Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leessleutels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leessleutels

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het gedicht ‘Awater’ (1943) schrijft Martinus Nijhoff de befaamde woorden ‘De schrijfmachine mijmert gekkepraat. Lees maar, er staat niet wat er staat.’ Over de juiste uitleg verschillen de neerlandici van mening. Sommigen zeggen dat het om een woordgrapje gaat. Twee jongetjes lopen langs een groot gebouw en de ene leest de naam voor: ‘Wat er stáát.’ De ander zegt: ‘Er staat niet wat er staat, er staat Wáterstaat.’ De dichtregel wordt vaak aangehaald om uit te drukken dat je met poëzie altijd voorzichtig moet zijn. Er zit vaak een dubbele bodem in. Er staat iets anders dan de woorden doen vermoeden.

Context

Is dat met de Bijbel ook zo? Er is een onuitputtelijke rijkdom in de Schrift. Iedereen die zich bezighoudt met bijbelstudie, komt steeds voor verrassingen te staan. Er komen uit de voorraadkamer telkens ‘nieuwe en oude dingen tevoorschijn’ (Matt.13:52).

Tegelijk is het van belang om willekeur te voorkomen bij de bijbeluitleg. Daarom hebben de reformatoren benadrukt dat je voor de geloofsleer uit moet gaan van de historische en grammaticale betekenis van de Schrift. Je moet de Bijbel niet altijd letterlijk nemen – een gelijkenis is nu eenmaal een verhaal en een psalm is poëzie – maar je moet de Bijbel wel altijd zo nemen zoals de tekst zich aandient en bedoeld is in de oorspronkelijke context.

De doordenking van de vraag hoe je de Bijbel moet lezen noemen we ‘hermeneutiek.’ De hermeneutische principes – de leessleutels of leesregels – voor de uitleg van de Schrift zijn uiteraard fundamenteel voor de theologie. Daarom willen we dit onderwerp in het Cornelis Graafland Centrum nader bestuderen. Daarin komen verschillende aspecten van de theologie samen. Het is heel interessant om na te gaan welke keuzes in de tijd van de Reformatie gemaakt zijn en hoe die van invloed zijn op de gereformeerde theologie. Waarom is bijvoorbeeld de allegorische uitleg zo scherp afgewezen?

Gelijkenis

Johannes Calvijn (Institutie 2.5.19) windt zich er bijvoorbeeld nogal over op dat de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan misbruikt wordt. Jezus zegt dat de rovers de man ‘halfdood’ hadden laten liggen. Omdat de gelijkenis vaak gebruikt wordt als een beeld van de zondeval – de mens daalt af van Jeruzalem naar Jericho en wordt overvallen door de satan – trekken veel exegeten de conclusie dat er van de gevallen mens toch ook nog wel wat goeds te melden valt: hij is halfdood en niet helemaal dood. Dat is natuurlijk in strijd met de woorden van Paulus dat wij, die met Christus levend gemaakt zijn, dood waren door de overtredingen en de zonden (Ef.2:1). Jezus bedoelt met de gelijkenis antwoord te geven op de vraag wie onze naaste is. Je maakt misbruik van de tekst als je daar allerlei andere dingen in gaat inlezen.

Verschillende genres

Het gaat bij het thema van de hermeneutiek niet alleen om historisch onderzoek. Dat onderzoek kun je relateren aan de wetenschappelijke bijbeluitleg van vandaag. Hoe kunnen we op de juiste wijze rekening houden met de verschillende genres in de Schrift? Hoe wordt in het Nieuwe Testament omgegaan met het Oude Testament? Dat is een spannende vraag, omdat – in ieder geval op het eerste gezicht – de nieuwtestamentische uitleg niet altijd overeenstemt met de historische en grammaticale betekenis van de tekst uit het Oude Testament. In het Oude Testament staan verwijzingen naar Christus die in het oorspronkelijke verband van de tekst misschien niet zo duidelijk zijn.

Bij de doordenking van de hermeneutiek gaat het ten diepste om het werk van de Heilige Geest, Die de discipelen van Jezus ‘de weg [zal] wijzen in heel de waarheid’ (Joh.16:13) door de Schriften voor hen te openen. Hermeneutiek mag daarom, volgens een woord van prof. Graafland, ‘nooit een substituut voor de Heilige Geest’ worden (Waarom nog gereformeerd?, p. 49).

Dr. H. van den Belt is hoogleraar systematische theologie aan de Vrije Universiteit.


De lezers van De Waarheidsvriend worden via deze maandelijkse rubriek op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen rond het Cornelis Graafland Centrum.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Leessleutels

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's