Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de landstreek der Jordaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de landstreek der Jordaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan Tnijn geliefde in Mesech. vriend

Geliefde Vriend!

De Goede Vrijdag en de Paasdagen liggen weer achter ons en daarmede dus de overdenking van het lijden en sterven en de opstandig des Heeren. AUerwege is er weer Paasfeest gevierd, nadat op Goede Vrijdag de slachting van het grote Paaslam is herdacht- geworden. De ongodsdienstige wereld viert die feestdagen ook, maar dan louter tot vleselijk vermaak. Onder het Christendom echter wordt er op die dagen aan het sterven en de opstanding van Christus' gedachtenis gesticht. Dit geschiedt ook weer op een zeer verschillende wijze, daar er onder het hedendaagse Christendom ook nog al verschil van gevoelen is te vinden. Maar hoe men die gedachtenis aan Christus' sterven en opstan-

ding ook gesticht Heeft, ik denk wel dat er op niet veel plaatsen ongezuurde broden en bittere saus te vinden zjjn geweest. En die behoren toch ook wel ter dege bij de Nieuw- Testamentische Paasfeest-viering. Dat leert ons de apostel wel zeer duidelijk in 1 Cor. 5 : 7 en 8, als daar staat: Zuivert dan de oude zuurdesem uit, opdat gö een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. Zo dan laat ons feest houden, niet in de oude zuurdesem, noch in de zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in ongezuurde broden der oprechtheid en der waarheid.

Het tegenwoordige Christendom is een jubelend • en een juichend Christendom, dat van geen bittere saus en ongezuurde broden meer afweet. Maar daarin komt juist duidelijk uit, dat men vreemdeling is van de kennis der zonde. In alles openbaart men het dat men over het stuk der ellendekennis maar heenspringt en daarom al vreugdebedrijvend de slachting van het grote Paaslam overdenkt. Waar men er van uitgaat dat Jezus voor ons allemaal gestorven is om ons van de Mietere vruchtgevolgen van de zonde te verlossen, daar meent men toch redenen genoeg te hebben om op een voor het vlees zo aangenaam mogelijke wijze de feestdagen door te brengen. Maar in dat alles openbaart men dat men van de ware droefheid, maar ook van de ware blijdschap vreemdeling is.

Gods volk krijgt echter van beide kennis. Allereerst leren ze iets kennen van die bittere saus, namelijk de bitterheid der zonde. En nooit zijn de zonden hun zo bitter geweest dan dat ze die kregen te zien in het licht van een lijdende Borg. O, als ze er eens de gevoelige indrukken van krijgen wat de zonden die Borg gekost hebben, zouden ze er dan de bitterheid niet van proeven? Het wil wat zeggen dat er voor de zonden niet anders kon betaald worden dan door de dood des Zoons Gods. En gewis, waar er ook in de oefeningen van de heiligmaking, na de kennis van Christus in de kracht Zijner opstanding, gemeenschap gekend wordt aan een lijdende Middelaar, daar zal de bittere saus ook alleen waarlijk de zonden doen sterven. Zo komen er de ongezuurde broden ook van zelf bij. Dat is de uitzuivering van de oude zuurdesem, namelijk het afsterven van de oude mens. Och, was er toch meer gemeenschap aan een lijdende Middelaar, Gods volk zou meer een zondedodend leven hebben. Het behaagt de Heere dan ook wel om daartoe bittere wegen van kruis en druk te gebruiken, opdat alzo die gemeenschap aan Christus' lijden zal worden beoefend. En dan zal Gods volk het ook ervaren, hoe dodend die wegen zijn voor het vlees. Maar hoe noodzakelijk is het ook alzo om Christus als een volkomen Zaligmaker te leren kennen. Het Paaslam moest geheel gegeten worden. Niet alleen tot rechtvaardigmaking, maar ook tot heiligmaking is Christus gegeven. Niet alleen tot wegneming van het oordeel over de zonden, maar ook tot verlossing van de zonden zelf. Niet alleen dus tot verzoening van de schuld, maar ook tot reiniging van de smet. Zo kan het in de bekommerde stand van het genadeleven wel vele malen de vraag van de ziel worden: hoe kom ik van de schuld verlost? Maar hier moet een volk dat na de vrijmaking der ziel de heiligmaking wel bewust leert beoefenen, met de apostel uitroepen: ik, ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Hoe raak is dus van mezelf verlost? Maar dan ook zegt de apostel: Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. Goh vriend, was er toch maar meer een innerlijke zieledrang om tot deze beide zaken dat geslachte Paaslam meer en meer te mogen kennen. Het zal er toch ook zo op aankomen om tot beide gemeenschap aan dat geslachte Paaslam te hebben. Het bloed van dat Paaslam moest gestreken zijn aan de bovendorpels en de zijposten der deuren. Zo wordt dat bloed gestreken op de bovendorpels en de zijposten van het hart, dat wil zeggen, zo zal de gemeenschap aan dat geslachte Paaslam en aan dat bloed tot wegneming van de schuld en tot reiniging van de smet noodzakelijk zijn. Zo zal God niet alleen in de rechtvaardigmaking een afgesneden zaak doen, maar zo zal het ook in de heiligmaking toch zo nauw uitgaUn. Zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien. Och Vriend, dan kan men soms bang voor zichzelf worden, als men soms totaal geen gemeenschap aan dat Lam en aan Zijn bloed tot heiligmaking bij zichzelf bespeuren kan. Ik denk dat dat David ook wel heeft doen vragen: Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.

We lezen immers ook bij de instelling van het Pascha, dat de Israëlieten met een bundelke hysop dat bloed aan de bovendorpels en zijposten moesten strijken. Zo zal men alleen tot die getekenden en verzegelden kunnen behoren die het Lam toebehoren, hebbende de naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden, volgens Openbaring 14 : 1. Ja, zo zal het blijken dat we door een hoge hand en een uitgestrekte arm uit het diensthuis der aonde uitgeleid zijn. Staande, met de lenden opgeschort en de schoenen aan de voeten en de staf in de hand, moest het Pascha met der haast gegeten worden. Zo is ook het volk in haast uitgetrokken uit Egypteland. Geen zuurdeeg heeft het uit Egypteland mee kunnen nemen, want er staat zo opmerkelijk, dat als het volk te Sukkoth kwam, dat zij bakten van het deeg, dat zij uit Egypte gebracht hadden, ongezuurde koeken; want het was niet gedesemd; overmits zij uit Egypte uitgedreven werden, zodat zij niet vertoeven konden, noch ook tering voor zich bereiden. O vriend, hoe zal de vrucht het in ons gehele leven moeten openbaren of we waarlijk uit het diensthuis der zonde zijn uitgeleid. Of waarlijk ons hart van die Egyptische zuurdesem is losgemaakt geworden. Want al is het dat de allerheiligste nog maar een klein beginsel heeft in dit leven van die volmaakte gehoorzaamheid en dus altijd de zuurdesem der overgebleven zonden en van de inklevende verdorvenheid bij zichzelf bespeuren zal, toch valt er in de waarachtige vernieuwing des harten een volkomen scheiding met de dienst der zonden. Daar zal dus het hele leven getuigenis van moeten geven, of we ooit met der haast ontvloden zijn het verderf dat in de wereld was door de begeerlijkheid. Zo is ook dat reisvaardig gebruik van het Pascha gelijk als bij Israël in Egypte, een duidelijke voorstelling van het vreemdelingsleven hier op aarde, dat van dat zelfde ogenblik af een aanvang zal nemen. In de gehele wandel zal het dan moeten openbaar komen dat men niet meer van deze wereld is.

Nu vriend, de volgende keer hopen we er met de hulpe des Heeren nog iets meer over te schrijven. We hebben ook nog iets te schrijven over de garven der eerstelingen van de gersteoogst, alsook van zelf over de rijke betekenis van Christus' opstanding uit de dood, zoals we die nu op ons Paasfeest en ook weer in deze weken overdenken.

Ontvang voor ditmaal weer de hartelijke groeten van

Uw liefhebbende uit de landstreek Vriend der Jordaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Uit de landstreek der Jordaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 april 1954

De Wachter Sions | 4 Pagina's