NEDERLAND IN AMERIKA
Beslissing ds. W.C. Lamain werkt door in de generaties
Eén roepstem. Eén beslissing. Die ene roepstem, die ene beslissing veranderde de toekomst voor een hele familie. In 1947 nam mijn opa, ds. W.C. Lamain, een beroep aan van twee gemeentes in Grand Rapids, Michigan.
Dit betekende ook nogal een wending voor mijn oma, de zeven kinderen, en de achtste van wie ze acht maanden zwanger was ten tijde van de emigratie. Terwijl mijn opa gedurende de reis verschillende kerkdiensten leidde op de Holland-Amerikalijn, lag mijn hoogzwangere oma ziek in haar hut en holden de kinderen over het schip.
OP VAKANTIE
Het was overigens ook een beslissing die bij de gezinsleden verschillende gedachten en gevoelens opriep. Een van de kinderen was opgetogen omdat hij verwachtte bij aankomst in Amerika Indianen en cowboys te zullen zien. Een ander kind deelde dit enthousiasme bepaald niet. Zij besloot om gedurende de reis haar moeder nauwlettend in de gaten te houden. Zodoende zou ze begrijpen hoe zo’n reis in zijn werk ging en kon ze zelf op eigen gelegenheid dezelfde reis weer in tegengestelde richting maken, terug naar Nederland. Ook mijn oma was niet bepaald enthousiast over de verhuizing. En toch, ze gingen. Ze wisten amper waar ze naartoe zouden gaan. Ze zouden leven van het bakje achterin de kerk. Evenmin als duidelijk was hoeveel dat zou opbrengen, was het duidelijk hoeveel ze ervan overhielden. Aan de ene kant wisten ze nooit hoeveel mensen zouden geven. Aan de andere kant lag het geld los in mijn opa’s hand: hij was vrijgevig. Prachtig, maar ook lastig voor mijn oma die een groot gezin runde.
Mijn vader kwam blijvend terug naar Nederland. Als enige. Die ene beslissing van jaren geleden betekende voor ons ook dat vanaf onze jeugd de vakantiebestemming van mijn ouders, zus en mij vast stond: Amerika. Niet om grote steden of natuurparken te bezoeken, maar om onze opa en oma te zien, ooms en tantes te ontmoeten en met nichtjes en neefjes te spelen. Daarnaast gingen we op bezoek bij gemeenteleden in bejaardenhuizen waar mijn zus Simone en ik als kleine kinderen psalmen zongen voor de Nederlandse immigranten. Psalm 42:1 en Psalm 68:10 waren favoriet.
GRAVEN
Nu, decennia later, ga ik nog steeds op vakantie naar de familie in Amerika. Zo ook deze zomer. Ik struin tussen de graven door op de begraafplaats. Op zoek naar het graf van die twee mensen die voor mij zo belangrijk zijn geweest. Niet zozeer omdat een van hen predikant was. Maar wel omdat ik met mijn vlees en bloed met beiden verbonden ben en ze mij een hoop liefde gaven. Ja, hij kwam naar Nederland om te preken. Maar ze kwamen evenzeer om ons te zien. Het was altijd feest als ze kwamen. En ook als wij daarheen gingen. Zijn ouders liggen begraven in Kamperland, haar ouders in Lisse. Zij liggen in Grand Rapids. Against all odds, tegen alle verwachtingen in.
Grand Rapids is een stad die bekend staat om de vele kerken, veelal van Nederlandse oorsprong. Het wordt ook wel het ‘Jeruzalem van Amerika’ genoemd. Ten tijde van de emigratiegolf was het al een multi-culturele stad: een mix van vooral Nederlanders, Duitsers, Ieren, Engelsen en Polen. In de loop van de decennia is het nog veel multi-cultureler geworden met een groeiende Afrikaans-Amerikaanse en Latijns-Amerikaanse populatie. Inmiddels is de stad overigens ook uitgeroepen tot beer city USA.
Met deze diverse en veranderende omgeving hebben de Nederlandse kerken in West-Michigan ook te maken. Sommige kerken kiezen ervoor om vooral vast te houden aan de Nederlandse achtergrond. Dat betekent dan vaak ook dat de gemeente homogeen blijft en losser komt te staan ten opzichte van de wijk waar deze in staat; gemeenteleden komen van heinde en verre. Andere kerken stellen zich meer actief open voor de hen omringende etnische groepen. Voor de meeste van deze gemeenten is verbreding van het culturele spectrum noodzaak om te overleven in een sterk gewijzigde omgeving. Voor hen geldt: de Nederlandse heritage (het erfgoed) is weliswaar het verleden van de gemeente, maar het is niet haar toekomst.
DIVERS
De ontwikkeling van Nederlanders in Amerika is divers. Zo ook die van mijn familie. Een deel van de familie is lid gebleven van de Netherlands Reformed Church (Gereformeerde Gemeenten) in Grand Rapids (Michigan), Norwich (Ontario) en in Wyckoff (New Jersey). Een aantal anderen is lid geworden van andere kerkgenootschappen die ook Nederlandse wortels hebben, zoals de Christian Reformed Church, dan wel die het reformatorische gedachtegoed delen, zoals de Free Reformed Church en de Orthodox Presbyterian Church. Anderen zijn uitgewaaierd naar andere richtingen.
Mijn thuishaven tijdens de reis is de pastorie van Western Springs Christian Reformed Church: de gemeente waar mijn neef Mark VanStee predikant is. Western Springs is een welvarende buitenwijk van Chicago. De meeste leden zijn van Nederlandse achtergrond, hoewel de band met deze achtergrond met de jaren diffuser is geworden. Slechts een enkeling spreekt wat Nederlands. De Nederlandse connectie is te zien aan de achternamen, sommige liederen in het liedboek dat gebruikt wordt, en het onderschrijven van de Formulieren van Enigheid.
De eerste zondag bezoeken we met een groep familie de Second Christian Reformed Church in Grand Haven – de kerk die voortkomt uit de Gereformeerde Kerken in Nederland. Ook hier blijkt de Nederlandse achtergrond duidelijk uit de Nederlandse – vooral Friese en Groningse – namen die te lezen zijn in de ‘bulletin’ van die zondag: De Jong, Zuidema, Steigenga, Zuidema, Wierenga en Sikkenga. Tegelijk zijn er termen die ons voor onze Nederlandse oren erg Amerikaans klinken. De voorzitter van de kerkenraad heet council president, de kerkrentmeester is treasurer. De benamingen voor ouderling en diaken laten juist meer van de inhoud klinken: shepherd elder en service deacon. Bezoekers worden expliciet welkom geheten, er is een actief community outreach programme (programma om de buurt met het Evangelie te bereiken, red.) en er is een ‘safe church ministry’ die de veiligheid van kinderen in deze cultuur wil stimuleren.
CANADA
Een heel ander voorbeeld van een Nederlandse immigrantengemeente is te vinden in Norwich, Ontario (Canada). Met mijn neef uit Western Springs en zijn jongste dochter bezoek ik oom Jan en tante Corry Den Dekker-Lamain in Norwich. Dit dorp is begin negentiende eeuw gesticht door Engelse Quakers die eerst waren neergestreken in de staat New York. De meeste inwoners zijn momenteel mensen van Engelse afkomst. Daarnaast is een groot deel van de bevolking van Nederlandse afkomst, veelal lid van de Netherlands Reformed Church.
Daarnaast is er een grote Amish en Mennonitische gemeenschap. De familie Den Dekker verruilde midden twintigste eeuw het Brabantse Veen en hun transportbedrijf voor een boerderij in Ontario. Mijn oom en tante wonen in een van de appartementen op het terrein van de Netherlands Reformed Church, een kerkgebouw dat ruimte biedt aan 2000 mensen. Op hetzelfde terrein staat een verzorgingshuis met een ‘Julianavleugel’ en ‘Wilhelminavleugel’. Daarnaast prijkt een eigen basisschool voor zo’n 900 leerlingen die elke dag met dertien bussen worden gehaald en gebracht. Door de grootte en de locatie van de gemeente kan deze gemeente de keuze maken om zich te blijven oriënteren op de Nederlandse achtergrond.
ORGANIST
In het tweede weekend bevind ik mij in een staat met een andere etnische samenstelling: Minnesota. Deze staat in het midden van de VS herbergt voornamelijk mensen van Scandinavische en Duitse afkomst. Ik verblijf bij mijn oom Gerrit Lamain, die met mijn Joodse tante Bette vlakbij de twin cities (tweelingsteden) Minneapolis / St. Paul woont. Delftsblauwe bordjes hangen naast het ‘shalom’ bordje en de Delftsblauwe vazen staan naast het bakje met ‘tsedaka’ erop: de spaarpot voor goede doelen. Mijn oom heeft zijn leven gewijd aan muziek: als muziekleraar van basisschool tot universiteit en sinds zijn tiende als kerkorganist. Zoals hij het zelf onder woorden brengt: de orgelbank is zijn preekstoel geworden. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Op zijn 83e is hij nog steeds even vitaal en werkzaam als organist van St. Stephens Lutheran Church in St. Paul, een kerkgenootschap met Scandinavische wortels. Op zondagmorgen begeleidt mijn oom de dienst op het orgel. Hij speelt de sterren van de hemel. Voor Nederlandse kerkgangers zou de dienst een feest van herkenning zijn geweest, zo ook voor mij. Hij verwerkte verschillende thema’s: onder andere de Nederlandse melodie van Psalm 42 en die van Psalm 72, geïnspireerd door bewerkingen van Piet van Egmond en Feike Asma. Vroeger bezocht oom Gerrit ons vaak in Nederland en heeft menige dienst meegemaakt in onze Dorpskerk in Voorthuizen en de Sint Jan in Gouda. Nu zijn we samen in zijn kerk. De eigen voorganger leidt de dienst, oom Gerrit speelt orgel en ik doe de preek. We vieren het avondmaal. De gemeenschap der heiligen door de geslachten heen en ook door de etnische groepen heen.
O God, die droeg ons voorgeslacht,
door nacht en stormgebruis –
wees eeuwig ons tehuis.
Barbara Lamain uit Utrecht is theoloog.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 2018
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 september 2018
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's