VÉÉL OUDE TESTAMENT
(Hoe) lezen we Openbaring? [2]
Je kunt het zomaar denken: Openbaring bestaat uit allerlei spectaculaire beelden en unieke visioenen. En naar de betekenis kun je slechts raden. Bij een gewoon boek lopen alle verhaallijnen naar het slothoofdstuk. Maar hoe Openbaring als ‘slothoofdstuk’ die rol zou moeten vervullen…
Tot je ontdekt dat Openbaring helemaal niet zo ‘spectaculair’ en ‘uniek’ is. Meer dan de helft van Openbaring zijn directe citaten uit of zinspelingen op het Oude Testament. Veel in Openbaring is dus niet nieuw – een heel aantal beelden en visioenen zijn allang een keer voorbijgekomen. Ze worden slechts in één nieuw, laatste perspectief gezet. In dit artikel kijken we vooral naar de verbindingen met het Oude Testament. Eerst zien we een vier concrete voorbeelden, bij kernthema’s uit het boek. Daarna volgt van daaruit een aantal leeswijzers.
TROON
Misschien is het wel het hoofdthema in het boek: de aanbidding van God op de troon (Openb.4-5).
Hij regeert en is daarom alle hulde waard. Het visioen dat Johannes ziet, komt terug in Ezechiël 1, bijvoorbeeld in vers 26-28: ‘En boven het gewelf dat boven hun hoofden was, was iets met het uiterlijk van een saffiersteen, iets wat leek op een troon. En daarboven, op wat op een troon leek, was iets wat leek op een mens.
Zoals het uiterlijk van de regenboog, die in de wolken verschijnt op de dag van de regen, zo was het uiterlijk van de lichtglans rondom.’ Ook in Jesaja 6 klinken dergelijke woorden: ‘In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon, en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel.’ In het gebeuren rondom die troon vind je treffende overeenkomsten. Telkens straalt het van macht en majesteit. Je voelt wel: híer gebeuren allesbepalende dingen. Het koningschap is aan Hem alleen – een belijdenis die vooral ook in het psalmboek steeds weer wordt bezongen. Veel psalmen lijken bij Openbaring geschreven, zoals die prachtige Psalm 2: de koningen kunnen beraadslagen en zich opstellen tegen de Heere en Zijn Gezalfde; maar Hij Die in de hemel woont zal lachen en hen bespotten. Denk aan Psalm 97, 99, 110 en vele anderen. Een fundamentele belijdenis die begint in het Oude Testament en wordt doorgetrokken tot en met de voleinding: God regeert!
OORDELEN
De contexten van die woorden in Ezechiël, Jesaja en Openbaring maken ondertussen wel duidelijk: Gods regering betekent ook dat God oordelen kan en zal (Openb. 6-16). Juist door oordelen heen volvoert Hij Zijn plan. In hoofdstuk 6-16 wordt duidelijk gemaakt dat dat een door en door bijbelse lijn is. We vinden er vele citaten en zinspelingen uit de profeten en het boek Exodus. De vier ‘beruchte’ gekleurde paarden vinden we terug in Zacharia 1 en 8. De bazuinen en sprinkhanen bepalen het oordeelsverhaal in Joël 2. Joël 2 maakt meteen ook duidelijk dat oordeel zegen betekent. Want zó is er de garantie dat er met het kwaad ook echt wordt afgerekend. In Joël 2:21 klinkt: ‘Wees niet bevreesd, land, verheug u en wees blij, want de Heere heeft grote dingen gedaan.’ Juist in dat kader staat ook het oordeel in Exodus: een bevrijdingsverhaal waarin de Heere God Israël onder leiding van Mozes bevrijdt door de tien plagen uit Egypte. Die plagen komen in willekeurige volgorde en met herhaling terug binnen de drie cycli (zie vorige artikel) van zeven oordelen (zegels, en met name de bazuinen, schalen) in Openbaring 6-16. Wat de Heere God doet in de voleinding van de tijd, is net als dat wat Hij toen en daar deed. De farao leek dé machthebber. Israël zat hopeloos vast. Totdat de Heere van de legermachten Zijn macht liet blijken. Toen bleek hoe het er echt voorstond. Dat fundamentele verhaal in de Bijbel zal opnieuw tot leven komen. En dat zet Gods oordelen in Openbaring in het juiste perspectief. Als wij psalmen zingen, laten we oordeelsverzen nogal eens liggen. Met Openbaring kun je ineens héle psalmen vol overtuiging zingen. Want vertellen zij niet het verhaal van de God op de troon die door plagen heen Zijn volk bevrijdt?
BOEKROLLEN
Gods regering betekent ook: er is een plan, een ‘draaiboek’ (Openb.5 en 20). De gang van deze wereld is niet toevallig. Gods boeken bepalen de geschiedenis.
De eerste boekrol komen we tegen in hoofdstuk 5: de rol in de hand van Hem op de troon. Opnieuw klinkt Ezechiël, deze keer uit hoofdstuk 2:9: ‘Toen zag ik, en zie, er was een hand naar mij uitgestoken. En zie, daarin was een boekrol.’ Het boek van de geschiedenis, het Woord van God om bij die geschiedenis te leven. Daarnaast vertelt hoofdstuk 20 ons van nóg een boek. Het staat in de context van het laatste oordeel. Dan lezen we: ‘En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens.’ (vers 12) Naast het boek vol van wat mensen ervan hebben gemaakt, is er nog een boek. Het boek dat in hoofdstuk 13 en 21 ‘het boek van het leven van het Lam’ wordt genoemd. Daarin staan geschreven de namen van hen die leerden leven van het offer van het Lam. Wat een prachtige boodschap! Ja, ook het leven van gelovigen wordt geoordeeld. Zij worden echter behouden op basis van een ander boek, op basis van het offer van het Lam. Ook die prachtige lijn is niet nieuw.
In Daniël 7 lezen we in vers 10: ‘Het gerechtshof hield zitting en de boeken werden geopend.’ De boeken over mensen. Maar in Daniël 12 klinkt: uw volk zal ontkomen, worden gered in een benauwde tijd, namelijk ‘ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek’ (vers 1-2). Twee boeken: één over het mensenleven, en één over het leven van het Lam. Gods gemeente vindt zekerheid in dat tweede boek!
EENHEID
Al dat oordeelsgeweld is er dus niet voor niets. Het is Gods weg naar Zijn nieuwe wereld. Die nieuwe wereld wordt geschetst in de laatste hoofdstukken van Openbaring (hoofdstuk 21-22). Al is het de nieuwe wereld, de woorden zijn niet nieuw. In de laatste hoofdstukken wordt stevig ‘geleund’ op het tempelvisioen zoals Ezechiël dat uitgebreid beschrijft in hoofdstuk 40-48.
Zowel Ezechiël als Johannes ziet vanaf een hoge berg een visioen van wat God Zelf bouwde. Ze zien allebei dat het wordt opgemeten. Bijvoorbeeld bij de entree zijn de overeenkomsten treffend. Twaalf poorten, in elke windrichting drie, met namen van de twaalf stamvaders van Israël (Ez.48:30-43). En Johannes ziet nog meer: de poort rust op twaalf fundamenten. Met de twaalf namen van de apostelen van het Lam. Gods volk, het Oude en het Nieuwe Testament samen. Gods toekomst is er een van eenheid. De poorten staan altijd open, want er is geen nacht (Jes.60:11 ‘Uw poorten zullen steeds openstaan; dag en nacht zullen ze niet gesloten worden’). Het gevaar is immers weg, het kwaad is verslagen.
ONTMOETING
Het is even zoeken naar een tempel in Openbaring 21. Die blijkt er niet te zijn. Maar als je de afmetingen van de tempel in Ezechiël 40-48 en de stad in Openbaring 21 vergelijkt, ontdek je iets bijzonders. Het gehele tempelcomplex is vierkant, even lang als breed (Ez.42:15-19). Een perfecte vorm. Het nieuwe Jeruzalem blijkt dat ook te zijn, 21:16: ‘En de stad lag daar als een vierkant’. Er klinkt nog iets bij: deze stad kent ook hoogte (‘haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk’). Het nieuwe Jeruzalem wordt getekend als een kubus. En juist het heilige der heilige had ook die vorm (1 Kon.6 en 2 Kron. 3, ‘20 el lang, hoog en breed’). Salomo moet het overtrekken met bladgoud. Waar is het nieuwe Jeruzalem van gemaakt? Puur goud! In Openbaring 21:18 staat: ‘En het bouwmateriaal van de muur was jaspis en de stad was zuiver goud, gelijk aan zuiver glas.’
Met andere woorden: het nieuwe Jeruzalem is de vervulling van het heilige der heilige: dé plek van ontmoeting met God. Niet voor niets is het laatste woord van het hele boek Ezechiël dít: ‘De Heere is daar.’ (48:35) Precies dat is ook het vooruitzicht in Openbaring 21:3: ‘Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn.’ Geen afstand, geen angst, geen drempel. Want zonde en schuld is weggedaan. Gemeenschap met God!
Bovenstaande is slechts een selectie van de verbanden die te ontdekken zijn. Wat betekent het voor het lezen van dat boek? Hieronder volgen enkele leeswijzers.
TOTA SCRIPTURA
Oude en Nieuwe Testament zijn aan elkaar verbonden met talloze draden. Je kunt ze simpelweg niet ‘los’ lezen. We leven niet alleen bij sola scriptura maar ook bij tota scriptura (de hele Schrift). Naar goed gereformeerd gebruik lezen we Openbaring dus ook vanuit het geheel van de Schrift. Dat betekent dat je bij citaten en zinspelingen dus ook moet kijken naar de context van dat oudtestamentische gedeelte. Die context mag vervolgens ook meedoen in de uitleg van het gedeelte uit Openbaring. En die lijn gaat heen en weer: zoals het Oude Testemant helpt Openbaring te lezen, zo mag Openbaring helpen het Oude Testament te lezen. Lezen, met de vervulling in het achterhoofd.
OVEREENKOMST EN VERSCHIL
Bij vergelijking zie je telkens overeenkomst en verschil. De overeenkomsten laten dat doorlopende verhaal zien dat de Schrift vertelt. Tegelijk laten de verschillen ook iets zien. Alsof Openbaring vertelt: het is niet bij die oudtestamentische beelden gebleven.
Vaak is er in de Openbaring-tekst sprake van een verbreding. In het Oude Testament lag de focus op Israël. In Openbaring is het volk van God verbreed en verwijd. In het Oude Testament is er vaak een ‘ten dele’. Openbaring geeft steeds iets weer van vervulling. Er komen dimensies, aantallen, beelden bíj.
ÉÉN VOLK
Dat zet ons duidelijk op het spoor van één volk van God. Openbaring wordt nog wel eens gebruikt om de weg van God met Israël te schetsen. Maar als je het Oude Testament en het Nieuwe Testament aan elkaar verbindt, is de hoofdboodschap juist: één volk. 144.000 verzegelden die precies de volmaakte som (maal duizend) zijn van twaalf keer twaalf (al is deze uitleg ook altijd weer betwist). Twaalf poorten met stamvaders, twaalf fundamenten met apostelen. Het is niet óf Israël óf de kerk. God gaat Zijn weg met Zijn volk van Jood en heiden samen. Precies zoals bijvoorbeeld Efeze 2 daarover schrijft.
VERVUILING
Die weg met dat ene volk kent slechts één middelpunt: het werk van Jezus Christus. Openbaring ‘trekt’ de vele oudtestamentische woorden door de Heere Jezus heen op weg naar de toekomst.
In Jezus Christus vindt het Oude Testament haar grootste vervulling. In Hem is en komt Gods Koninkrijk dichtbij. Dáárover gaat Openbaring: Gods nieuwe wereld, waarin Jood en heiden samen aanbidden voor de troon.
De wereld die tegelijk is en komen zal, ‘reeds en nog niet’. De wereld waarin alleen Hij regeert – ondanks alle machten. En dat is alle reden tot troost en bemoediging!
Ds. A.J. Mouw is predikant van de hervormde gemeente te Aalburg.
Volgende week deel 3 in deze serie, de heilsgeschiedenis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2019
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's