Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GLOBAAL BEKEKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een lezer stuurde mij een aantal aardige fragmenten uit Herinneringen uit mijn leven van ds. J.H. Gunning (1858-1940), over ‘Enkele Haagsche figuren’. Twee fragmenten:

• Nu heb ik nog niet de twee ‘modernen’ genoemd, Dr. Zaalberg en Ds. Hoevers. (...) Hoevers was scherp en geestig, gelijk vele mismaakte personen zijn, en dat was hij. Ds. Hoevers werd door de overheerschende rechtzinnigheid vaak weinig waardig behandeld en nooit met het dierbaarheids-kleinwoordje betiteld, dat in kerkelijk Den Haag zoo gebruikelijk was. Hij ‘stond op half licht’, d.w.z. dat er in zijn avonddienst maar een beperkt aantal gaslampen werd ontstoken, een onhebbelijke, schoon zuinige gewoonte bij predikers, die weinig volk trokken. Hij had een klein gehoor. Toen een der diakenen na een Woensdagavonddienst eens de onbeschoftheid had hem toe te voegen: ‘een mooie collecte, dominee! 21 centen!’ antwoordde hij, slagvaardig en scherp: ‘inderdaad een mooi bedrag! En is daar de gave van de heeren diakenen óók nog bij?’

• Dr. Ruitenschild toonde mij, die àl wat met het Hof samenhing in de hoogste mate belangrijk vond, eens de geschenken, die hij bij verschillende gelegenheden als hofprediker van de Koninklijke familie gekregen had. Een fraai theeservies heb ik later bij zijn zoon, mijn beminnelijken collega Adam Ruitenschild, teruggevonden. Toen deze goede man eens een keer van de inderdaad akelig-steile trap van den Dompreekstoel was afgegleden, had collega Bronsveld dadenlijk den witz bij de hand: ‘de tweede val van Adam.’ (...)

Een diepen indruk heeft Ds. Moll, ‘vader Moll,’ gelijk velen zeiden, bij mij achtergelaten. Klein, ineengeschrompeld, met een schedel, waarin een of ander been sterk naar boven uitstak – hoe weet je zulke kleine details nog na een halve eeuw! – was hij voor mij een voorwerp van grooten eerbied. Mijn vader zond mij nogal eens met een boodschap naar hem heen en zijn huisknecht Jakob – ik vond het heel deftig, zoo’n knecht met een gestreept rood jasje te kùnnen hebben – liet mij altoos dadelijk bij den dominee toe. Hij had bij vriendelijken scherts ook steeds een ernstig woord voor mij, en toen ik hem eens vroeg: ‘hoe gaat het met u, dominee?’ zei hij iets, dat ik nooit vergeten ben: ‘God is bezig, mijn jongen, de laatste draadjes en vezeltjes van mijn eigen werk er uit te halen, weldra blijft Zijn werk alleen over en dan ben ik klaar voor den hemel.’

***

Bij Lebowski Publishers (Amsterdam) verscheen van de hand van Roxane van Iperen een spraakmakend boek, getiteld ’t Hooge Nest, een villa op de grens van Huizen en Naarden in oorlogstijd, waar de schrijfster nu haar woning heeft. De achterflap maakt duidelijk waarover het gaat:

‘Wanneer er gevochten moet worden, moet er maar gevochten worden. Je kunt jezelf niet ontrouw worden. Je kunt jezelf ook niets wijsmaken. We stonden ervoor. We hebben gedaan wat we moesten doen, wat we konden doen. Niet meer en niet minder.’ Janny Brandes-Brilleslijper

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de twee joodse zussen Janny en Lien Brilleslijper actief in het verzet in Amsterdam en Den Haag. Als het net zich rond hen begint te sluiten, moeten ze onderduiken. Ze komen terecht in ’t Hooge Nest, een villa verscholen in de bossen van ’t Gooi. Spoedig zal het huis onder hun leiding uitgroeien tot een van de grootste onderduikadressen in Nederland.

Terwijl de laatste joden in het land worden opgejaagd gaat het leven van enkele tientallen onderduikers zo goed en kwaad als het gaat door, pal onder de neus van NSB-buren en nazikopstukken (zoals Anton Mussert, v.d.G.). Als het einde van de oorlog in zicht is wordt het Nest verraden en de familie Brilleslijper belandt met het laatste transport in Auschwitz, samen met de familie Frank. ’t Hooge Nest is een verhaal over moed, verraad en menselijkheid in barbaarse tijden, en brengt een ongekende geschiedenis met kracht tot leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 2019

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

GLOBAAL BEKEKEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 februari 2019

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's