Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIACONAAT ALS NOODZAAK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIACONAAT ALS NOODZAAK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het diaconaat, de roeping tot dienstbetoon vanuit de liefde voor Jezus Christus, vraagt geen aandacht voor zichzelf. Het gaat namelijk om dienst aan de liefde. Toch is het van tijd tot tijd van belang de aandacht op het diaconaat te vestigen. In het ND gebeurt dat door middel van een gesprek met hoogleraar diaconaat aan de PThU, dr. Herman Noordegraaf, die deze maand met emeritaat gaat. Zijn leven lang zette hij zich in voor mensen in de knel, in kerk en theologie is hij de pleitbezorger van het diaconaat. Henk Jan Gosseling sprak met hem.

NEDERLANDS DAGBLAD

De vraag waar hij het meest trots op is, wuift Herman Noordegraaf (67) vriendelijk doch beslist weg. Het loopt tegen het einde van het gesprek. Maar over trots wil hij het niet hebben, bescheiden als hij is. Liever legt hij uit dat het een voorrecht was om zijn hele werkende leven met diaconie bezig te zijn. ‘Om datgene, wat mij vanuit geloof heel sterk motiveert, ook beroepsmatig te kunnen doen.’ Trots is hij niet, maar hij is in zekere zin wel een ‘uniek exemplaar’. Dat bedoelt hij echter niet als verdienste, hij doelt op het feit dat hij de eerste en tot nu enige voltijds docent diaconaat in Nederland was. (...)

Ruim veertig jaar werkte Noordegraaf in het diaconaat, een periode die werd gekenmerkt door de herziening van de verzorgingsstaat en door de inkrimping van de kerk. Noordegraaf: ‘De versobering van de verzorgingsstaat begon in de jaren zeventig met de oliecrisis, gevolgd door massale werkloosheid. Werkloosheid gekoppeld aan de herziening van de verzorgingsstaat betekende een verschraling voor mensen die al op het minimum zaten. Zij kwamen in de knel, en dat wierp voor kerken de vraag op hoe daarmee om te gaan. Wij kozen ervoor om met de mensen zelf hieraan te werken. Niet vóór maar mét de mensen die in nood zitten. We vroegen aan diegenen die baanloos werden om te vertellen hoe ze dit ervoeren en wat ze erbij beleefden. Met die kennis wilden we werken aan bewustwording binnen de kerken, en het politieke en maatschappelijk debat voeden. Die politieke beïnvloeding gebeurde onder meer door de werkgroep Arme Kant van Nederland, waarvan ik medeoprichter en eerste voorzitter was. Ook daar trokken we op met mensen om wie het ging.’

U noemt die twee componenten, het naast mensen staan en de politieke en maatschappelijke beïnvloeding. Voor diaconale werkers staan die twee nog weleens op gespannen voet.

‘ Qua tijdsbeslag snap ik dat, maar qua inhoud horen ze bij elkaar. De kracht van de kerkelijke inbreng is dat je nauw verbonden bent met mensen in de knel. Dat geldt voor mensen in armoede, maar evengoed voor vluchtelingen of mensen met een psychische handicap. Hoe ervaren zij dat, wat is hun levensverhaal? Via die vragen groeit er verbinding met mensen in hun concrete situatie, en die geven je de kracht om dat in politiek en samenleving naar voren te brengen. Je bent niet een of andere theoreticus die vanaf de zijlijn wat roept. Je hebt kennis van mensen.’

Velen denken bij armoede nog steeds: eigen schuld dikke bult.

‘Dat komt doordat er steeds meer gescheiden werelden zijn, die elkaar niet meer ontmoeten. Daardoor hebben hoger opgeleiden geen idee wat armoede inhoudt. De verschillende lagen in de samenleving zien elkaar steeds minder. Hoogopgeleid trouwt met hoogopgeleid, in het onderwijs is er al snel een selectie tussen hoog en laag, rijk en arm wonen in verschillende wijken. Daarom vind ik het belangrijk dat kerken ontmoetingsplekken creëren. Je kan in een kerk bijvoorbeeld een uitdeelpunt van de voedselbank of een computercursus voor vluchtelingen starten. Als je in hetzelfde gebouw ook toneel- en filmavonden organiseert waar vooral hoogopgeleiden op af komen, kunnen verbindingen ontstaan.’

Zo wordt diaconie heel concreet en zichtbaar. Dat is ook precies waarom diaconaat veel kerkmensen aanspreekt. Maar in de theologie lopen weinigen er warm voor. Hoe komt dat?

‘ Laat ik eerst zeggen dat diaconaat in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) goed geborgd is. Met een apart College van Diakenen, dat een eigen rechtspersoon is en waarvan het vermogen is bestemd voor de armen.

Maar in de theologie is diaconaat spaarzaam ontwikkeld. Ik ben de eerste voltijds docent diaconaat aan een universiteit in Nederland. Er zijn er maar weinig en verder is het steeds in deeltijd. En dat is eigenlijk vreemd, want de Bijbel staat vol met aandacht voor armen. In mijn onderwijs heb ik studenten willen leren om in pastoraat ook te letten op materiële noden en om in de voorbeden ook het inloophuis en het diaconaat te noemen. Of met catechisanten diaconale projecten te bezoeken. In een tijd waarin predikanten overbelast zijn, moet je zoeken naar manieren om de diaconale dimensie in te bouwen zonder dat dat extra tijd kost.’

Noordegraaf had de tijd niet mee waarin hij zijn werk deed: groeiende armoede, versobering van de verzorgingsstaat, een vak dat in de theologie ondergewaardeerd was. ‘Het was vaak ploeteren en sjouwen. Diaconaat vraagt om volharding.’ Maar op de vraag of hij daar soms niet moedeloos van werd, zegt hij: ‘Nee, ik zou mezelf dan neerzetten als een heroïsch figuur. Ik zie het meer als noodzaak om ook in een krimpende kerk het diaconale werk te borgen. Diaconieën beschikken vaak nog over een flink vermogen. Soms laten ze dat liggen, maar dat is diefstal van de armen, want dat onthoudt hun de steun die ze moeten krijgen. Laten ze daarmee een beroepskracht aanstellen. Als die zijn werk goed doet, mobiliseert die een veelvoud aan diaconale vrijwilligers.’

In diaconaal werk gaat het om de handen uit de mouwen steken. Het is daarbij al snel ongebruikelijk om over God of de Bijbel te beginnen. Moet dat niet meer gebeuren?

‘ Ik vind vooral de verbinding tussen diaconaat en eredienst van groot belang. In de PKN is het diaconaat geworteld in het heilig avondmaal, het sacrament waarin het delen en de gemeenschap centraal staan. Daarom hebben diakenen een rol bij het avondmaal en krijgt de avondmaalscollecte een diaconale bestemming. En andersom moet diaconaat de eredienst betrokken houden op de wereld, via de voorbede, prediking en collectes. Diaconaat heeft waarde in zichzelf, ook al komt er geen extra mens door naar de kerk.’

Het kerkelijk bedrijf en allerlei ondersteunende diensten werden flink uitgekleed in de afgelopen jaren, wat zijn weerslag had op diaconaal werk. De werkgroep Arme Kant van Nederland stopte na vijfentwintig jaar wegens geldgebrek, evenals het arbeidspastoraat DISK. Bij Kerk in Actie van de PKN werkt nog maar een handvol mensen. Daar stond tegenover dat de interkerkelijke samenwerking een flinke impuls kreeg. Vooral in diaconale platforms, die zijn opgezet als spreekbuis richting de lokale overheid, die steeds meer de regie in zorg en welzijn heeft gekregen. Noordegraaf: ‘In die platforms zijn diverse lagen van de christenheid aanwezig: PKN, rooms-katholiek, de orthodoxe protestantse kerken en de evangelicale groepen. Ook aan de tweejaarlijkse armoedeonderzoeken naar kerkelijke hulpverlening doen steeds meer kerken mee. En dat is goed, want de Bijbel is er zonneklaar over dat je je als gelovige en als kerk moet inzetten voor mensen in armoede. Elk mens is een beelddrager van God: ook de verslaafde die in de goot ligt.’

Dr. Herman Noordegraaf spreekt gepassioneerd over het diaconaat en in de weg die hij gegaan is, klinkt grote betrokkenheid op de maatschappij en haar noden door. DISK, De arme kant van Nederland, ze hoorden bij een bepaalde tijd die ook door polarisatie werd gekenmerkt tussen – kort door de bocht gezegd – een ‘horizontaal’ en een ‘verticaal’ christendom. Die beide ‘lijnen’ worden vandaag de dag veel meer samengenomen en daar kun je alleen maar blij om zijn. Dat klinkt in ieder geval door in dit interview. De armoede als vraag aan de kerk is echter niet weg. Herman Noordegraaf maakt vooral duidelijk dat het diaconaat geen extraatje is in het leven van de christelijke gemeente. Het is verankerd in de Bijbel en wordt zichtbaar in de relatie met de eredienst, in het bijzonder de maaltijd des Heeren. Wordt dat altijd gezien en beleefd? Ik meen dat de praktijk van de collectebestemmingen soms van een andere orde is dan Noordegraaf schetst. Zo komt het voor dat in de eredienst het diaconale doel achteraan komt en wordt er eerst voor de ‘eigen’ gemeente gecollecteerd. En of er gemeenten zijn waarin de diakenen rond de bediening van het sacrament van het heilig avondmaal geen actieve rol vervullen? De lezer kan het zelf vaststellen in de eigen context.

Ds. G. van Meijeren is hoofd mobiliteitsbureau Predikanten & Kerkelijk Werkers van de Protestantse Kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

DIACONAAT ALS NOODZAAK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juni 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's