Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OMGANG MET GOD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OMGANG MET GOD

Impressie jaarlijkse GB-studieweek voor theologiestudenten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afgelopen augustus was het weer zover: de studieweek voor (aanstaande) theologiestudenten uit de kring van de Gereformeerde Bond. Een week waarin van verschillende kanten veel werd aangereikt om over door te praten.

Omdat ik afgelopen juli de theologiestudie afrondde en deze maand beroepbaar hoop te worden gesteld, was het mijn laatste kans om de studieweek bij te wonen. Afgelopen jaren heb ik er veel ontvangen, uit de lezingen maar ook uit de contacten met studenten van verschillende faculteiten. Dat ik de studieweek deze keer zeker niet wilde missen, had alles te maken met het prachtige thema, ‘Omgang met God’.

VASTE OPZET

De studieweek kent een vaste opzet: op maandagmorgen opent de voorzitter van het hoofdbestuur, ds. A.J. Mensink, de conferentie. Vervolgens is er een lezing over het werk van de Gereformeerde Bond, waarin ds. Mensink dit jaar inging op het werk van de Gereformeerde Bond in het licht van de katholiciteit van de kerk.

In de rest van de lezingen wordt het thema door verschillende deskundigen uitgewerkt. Uiteraard begint het dan bij de Schrift zelf, daarna komt de kerkgeschiedenis aan de orde, om uiteindelijk uit te komen bij het belang van het thema voor de theologische en gemeentepraktijk vandaag.

Prof. dr. M.J. Paul en prof. dr. T.M. Hofman belichtten het thema vanuit respectievelijk Oude en Nieuwe Testament. Wat kunnen we veel leren van de nauwe omgang van David en Jesaja met de Heere. Blijdschap en vreugde om Gods heil spelen in die omgang een rol, maar ook de klacht en vertwijfeling. De Bijbel is daar heel eerlijk in.

Jezus’ omgang met God is ondertussen volstrekt uniek. Prof. Hofman wees erop dat de Heere Jezus juist dan de omgang met Zijn Vader zoekt, wanneer er belangrijke dingen staan te gebeuren: voorafgaand aan de roeping van de discipelen (Luk.6:12) en de verheerlijking op de berg (Luk.9:28). De vraag kwam op: zoek ik ook, juist op de kruispunten van het leven, de omgang met de Heere?

CORAM DEO

Dr. R.W. de Koeijer wees op de nauwe omgang met de Heere bij de nadere-reformatoren. Als zij pagina’s lang kunnen schrijven over hun bevindingen in het geestelijke leven, kan dat vervreemding oproepen. We moeten ons echter ook afvragen of wij op dit gebied niet iets zijn kwijt geraakt. In ieder geval als het gaat om hun geestelijke discipline.

Prof. H. van den Belt bepaalde ons bij de omgang met God in het licht van Zijn voorzienigheid. Het juiste zicht op Gods voorzienigheid leidt tot het vertrouwen dat Zijn hand de geschiedenis leidt. Op die manier mogen we leven met een ‘houding van dankbaarheid, geduld en innerlijke vrijheid’, omdat Hij het is Die ons leven leidt. Zo leven we coram Deo, voor Gods aangezicht. Prof. Van den Belt gaf ons verder de tip mee biografieën te lezen van christenen, omdat we zo iets zien van Gods voorzienigheid en leiding in het leven van anderen.

Journalist en boekrecensent Nels Fahner liet zien hoe de omgang met God wordt beschreven in hedendaagse literatuur. Er lijkt weer een toenemende belangstelling te zijn voor spiritualiteit en religie, en in de literatuur komt dat duidelijk terug. Het bleef voor mij wel een vraag in hoeverre het lezen van moderne literatuur verrijkend kan zijn. Enerzijds is het goed om te weten hoe buiten de kerk wordt gedacht en geschreven over God en godsdienst.

Maar weegt dit op tegen de vele zaken die in deze literatuur naar voren komen, die de toets van Gods wet niet kunnen doorstaan? Of geldt hier het woord van Paulus: ‘Een ieder zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd’ (Rom.14:5)?

NIET BEZUINIGEN

Mooi is het als in de praktische lezingen op donderdag de verschillende lijnen uit de voorafgaande dagen bij elkaar worden gebracht. Ds. N.M. Tramper vertelde over de omgang met God van de predikant en zijn gezin. Paulus schrijft niet voor niets dat Timotheüs allereerst acht op zichzelf moet geven, en daarna op de leer (1 Tim.4:16). Juist als het onze roeping is de Schrift uit te leggen en bij de mensen te brengen, moeten we rust nemen om de Schrift ons uit te laten leggen. Dan wil ik geen meester worden over de tekst, maar wordt de tekst meester over mij. Zij die werken in Gods Koninkrijk mogen nooit bezuinigen op de tijd van rust en meditatie voor Gods aangezicht. Het is goed als kerkenraden en gemeenten deze ruimte aan hun predikant bieden.

Dr. P. Veerman stond stil bij de plaats van het gebed in de opbouw van de gemeente. Hij gaf ons verschillende lessen mee vanuit zowel de Schrift als de kerkgeschiedenis. Dr. Veerman voerde een pleidooi om de gebeden in de eredienst even zorgvuldig voor te bereiden als de verkondiging. Gebed en verkondiging horen bij elkaar, dat zien we al bij de apostelen (Hand.6:4).

Tijdens de studie merkte ik dat mensen soms denken dat de omgang met God voor theologen (in spe) vanzelfsprekend is. Dat je in je studie zoveel leert over de Bijbel, dat die automatisch daardoor ook spreekt tot je hart en leven. Niets is echter minder waar. De wetenschappelijke kijk op het geloof kan ook juist het zicht op de Heere beletten.

Wat mij daarom bijzonder trof, is dat verschillende sprekers iets durfden te laten zien van hun persoonlijke omgang met God. Een van hen gaf aan deze worsteling te herkennen: als theoloog kun je iets van je ‘eenvoudige geloof’ (of heilzame naïviteit) verliezen. Aan de andere kant krijg je er ook veel voor terug: inzicht in de diepere verbanden van de Bijbel en de inhoud van het geloof. Daardoor mag je ineens de rijkdom van de Schrift zien, en de Heere prijzen voor de weg die Hij gaat – met Zijn volk Israël, met Zijn gemeente en in ons persoonlijke leven.

WARM BAD

Steevast wordt de studieweek afgesloten met het Encouragement, een bemoedigend woord. Dit jaar werd dit verzorgd door prof. dr. A. de Reuver. Hij raadde ons aan steeds opnieuw de kern te zoeken. De kern, dat is Christus Zelf, het vleesgeworden Woord. Als theologen zoeken we Hem te kennen. Dat gaat, zo stelde prof. De Reuver in navolging van Luther, in de weg van gebed, meditatie en aanvechting. Aanvechting doet de boom van ons geloof soms hevig schudden, maar werpt ons zodoende steeds weer terug op de betrouwbare beloften van God. Zo mogen we de Heere zoeken, in de wetenschap dat ons zoeken een opgave is die rust in Gods gave. Hij is ons als de Gevende voor, en Hij belooft: wie zoekt, zal vinden.

We mogen al met al terugkijken op een zegenrijke studieweek. Het weer werkte ook mee, waardoor we konden genieten van de prachtige bosrijke omgeving. Elk jaar ontstaan er weer diepe theologische en geestelijke gesprekken, niet zelden in de kleine uurtjes. We werden ook wat betreft de inwendige mens goed verzorgd.

Wat ten slotte zeker niet vergeten mag worden is de bezielende leiding van ds. en mevr. Floor. Met hun warme belangstelling, vaderlijke en moederlijke zorg én hun humor maken ze de studieweek elke keer weer tot een warm bad. Ik ben dankbaar voor alles wat ik in de afgelopen jaren op de studieweken van de Gereformeerde Bond heb mogen ontvangen.

Marijn Krooneman uit ’t Harde rondde in juli van dit jaar zijn theologiestudie af en hoopt per eind september beroepbaar te zijn.


Tijdens de studieweek van de Gereformeerde Bond voor theologiestudenten spreekt ds. A.J. Mensink uit Elburg als voorzitter van de Gereformeerde Bond het openingswoord uit. Zijn toespraak, waarvan hier een ingekorte versie volgt, leidt het thema ‘Omgang met God’ in.

De meest volmaakte en de meest intieme omgang met God is beoefend door onze Heiland. Hij sprak en leefde met God, niet alleen zoals een zoon met zijn vader, maar als dé Zoon met dé Vader. Een geheimenis waarin wij nauwelijks kunnen intreden. Maar waarvan ik tegelijkertijd ook mag geloven dat in die omgang van de Zoon met de Vader mijn behoud en troost verankerd ligt. De Zoon sprak met de Vader ook over mij. De Vader is met de Zoon omgegaan zoals Hij met mij moest omgaan – in Godverlatenheid en dood. Deze goddelijke omgang redt mij van mijn ondergang.

MOZES

Zo werd ook Israël van de ondergang gered door de omgang met God van Mozes. Als middelaar van het oude verbond staat Mozes dicht bij Christus; zo dicht dat hij volledig in Zijn schaduw past. Een omgang waarin het overigens gevónkt heeft! Een omgang waarin over het ultieme bod gesproken is: laat mij maar sterven, om het volk te laten leven.

Zo kennen we Exodus 33: omgang met God na de vreselijke breuk met God door het gouden kalf. God neemt het niet. Zelfs Mozes komt er niet door bij God. Aan dit volk wil de Heere Zijn Naam niet langer verbinden. God zegt de omgang met Zijn volk op. Als Mozes opnieuw met de Heere gaat spreken, zijn er twee dingen veranderd. Het volk heeft in berouw zijn knieën gebogen. En daarnaast gaat Mozes buiten de legerplaats. Hij neemt letterlijk afstand van het volk, omdat God dat ook doet. De verborgen omgang tussen God en deze middelaar vindt plaats buiten de legerplaats. Buiten ons, zonder ons. Én: voor ons! Nieuwtestamentisch of niet?

DE EERSTE

In dat gesprek is het erop of eronder. Het zal uitlopen op verkiezing of verwerping. Weet je wat ik zo treffend vind in de manier waarop Mozes dit gesprek met de Heere later beschrijft? Dat er niet staat: Mozes sprak tot de Heere. Vreemd genoeg spreken wij wél vaak zo over het gebed. Over wat wij tegen God zeggen. Maar in Exodus 33:11 staat: De Heere sprak tot Mózes. In de omgang met God storten wij ons hart voor Hem uit. Dat kan je opluchten. Maar het kan je niet redden. Om gered te worden moeten woorden van de andere kant gesproken worden. Wacht je op het moment dat God spreekt? Hoe worden wij er in onze omgang met God bij bewaard dat Hij sprekend de Eerste is?

De Heere spreekt tot Mozes, van aangezicht tot aangezicht. Zoals het alleen een middelaar gegeven is, de tussentreder. Zoals een man met zijn vriend spreekt. Dat God met Mozes spreekt als met een vriend, drukt uit dat God met Mozes heilgeheimen deelt. Met eerbied gesproken: dat God Zich door Mozes in Zijn diepe hart laat kijken. God deelt met Mozes iets van Zijn verkiezende genade, zoals Jezus dat in Johannes 15 doet met Zijn discipelen. ‘Ik heb u Mijn vrienden genoemd,’ zegt Hij. Christus noemt Zijn discipelen Zijn vrienden, ‘omdat Ik u alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, bekendgemaakt heb’ (Joh.15:15). En wat heeft Christus van Zijn Vader gehoord? De zaak van kruis en opstanding, van gericht en vrijspraak.

DIENAREN

Er loopt een lijn van Mozes naar Christus. Van Christus naar Zijn discipelen en dienaren. En zij zijn geroepen om al wat zij van Christus gehoord hebben, te verkondigen aan alle volken. De verborgen omgang met God krijgt een actieradius van wereldomvang. Het hart, het geheim van de christelijke verkondiging is Christus. In Hem komt de Vader tot ons, en door Hem gaan wij tot de Vader. In Christus gaan de heilgeheimen van Gods verkiezing en verbond open.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

OMGANG MET GOD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's