Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEDREIGD EN VERLOST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEDREIGD EN VERLOST

De ernst in de prediking [2, slot]

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel luisterden wij naar enkele fragmenten uit de prediking van Jezus en van de apostel Petrus. We trekken nu de lijn door naar onze eigen preekpraktijk als voorgangers. Welke rol speelt de ernst in onze verkondiging?

Overbekend zijn de woorden uit 2 Korinthe 5:11 (SV): ‘wij dan wetende de schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof...’ De HSV heeft deze woorden als volgt weergegeven: ‘Nu wij dus deze vrees voor de Heere kennen, bewegen wij de mensen tot het geloof.’ De strekking is gelijk. In de prediking proberen wij mensen in beweging te krijgen om te gaan geloven in Jezus Christus.

BEWOGEN OPROEP

Terecht zien wij de gemeente als verbondsgemeente. Paulus stelt nadrukkelijk dat de Heilige Geest Zijn intrek in de gemeente heeft genomen. Maar tegelijk spoort hij de individuele gelovige in de gemeente aan om te onderzoeken of de Geest van Christus ook in hem of haar woont (Rom.8:9).

Geloof is dus geen vanzelfsprekendheid. Aan de gemeenteleden van Korinthe schrijft Paulus: ‘Onderzoek uzelf of u in het geloof bent, beproef uzelf.’

(2 Kor.13:5a) Verondersteld ongeloof is net zo eenzijdig als verondersteld geloof. Opmerkelijk is de motivatie van Paulus in 2 Korinthe 5: wij kennen zelf de vrees voor de Heere. Wij brengen het maar niet ter sprake omdat dat nu eenmaal ‘hoort’. Als prediker ben je er zeer existentieel bij betrokken. Je weet uit ondervinding hoe kwetsbaar je geloof is, hoe weinig ruimte er zit tussen geloof en ongeloof, hoe belangrijk het is om juist in deze tijd te volharden. Dit besef geeft aan de prediking ernst.

Toch is er meer dan alleen deze ‘schrik’. Paulus geeft ook aan dat de liefde van Christus hem drijft. Aan de ene kant is hij diep onder de indruk van de heiligheid van God. Anderzijds heeft hij verrassend ervaren hoe overweldigend God in Christus tot hem gekomen is. Dit laatste geeft kleur en klank aan de ernst. Het is geen onpersoonlijk gedreig en getier. Het is een bewogen oproep, van binnenuit.

DS. G. BOER

Wat de oproep inhoudt, is duidelijk: laat u met God verzoenen. Voorgangers voltrekken deze verzoening niet. Wij verkondigen ook niet dat er geen probleem meer is tussen God en ons, omdat alles dik in orde is. God roept ons als voorgangers op om de verzoening te ‘bedienen’. De verzoening die God tot stand heeft gebracht in Christus, mogen wij prediken. In zijn boekje De prediking van de verzoening schrijft ds. G. Boer daar wezenlijke dingen over. Ten aanzien van de verkondiging schrijft Boer dat de Heere Jezus en de apostelen nooit cirkels maakten in de prediking, maar recht op de man af spraken. Ik citeer: ‘Deze cirkels kunnen gemaakt worden in de wensende zin of in de beschrijvende zin.

Wanneer wij in de wensende zin blijven steken, komen wij niet toe aan het appèl op de harten en de consciënties (gewetens) van de hoorders. Wanneer wij in het beschrijvende blijven steken zonder de mensen in de tegenwoordigheid Gods te trekken, stompen wij de consciënties van de mensen af.’ Een ‘ernstige’ preek is nog niet gelijk aan ‘ernst’ in de prediking. Laat u met God verzoenen. Dat is onze opdracht. Rechttoe, rechtaan.

In een volgend citaat waarschuwt ds. Boer voor een ander gevaar: ‘Een objectieve prediking, waarin breed gesproken wordt van de liefde Gods in Christus, maar gelicht uit het spanningsveld van de toorn en de liefde en waarin de hoogspanning rondom het kruis wordt gemist, geeft evenmin een oplossing en is ook te rangschikken onder het preken met wijde bogen rondom de verzoening.’

Rake zinnen die ons te denken geven. De ernst is hier ver te zoeken. Er hoeft immers niks meer te gebeuren, alles is al geregeld. En de prediking vervlakt en wordt spanningsloos.

SPIEGEL

Waarom ik deze zinnen citeer?

Ik denk dat iedere voorganger het gevaar van slijtage herkent. We leven in een tijd waarin zelfbevestiging volkssport nummer 1 is. En het zou zo maar kunnen dat we vanaf de kansel een duit in dit zakje doen. Die ‘schrik des Heeren’ blijft onmisbaar, die tilt onze prediking boven iedere vorm van gemoedelijkheid uit.

Zet de zaken, vanuit God, op scherp. Zo blijf je worstelen met iedere tekst waar je over mag preken, maar ook worstelen met je gemeente om het Woord over te dragen. Die ‘schrik des Heeren’ is immers niet iets van vroeger, van het verleden. Ten diepste is het ‘de schrik, die zich van de mensen meester zal maken als Christus de Wereldrechter op zijn zetel zal plaats nemen en men zijn eigen leven gepresenteerd zal krijgen.’ (Dr. L. Floor) Dit houdt bij iedere voorganger de ernst erin.

In zijn boekje Crisis der middenorthodoxie analyseert dr. H. Berkhof de prediking van de middenorthodoxie (waartoe hij zelf ook behoorde). Het werd hem niet in dank afgenomen. Ik raad het iedere voorganger aan om te lezen. Niet om vast te stellen wat er bij de buren mis is, maar om juist ook zelf in deze spiegel te kijken. Want het zou zo maar kunnen dat deze crisis ook onder ons is toegeslagen. Hij constateert dat de prediking vlak en mat is geworden. ‘Er zit in deze prediking geen geweld meer. Zij verheft haar stem niet met macht tegen de matheid van het huidige levensbesef, om te roepen: “Ziet, hier is uw God” – want ze is zelf een prooi van die matheid geworden. Deze prediking is geen gebeuren meer.’ Kort samengevat komt zijn kritiek erop neer dat in de prediking wel het Evangelie klinkt, maar de wet in haar aanklagende functie ontbreekt. En dan gebeurt dat ‘het Evangelie boven het bestaan blijft zweven als een vanzelfsprekendheid die men “wel gelooft”, omdat men zijn werking niet aan den lijve heeft ondervonden. De mens blijft dan buiten schot. Hij wordt niet gedood en dus ook niet levend gemaakt.’ Een ‘los’ evangelie, zonder de wet, verdampt. De prediking wordt een luchtbel die uit elkaar spat: er blijft niets van over. De ernst in de prediking is het goed recht van de wet in de verkondiging. Ontdekkend, maar ook leidend en vormend: in de weg van de navolging. Ook daarop heeft de ernst immers betrekking.

HEBREEËNBRIEF

In het huidige tijdsbestek is het voor de gemeente van Christus erop of eronder. Dat tekent de ernst van de tijd. En die zorgt voor ernst in de prediking. Een brief die mij in dit verband erg aanspreekt, is de Hebreeënbrief. Het zou zelfs kunnen dat dit niet eens een brief is maar een preek: een ernstige preek.

De schrijver ziet de afval voltrekken. Christenen worden geconfronteerd met lijden vanwege het geloof en er zijn er die bedanken voor die eer en het voor gezien houden. Probeert de schrijver als een soort wanhoopspoging het Evangelie nog wat op te leuken om het zo nog aan de man te brengen? Deze brief staat vol vermaning. Het woord ‘ernst’ is zeker op deze brief van toepassing: vreselijk is het te vallen in de handen van de levende God. Israël wordt als waarschuwend voorbeeld naar voren geschoven: velen konden niet ingaan in het beloofde land vanwege hun ongeloof. En ook richting christenen die afvallen: als je eens verlicht bent geweest, maar bent afgevallen, dan is er geen weg terug meer (Hebr.6).

Als je deze brief integraal doorleest, bemerk je: het moet niet zo af en toe over ‘ernst’ gaan als een specifieke tekst er aanleiding toe geeft. Nee, het is ernst. Het hele leven, het hele christenleven.

Ondertussen betekent dat geen onzeker bestaan. Wij worden geroepen de wedloop te lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij hield vol. Hij zit aan de rechterhand van de Vader. Wie op Hem ziet, ontvangt kracht om het vol te houden.

VOOR GODS AANGEZICHT

De ernst in de prediking. Het is je ogen open hebben en houden voor de tijd waarin we leven, de dingen die gebeuren en deze noties in de Schrift. Maar het is ook je ogen open hebben en houden voor al de beloften van God die in Christus ja en amen zijn. De ernst in de prediking heeft alles te maken met de realiteit van het leven voor Gods aangezicht. Dat is een bedreigd en een verlost bestaan. Zo is de prediking ontdekkend en bemoedigend.

Ds. C. van Duijn is predikant van de hervormde gemeente te Delft.


De brochure Instrument van de Geest. Gedachten over hervormd-gereformeerde prediking bevat het rapport van de commissie Prediking van de Gereformeerde Bond. De leden van de commissie beluisterden en vergeleken oudere en recent gehouden preken én hebben een bijbels gefundeerde weg gewezen als antwoord op de vraag wat hervormd-gereformeerde prediking aantrekkingskracht kan geven. De brochure is te bestellen door het overmaken van € 5,50 (incl. porto) op ING-rekening NL25 INGB 0002 9370 21, t.n.v. Gereformeerde Bond, Apeldoorn, o.v.v. brochure ‘Prediking’. Wie er vijf of meer bestelt, betaalt € 5,00 per stuk.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

BEDREIGD EN VERLOST

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 2018

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's