Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GROOT MYSTERIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GROOT MYSTERIE

Ds. A. Goedvree promoveert op leer van wedergeboorte bij Bavinck

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 13 september 2018 verdedigde ds. A. Goedvree aan de Protestantse Theologische Universiteit te Groningen met succes zijn proefschrift over de ontwikkeling van de leer van de wedergeboorte bij Herman Bavinck.

Van harte willen we onze collega, predikant van de hervormde gemeente van Uddel, gelukwensen met het behalen van de graad van doctor in de godgeleerdheid. Het dwingt altijd opnieuw respect af als een predikant, verbonden aan een grote(re) gemeente, kans ziet om naast zijn vele ambtelijke werkzaamheden een promotiestudie te volbrengen. Hieronder volgt een impressie ervan.

ONDERWERP VAN ONDERZOEK

Omdat er nog geen aparte studie bestond over de opvattingen van Herman Bavinck met betrekking tot de leer van de wedergeboorte, vult de studie van collega Goedvree een lacune. Tevens is daarmee de relevantie van het onderzoek aangetoond. Dat het onderwerp een aangelegen zaak betreft, hangt samen met de centrale plaats die de leer van de wedergeboorte in de gereformeerde theologie inneemt. De vragen die in dit verband rijzen, zijn veelomvattend. De beantwoording van die vragen is gecompliceerd, zeker als er spirituele en psychologische aspecten bij worden betrokken – wat Herman Bavinck stellig doet. De dissertatie heeft dan ook niet zonder reden als titel meegekregen Een ondoordringbaar mysterie – woorden van Bavinck zelf. In ieder geval is duidelijk dat de leer van de wedergeboorte een brandpunt is van theologie en antropologie. Herman Bavinck heeft zich diepgaand met dit onderwerp beziggehouden. Als gereformeerd theoloog ontwikkelt Bavinck een eigen visie op wedergeboorte en als neocalvinist wil hij de wedergeboorte plaatsen in het kader van zijn tijd. Verder heeft hij oog voor de antropologische facetten van de wedergeboorte, niet alleen systematisch-theologisch, maar ook ethisch en psychologisch. Ten slotte is Bavinck ook intensief betrokken geraakt bij de discussie over de leer van de veronderstelde wedergeboorte zoals deze door A. Kuyper is ontwikkeld. Aan die betrokkenheid schenken we hierna apart aandacht.

ONTWIKKELING

Zonder uitvoerig in te gaan op de ontwikkeling die het denken van Herman Bavinck op het punt van de wedergeboorte in bijvoorbeeld de verschillende uitgaven van zijn Gereformeerde Dogmatiek heeft ondergaan, wijzen we een enkele lijn aan. Aanvankelijk leunt Bavinck wat betreft zijn gedachten over de wedergeboorte nogal sterk tegen de Dordtse Leerregels, omdat hij wil aansluiten bij het belijden van de kerk der eeuwen. Zijn heruitgave van de Synopsis purioris theologiae (Leiden, 1625) in 1881 bevestigt het vermoeden dat Bavinck ook door dit belangrijke geschrift van de zeventiende-eeuwse gereformeerde theologie is beïnvloed. Toch valt er bij deze beïnvloeding door beide gereformeerde geschriften wel iets op te merken. Zijn aansluiting bij de Canones van Dordt is nogal slordig. Hij verwijst namelijk niet naar de vernieuwing van het verstand. Terwijl juist dat onderdeel van belang is voor het theologisch doordenken van de wedergeboorte. En waar het de invloed van de Synopsis betreft, geldt dat Bavincks beschrijving van de wedergeboorte eenvoudiger is dan die van het Leidse geschrift. Dat laatste geeft als gevolg van de Aristotelische scholastiek een beschrijving van de wedergeboorte die in veel opzichten gecompliceerder is dan die van Bavinck.

In de verdere ontwikkeling van Bavincks gedachten over het wedergeboortebegrip is beïnvloeding van eigentijdse denkers en theologen te bespeuren, vooral in de antropologische aspecten – een kant waarvoor Bavinck bijzonder belangstelling heeft. Deze aandacht voor het eigentijdse theologische denken hangt samen met het ontstaan van het neocalvinsime. Sinds ongeveer 1870 is er sprake van een vooral door A. Kuyper geïnitieerd calvinistisch reveil dat hierdoor wordt gekenmerkt dat het het calvinisme in relatie wil brengen met de moderne cultuur. Ook Bavinck is een van de voormannen van deze beweging. Er bestaat tussen beide voormannen echter verschil. Terwijl Kuyper meer antithetisch is in relatie tot het modernisme, is Bavinck het gesprek tussen beide bewegingen intensiever en synthetiserend aangegaan. Daarbij hebben drie thema’s zijn aandacht: de schriftleer, de algemene genade én wedergeboorte en doop. Deze benadering heeft zijn weerslag op de ontwikkeling van Bavincks gedachten over de wedergeboorte.

FEL DEBAT

De verhouding tussen beide voormannen van het neocalvinisme kwam enigszins op scherp te staan door de leer van de veronderstelde wedergeboorte, zoals die door Kuyper is ontwikkeld. Kortgezegd komt Kuypers opvatting hierop neer dat de doop bediend wordt op grond van de wedergeboorte die verondersteld mag worden aanwezig te zijn in de kinderen van het verbond – een visie die zowel aanhangers als bestrijders vond. In ieder geval leverde het in de toenmalige Gereformeerde Kerken een fel debat op. Ook Bavinck nam deel aan dit debat: als academicus, maar ook als leidsman van het kerkvolk.

Volgens Kuyper is de wedergeboorte in de eerste fase inplanting van een nieuwe levenskiem. Dit geschiedt buiten Woord, kerk en opvoeding om, rechtstreeks en zonder enig voorbereidend Geesteswerk. Op deze eerste fase volgt de bekering en als derde fase de heiliging. De eerste fase vindt in de regel al jong plaats bij wie in het verbond geboren zijn.

Met andere woorden: wedergeboorte is als een zaad, dat in de roeping door het Woord ontluikt: dat is de tweede fase, de bekering. Deze gedachte over de wedergeboorte is onder meer ingegeven door de grote kindersterfte van die tijd en de pastorale vragen die dat met zich meebracht. Kuypers visie staat echter onder invloed van het aristotelische begrippen-materiaal. Als gevolg daarvan worden plaats en werking van de genademiddelen verminderd. Ook komt de samenhang tussen Woord en Geest te kort.

Tegenover Kuypers gedachten stelt Bavinck dat er niet gedoopt wordt op veronderstelde wedergeboorte of verondersteld geloof, maar uitsluitend op grond van het verbond der genade en de beloften van God die de gelovigen en hun kinderen gelden.

Enerzijds heeft Bavinck grote bezwaren tegen Kuypers visie op de onmiddellijke wedergeboorte.

Hij toont aan dat Kuypers gedachten op verschillende punten afwijken van de gereformeerde heilsorde en er zelfs gedeeltelijk mee in strijd komen. Anderzijds toont Bavinck zich mild kritisch, ja zelfs irenisch ten opzichte van Kuyper.

Hij wil de kerkelijke eenheid bewaren en bevorderen en dat brengt hem ten slotte tot de uitspraak dat de kwestie van de veronderstelde wedergeboorte niet kerkscheidend is.

TEN SLOTTE

Bovenstaande is slechts een korte impressie van een specialistische studie. Omdat de schrijver binnen zijn onderzoeksveld vooral de intenties van Bavinck wilde nagaan, lijkt mij deze studie vooral van betekenis voor het onderzoek van Bavincks theologie.

Ds. P. van der Kraan uit Arnemuiden is emeritus predikant.


N.a.v. Aart Goedvree, ‘Een ondoordringbaar mysterie. Wedergeboorte volgens Herman Bavinck’, uitg. De Banier; Apeldoorn, 352 blz.; € 24,95.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

GROOT MYSTERIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's