Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT MESECH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT MESECH

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde vriend in de landstreek der Jordaan.

Geliefde Vriend!

Daar het mijn beurt weer is om U te schrijven, wil ik me als naar gewoonte daar weer even toe neerzetten. U hebt me werkelijk verlangend gemaakt om te weten wat U verder zult schrijven over dat dorsten naar God, wat voor mij zulk een aantrekkelijk punt is uit het zieleleven. Ik weet niet of het waar is, maar ik heb wel eens gehoord dat een hert het gemakkelijkste te vangen is, als het aan de bron ligt. Daar hgt, dunkt mij, wel een rijke lering in. Wij zouden wel graag altijd aan de bron willen liggen, maar we zijn dan soms nog het meeste in gevaar van gevangen genomen te worden. Breid dat nu maar eens uit in uw gedachten en ge zult misschien wel met me instemmen, dat het wel eens erkend moet worden in ons leven, dat God zeker zo goed voor ons is geweest in het onthouden als in het geven.

Ik dacht daar nu zo ineens aan omdat het 7e vers van Psalm 119 me daar zo ook heenleidt. We lezen daar: Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. Heel het leven van David was een oefenschoo'1 waarin

er veel voor hem viel te leren. En de vrucht van het onderwijs dat hij kreeg, was dat hij er God voor loofde en verheerHjlcte. En nu was David begerig om de rechten des Heeren te mogen leren, opdat Hij er God ook recht voor zou mogen prijzen. In het leren van de rechten des Heeren, moest David aan veel gespeend worden wat behagelijk was voor zijn vlees. Ja heel die weg was één en al kruisiging van zijn eigen zin, wü en vleselijke begeerlijkheden. David was er goed achter gekomen, dat aUes waar hij zijn vlees in mee had, tegen Gods Wet inging. En al wat nu niet is naar Gods Wet, dat stelt ons schuldig voor Gods recht. God is een rechtvaardig God en daarom schrijft Hij ons ook gerechtigheid voor in Zijn Woord. Al wat dus uit het vlees is, Hgt veroordeeld door Gods gerechtigheid. Dat had David in de volkomen afsnijding van zijn vleselijke werken door de gerechtigheid Gods, goed leren verstaan. En nu kwam voor hem de praktijk van een Evangelische heiligmaking, waarin hij zich geroepen zag om niet naar het vlees, maar naar de Geest te leven. Dat leven naar de Geest, is dus een leven naar Gods Wet, dus ook een leven naar de eis van Gods recht. En nu moet ge Romeinen 8 eens naast deze tekst leggen. Dan vindt ge de verklaring. Daar begint de apostel te zeggen, dat er geen verdoemenis is (dat is dus geen veroordeling door het recht) voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Die nu van Adam in Christus overgaat, is een nieuw schepsel. En die uit God geboren mens, zondigt niet. Hij wandelt niet naar het vlees, maar naar de Geest, omdat hij in Christus is.

In hem wordt het recht der Wet vervuld, zoals de apostel even verder zegt. De Wet heeft voor Gods voDc haar bekomst in Christus gekregen en krijgt die nu ook in hen in rechtvaardigmaking en heihgmaking beide. Een diep stuk om het te verstaan, maar door G& esteslicht krijgt Gods volk dit bij zichzelf te zien. Al wat uit het vlees is, is veroordeeld in de dood van Christus, maai heeft door de genoegdoening van Christus ook haar veroordelende kracht verloren voor Gods volk. Nu blijven in Gods kinderen nog wel de overblijfselen van het vlees, maar die hebben voor hen geen verdoemende kracht meer. Wat nu? Vloeit daar nu ook niet uit voort dat Gods kinderen kunnen zeggen: „de zonden hebben voor mij haar veroordelende kracht verloren, dus ik kan nu zondigen naar hartelust? " Ganselijk niet, want de hartelust van Gods volk is nu juist om naar de gerechtigheid der Wet te leven, wijl de zonden haar veroordelend stempel hebben gekregen in de dood van Christus. Hoe verloor de zonde haar verdoemende kracht op Gods volk? Wel, dat staat in het eerste vers van Rom. 8. Alleen door de overgang van Adam in Christus. Maar door die overgang van Adam in Christus, leeft dus Gods volk niet meer in gemeenschap met Adam, maar in gemeenschap met Christus. Daarom wandelen ze niet naar het vlees, maar naar de Geest. Zo wordt het recht der Wet in hen vervuld in heiligmaking. En in die weg nu komt er een strijd van de nieuwgeborene en de in Christus ingeplante mens met de overblijfselen van het vlees. En hoewel nu die overgebleven zonden haar verdoemende kracht over Gods volk verloren hebben, zo gevoelt Gods volk toch maar al te goed, dat die zonden in zichzelf veroordelens- en verdoemenswaardig zijn. Al is er dus geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, zo blijft er dus wel veel verdoemelijks in hen over. En dat had David ook wel geleerd. En in de smartelijke ontdekking aan die overgebleven verdorvenheid van het vlees, maakte David soms lange, bange, donkere tijden mee. Daarom zegt hij in vers 8: Ik zal Uwe inzettingen bewaren; verlaat mij niet al te zeer. De verlating des Heeren van Zijn volk, kan hen doen vallen in de zonden. We hebben daar vele voorbeelden van in Gods Woord. David zelf was voor een ogenblik aan zichzelf overgelaten geweest, toen hij in die gruwelijke zonde viel van hoererij met Bathséba. O hoe is het Gods volk toch nodig om gedurig bij hart en hand gehouden te worden! Geen ogenblik kunnen ze in eigen kracht tegen de verzoekingen der zonden staande blijven. Zou het hun gedurig vragen niet moeten zijn, om toch op zulk n wijze niet door God verlaten te worden? Maar ook innerhjk maakte David die verlatingen des Heeren mee, waardoor de inwonende zonden zulk een verwoed geweld op zijn ziel deden, dat hij zich elk ogenblik tot hinken en tot zinken gereed zag. Dan ontbrak hem ook de innerlijke verlustiging in de betrachting van Gods Wet.

O hoe gevoelde hij zich daaria toch afhankelijk van de dadelijke beïnvloedingen der Goddelijke genade. Welk een diepe les werd het daarin voor hem, dat hij daartoe steeds nodig had om uit Christus tot heiligmaking bediend te worden. Toch werd zijn hart daarheen getrokken en lag er op de bodem van zijn ziel iets dat hem deed wensen dat zo zijn leven was. Ik zal U loven in oprechtheid des harten, zegt hij, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. Daartoe strekte zijn ziel zich uit naar de gemeenschap en de nabijheid Gods, opdat hij zich de Heere te allen tijde voor ogen stellen mocht en opdat alzo de volmaaktheid Gods een afdruk mocht vinden in zijn ziel. Zo zou hij hier steeds meer en meer, de beginselen der eeuwige vreugde, in zijn hart kunnen gevoelen. Zo zou in de onderwerping aan Gods wü, in de betrachting van Gods wil, er een vermaking bij hem gevonden worden in het gewilUg dienen van God gelijk als bij de engelen in de Hemel. O welk een dierbaar stuk, om er nu eens lust toe te hebben om God te loven, niet omdat we van het oordeel zijn bevrijd, maar omdat we de rechten Zijner gerechtigheid geleerd mogen hebben. God er voor te danken omdat Hij ons geeft om naar Zijn Wet te leven. Daartoe zou het toch ook steeds onze verzuchting met David wel moeten zijn: verlaat mij niet al te zeer. O die geestelijke verlatingen! Absalom sprak, dat het hem beter was te sterven dan het aangezicht zijns vaders niet te zien.

Moch het ons zo steeds bitterder zijn dan de dood, wanneer we niet alzo door de bestrahng van Gods gunstrijk Aangezicht al onze vermaking vinden in Gods Wet. Nu geUefde vriend, ik laat het er weer bij.

Ontvang de hartelijke groeten van uw vriend uit Mesech.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1953

De Wachter Sions | 4 Pagina's

UIT MESECH

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1953

De Wachter Sions | 4 Pagina's