Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wederzijds gesprek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wederzijds gesprek

70 jaar Israëlzondag (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste tientallen jaren is de relatie tussen de kerk en Israël sterk veranderd. De verhouding wordt nu gekenmerkt door gesprek en niet langer door zending. In de hervormde kerkorde van 1951 was voor het eerst sprake van gesprek, al was dit nog sterk eenrichtingsverkeer.

Ds. J. Snaterseis predikant van de hervormde wijkgemeente Centrum te Hoogeveen en lid van de protestantse Raad voor Kerk en Israël.

Volgende keer luisteren we in het slot van deze driedelige serie naar een Palestijns-christelijke stem, Munther Isaac.

Pas in 1991 koos de kerk inhoudelijk voor wederzijds gesprek. Nu weet onze kerk zich ‘geroepen in al haar geledingen het gesprek met Israël te zoeken en gestalte te geven aan de verbondenheid met het volk Israël.’ Zo staat het in de huidige kerkorde.

Van zending naar gesprek is een goede ontwikkeling, al komt niet iedereen hierin mee. Het roept bovendien vragen op naar de inhoud van dit gesprek. Hierom is het van belang stil te staan bij de betekenis en de inhoud van dit gesprek.

Gesprek

Na de Tweede Wereldoorlog is de verhouding Kerk en Israël onderwerp van intensieve theologische bezinning geworden. Voorheen was Israël vooral voorwerp van zending. Wij konden Joden laten ontdekken dat Jezus hun Messias is. Dit mogen wij hun immers niet onthouden. Zending ging uit naar alle volken en hiermee tegelijk naar het Joodse volk. Met Paulus leven we in de verwachting dat eenmaal, op Gods tijd, heel Israël zal zalig worden (Rom.11:26).

Hoe kan het Joodse volk in Christus geloven als zij niet van Hem hebben gehoord? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt? (Rom.10:14).

Deze zending ging gepaard met een dubbele houding. Er was bewogenheid met Joden die dreigden zonder Christus verloren te gaan. Tegelijk was er een negatieve houding vanuit de vervangingstheologie. Israël had als verbondsvolk afgedaan. Alleen een bekeerde Jood was een goede Jood.

Bewogenheid en christelijk antisemitisme vormden een slecht huwelijk. Want hoe kan bewogenheid samengaan met openlijke of verborgen minachting van Joden? Overbodig te zeggen dat het Joodse volk heeft geleden onder deze negatieve houding. Er waren zelfs tijden dat deze zending uitliep op bekeringsdwang. Óf bekering tot het christendom, óf uitstoting, óf vervolging.

Tijdens de opkomst van de nieuwe zendingsbeweging in de negentiende en twintigste eeuw schoot het aantal organisaties gericht op ‘Jodenzending’ als paddenstoelen uit de grond. Wereldwijd waren er tegen de honderd organisaties, met ruim 800 zendingsarbeiders, actief. Wij hadden de Schriften goed verstaan en meenden precies te weten wie Jezus is. Israël hadden wij als gesprekspartner hiervoor niet nodig. Het Joodse volk ervoer dit als bedreiging van zijn identiteit en voortbestaan.

Nieuwe verhouding

De theologische bezinning van de afgelopen zeventig jaar heeft ertoe geleid dat we zijn gaan inzien dat zending onder Joden niet juist was. De vervangingstheologie werd ontmaskerd. We kunnen Israël niet rangschikken onder ‘alle volken.’ Wij hebben het Evangelie immers van het Joodse volk ontvangen.

Dit Evangelie van het Koninkrijk gaat vanuit Jeruzalem uit naar alle volken. De volken moeten bekend raken met de God van Israël. Uit de afgodendienst moeten zij worden geroepen tot de Ene, de levende God. Israël heeft intussen vanouds weet van Gods openbaring aan Abraham, Izak en Jakob, aan Mozes en de profeten.


Dit Evangelie van het Koninkrijk gaat vanuit Jeruzalem naar alle volken


In het Nieuwe Testament merken we dat de apostelen anders omgaan met hun volksgenoten dan met de heidenen. Paulus zocht eerst de synagoge op om zijn mede-Joden Christus te prediken dat Hij de Zoon van God is (Hand.9:20). Hierbij legde hij de Schriften van het Oude Testament uit. Heidenen riep hij op zich af te wenden van dode goden om zich te bekeren tot Israëls God.

Omdat wij geen Joden zijn maar heidenen, staan wij in een andere verhouding tot het Joodse volk. Als afgerukte takken van een wilde olijfboom zijn wij geënt in de tamme olijfboom die Israël is. Omdat wij deel hebben gekregen ‘aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom’ (Rom.11:17), is het karakter van toenadering principieel anders. Vandaar dat wij nu spreken van een wederkerig gesprek en niet langer van zending.

Naar elkaar toegegroeid

Nu deze nieuwe verhouding is vastgelegd door de kerken, zijn we dichter naar elkaar toegegroeid. Het gesprek is daadwerkelijk ontstaan.

Vanuit de Joodse gemeenschap heeft de in Frankrijk geboren historicus Jules Isaac (1877-1963) baanbrekend werk verricht. Vanaf het eindevan de Tweede Wereldoorlog tot aan zijn sterven heeft hij zich onvermoeibaar ingezet voor een betere verhouding. Hij nodigde kerken uit de christelijke theologie opnieuw te doordenken en alle vormen van (verhuld) christelijk antisemitisme hieruit te verwijderen. In zijn boeken maakte hij helder dat hierin een duidelijke opdracht ligt voor de kerken. De wortels van het christelijk antisemitisme in de klassieke theologie, prediking, liturgie en catechese legde hij pijnlijk bloot.

Naar zijn stem werd geluisterd. Als resultaat besloot de Rooms-Katholieke Kerk eveneens tot een nieuwe verhouding. Twee jaar na Isaacs overlijden, tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie, kwam Nostra Aetate (1965) uit. Hierin werd uitgesproken dat we Christus belijden als Redder en Heere en tegelijk willen werken aan een respectvolle en waarderende relatie met Israël.

Toenadering

De Joodse gemeenschap heeft de pijn die hun door christenen is aangedaan, moeten verwerken. Dit zal ook in de toekomst nog lang onze relatie belasten. Toch zijn vijftig jaar na deze Vaticaanse verklaring de drie orthodox Joodse rabbinaten met een belangrijke uitspraak gekomen.

Eensgezind kwamen zij in 2015 tot de uitspraak dat na tweeduizend jaar van vijandschap en vervreemding het nu als de wil van God wordt gezien toenadering te zoeken. Zij geven nu aan het christendom niet langer te zien als een ernstig ongeluk of een foute afslag in de geschiedenis, eerder als Gods gift aan de volken. In hun ogen heeft Jezus zegen gebracht voor de wereld, omdat Hij de Tora van Mozes bevestigde en de volken heeft geleerd zich van de afgoden te keren.

We hebben meer gemeenschappelijk dan dat we verschillen. Nadat de kerk Gods eeuwige verbond met Israël heeft erkend, durft men nu de voortgaande waarde van het christendom te erkennen zonder angst dat dit wordt misbruikt voor bekeringsdrang. Deze verklaring is als een wonder ervaren. Met enige humor voegt de Joodse gemeenschap eraan toe dat het tweede wonder is dat de drie rabbinaten – in Israël, Amerika en Europa – samen tot één verklaring zijn gekomen. Het is duidelijk dat wij als christenen zuinig moeten zijn op deze toenadering en ons moeten inzetten voor een verdere genezing van onze verhouding.

Inhoud

Is gesprek niet al te vrijblijvend? Het tegendeel is werkelijkheid geworden. Zowel de Joodse gemeenschap als de christelijke kerk is vanuit de eigen identiteit in gesprek geraakt. In gegroeid vertrouwen in elkaar komt alles op tafel waarover men wil spreken. ‘Als Christus-belijdende geloofsgemeenschap zoeken wij het gesprek met Israël inzake het verstaan van de Heilige Schrift, in het bijzonder betreffende de komst van het Koninkrijk van God,’ verwoordt onze kerkorde.

Waarover mag het gesprek gaan? Er worden geen beperkingen vooraf opgelegd. Elk thema mag aan de orde komen, inclusief de betekenis van Jezus als Messias.

De houding in het gesprek is echter van groot belang. Rabbijnse gesprekspartners geven aan dat zij het zien als twee mensen die samen naar iets bijzonders kijken. Met elkaar delen zij wat zij zien en ontdekken. Zo zitten Jood en christen naast elkaar, niet langer tegenover elkaar.

Zij verwijzen hierbij naar Exodus 33. Mozes vraagt de heerlijkheid van de Heere te mogen zien. De Heere laat hem echter alleen Zijn goedheid zien.

Zodra de Heere verschijnt, ziet Mozes Hem alleen van achteren, terwijl Zijn hand Mozes bedekt. Met andere woorden: Mozes zag niet zoveel. Hij zag vooral Gods goedheid. Nu, zo geven zij aan, kijken we samen. Naast elkaar gezeten zien we samen iets van de goedheid van de Heere. Al is ons kennen nog ten dele, in het gesprek proberen we samen de Heere beter te leren kennen en te delen wat we in de Schriften hebben ontdekt.

Luisteren en spreken

De Heere heeft ons twee oren gegeven om te luisteren en slechts één mond om te spreken. Deze uitspraak is tot een gezegde geworden. De Joodse uitleg bij Psalm 12 (wij kunnen Jakobus 3 ernaast leggen) geeft aan dat de Schepper onze tong in een gevangenis heeft ondergebracht, met wangen als muren, kaken als tralies en lippen als sloten. Toch weten kwetsende woorden van onze tong te ontsnappen en nieuwe schade toe te brengen.

Wij hebben Israël veel te vertellen. Toch past het ons in alle bescheidenheid en nederigheid vooral te luisteren en al luisterend vragen te stellen. Dit in het volle besef dat niet alleen het heil van Joden op het spel staat, maar net zo goed ons eigen heil. Hiervoor buigen we diep naar elkaar toe.

Van dr. S. Gerssen (secretaris van de Raad voor Kerk en Israël van 1965-1982) zijn de woorden: ‘Wie een vruchtbare relatie met het Jodendom wil hebben, moet tot aan de rand van de twee-wegenleer gaan, maar in geen geval eroverheen.’ Wij zijn niet de enigen die het Koninkrijk van God verwachten. We delen deze verwachting met Israël, in het diepste verlangen dat we zo tot elkaar komen om eenmaal samen voor Gods genadevolle troon te verschijnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Wederzijds gesprek

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 september 2019

De Waarheidsvriend | 24 Pagina's