste gevoel, die eerste inschatting durf te parkeren. Juist wie zijn leven durft te verliezen – wat een heftige woorden van Jezus in Lukas 9:23,24 – die zal het behouden. Durven wij ook onszelf te verliezen in Zijn gemeente? Wellicht lukt ons dat alleen wanneer we werkelijk in God geloven, Die in Zijn goedheid ons niet alleen of met gelijken, maar met anderen laat optrekken in Zijn gemeente. Wat een rijkdom ligt er verborgen in Christus’ gemeente! Al is het net als met het Koninkrijk van God, we moeten er wel naar graven. Aanwezig zijn bij een maaltijd in de gemeente bijvoorbeeld kan verrassende contacten opleveren.

Kerkelijke betrokkenheid kost uithoudingsvermogen. De gemeente waaraan ik me verbind, kan de gemeente zijn waar ik me nu ‘thuis voel’. Dat is een geweldig iets. Het maakt het verbinden een stuk gemakkelijker. We kunnen zelf echter ook veranderen. De gemeente kan veranderen. Mezelf aan een gemeente verbinden in het geloofsvertrouwen dat het Christus’ gemeente is en dat Hij door Zijn Geest, ons aan elkaar verbindt, wil niet zeggen dat er nooit momenten van moeite en vervreemding zullen zijn.

Bij belijden hoort het woord ‘volharden’. Volhouden. Kruisdragen is iets wat vaak al in de gemeente van Christus begint. Ik kan meelijden met de ander. Ik kan ook lijden aan de ander. Juist daar zijn we thuis, waar God ons in navolging van Christus roept om trouw onze plaats in te nemen, ongeacht of wij ons daar altijd prettig bij voelen.

VRUCHTEN

Het mooie is dat juist op die plaats, en in die houding, mooie vruchten groeien. Vruchten van volharden in het gaan naar de kerk, in het trouw zijn als het avondmaal wordt bediend. Juist omdat we elkaar kennen, kunnen we elkaar ook missen. We zijn aan elkaar gegeven om elkaar aan te sporen en soms ook op te sporen, niet veroordelend, maar wel bemoedigend.

In de gemeente van Christus leer ik ook samen met anderen volharden in het lezen van de Bijbel en het bidden. Verrassend is dat. Dit wordt niet in de tweede vraag verondersteld. Daar zouden wij het misschien plaatsen, omdat het hoort bij volgeling van Jezus zijn hoort dat we stille tijd houden. Nee, dat bijbellezen en het volhouden om te blijven bidden is niet iets wat ik in m’n eentje op moet of kan brengen. Hiervoor is de ander aan mij gegeven en ik mag met alle heiligen samen (Ef.3:18,19) het mijne erbij leggen. Juist zo kan ik echt Bijbel lezen. Zo houd ik het bidden echt vol.

INZET

Kerkelijke betrokkenheid kost inzet. Geloof belijden betekent allereerst dat ik overal zal leven als het eigendom van Christus (tweede vraag). Het betekent ook dat ik me inzet in de plaatselijke gemeente. Ik ben zelf ook die plaatselijke gemeente. Daarom heb ik er ook niet zo snel kritiek op...

Ik ontvang – en vaak heb ik ook van jongs af aan veel ontvangen. Ik wil ook graag geven, maar met de mij geschonken gaven. Wat ontspannend spannend is dat, want het kan nog een hele ontdekkingstocht zijn. Het is spannend om te ontdekken wat nu precies mijn gaven zijn. Ontdek ik ze zelf of doet juist een ander dat? Spannend is ook of het me lukt dat te combineren met nog zoveel andere taken en activiteiten, die ik liever ook niet loslaat. Of moet ik dat toch maar wel doen? Spannend is ook of ik me er voldoende op kan voorbereiden om ook echt te kunnen dienen.

Als ik me met de mij geschonken gaven mag inzetten in de gemeente, snijdt het mes aan twee kanten. Waar kan ik een veiliger plek vinden om nu precies te mogen doen, zoals ik ook bedoeld ben?

Wat een verademing als ik nu juist datgene mag doen, waar ik van geniet en dan ontdek dat juist hier mijn Maker en Redder ook van geniet. De kerk is de plaats waar je ‘anders-zijn’ maximaal gehonoreerd mag worden, omdat de Heilige Geest ons een grote verscheidenheid aan gaven geeft, tot opbouw van de ander, de gemeente van Christus. We moeten ons dus niet zomaar voor een karretje laten spannen, maar wachten op het moment dat we werkelijk worden ontdekt. Laten we vreugde vinden in de ons van God gegeven plaats.

GELDSTROMEN

Tot nu toe ging het alleen nog maar over kosten in de zin van wederzijdse betrokkenheid en inzet. Maar het is ook goed om voor het doen van belijdenis inzicht te krijgen in de geldstromen van de gemeente. Op diaconaal en kerkrentmeesterlijk vlak kan een wereld voor ons opengaan. Trouw bijdragen aan de kosten en gemeenschappelijke doelen in de plaatselijke gemeente, zou deel van onze vreugde moeten zijn.

BATEN

Hopelijk realiseren we ons dat wat ons op het eerste gezicht het meest kost, die derde vraag, ook veel kan opleveren. Ook de derde vraag is een vraag die ten diepste genadig is. Dat is geen goedkope genade, maar wat kan ik in het gehoorzamen tegelijk veel ontvangen in de plaatselijke gemeente van Christus. Daarbij wil ik nooit vergeten wat het Hem heeft gekost om daar voor mij een plaats te realiseren, ook daar. Hier mag ik met vallen en opstaan inoefenen wat ik in het dagelijks leven in deze wereld mag uitoefenen: blijmoedig kruisdragen.

Ds. M. van Leeuwen is predikant van de hervormde wijkgemeente Dorp te Hierden.


NIET MEER ZONDER JEZUS

‘Dit jaar doe ik belijdenis van mijn geloof, omdat ik van Jezus houd en niet meer zonder Hem kan. Ik kan en wil niet meer buiten Hem leven. Bij mijn doop gaf de Heere mij het teken van Zijn verbond en door Zijn genade beloofde God dat Hij mijn Vader zal zijn. Uit dankbaarheid voor Zijn trouw en liefde die Hij in mijn leven toont, wil ik daarvan getuigen in de gemeente en zeg ik ‘ja’ tegen Hem.

We hebben met zestien gemeenteleden de belijdeniscatechisatie gevolgd. Door met elkaar te zingen, God te aanbidden en over Zijn Woord na te denken, bemoedigen we elkaar in het geloof. Door met heel diverse mensen zo één gemeente te zijn, merkte ik dat we bij elkaar horen. Bij mijn belijdenis bevestig ik mijn verbondenheid met God, maar daarnaast zeg ik ook tegen de gemeente dat ik trouw zal zijn. Trouw, omdat we bij elkaar horen en leden van hetzelfde lichaam zijn. In die verbondenheid is het erg mooi om open te praten over persoonlijke onderwerpen als: twijfel, discipelschap en het gebed. God werkt in ons en geeft ons aan elkaar, zodat we Hem groot maken en getuigen van Zijn liefde.’

JONATHAN TEEUW (17), RENSWOUDE


DERDE BELIJDENISVRAAG

Wilt u, in de gemeenschap van de Protestantse Kerk in Nederland en onder haar opzicht, getrouw zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, volharden in het gebed en het lezen van de Heilige Schrift, en wilt u met de u geschonken gaven meewerken aan de opbouw van de gemeente van Christus?

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

MIJN BAND MET DE KERK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 maart 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's