Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het toevluchtnemend geloof van de vader des kinds 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het toevluchtnemend geloof van de vader des kinds 4

4 minuten leestijd

En terstond de vader des kinds roepende met tranen, zeide: „Ik geloof, Heere, kom mijner ongelovigheid te hulp." Marcus 9: 24

Genoeg dit een en ander kent ook deze vader zich volstrekt niet vrij van; dat hij met vele zwakheden nog is omvangen. Met onkunde en vleselijke 'bedenkingen uit kracht waarvan hij gestoord wordt, om zioh met een overgegevene daad zijns harten in vertrouwen de Heere over te dragen. Vandaar zijn klacht: ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp.

Desniettemin hoe hij zioh nu ook beklagen moet, hieruit blijkt de oprechtheid van zijn geloof in het toevluchtnemen tot Christus. O hoe dient hierop te worden gelet. Er zijn er die deze waarheid toestemmen, zelfs veel daarover spreken, doch bij wien het nooit leidt tot wezenlijke smarten droefheid over het ongeloof. Men spreekt er wel over maar draagt het gevoel er niet van om. De blote ibeschouwing daarvan stelt men tot een kenteken dat we geloof hebben en men stelt izich gerust. Niet alzo bij deze vader. Hij heeft geroepen met tranen. Dat bewijst hoezeer hij zijn ge'brek kent; hoezeer hij daarmede bezwaard is, hoe bekommert, zodat hij niet uit kan komen, zo hij wel gaarne wenst.

Hij ziet het schadelijke en het rGodonterende daarvan in, en ihet profijtelijke van een onbepaald vertrouwen te mogen oefenen.

Daarom neemt ihij het ongeloof niet in bescherming, maar keurt het af; het is hem tot smart en droefenis en begeert niet anders dan daarvan verlost te zijn. Maar daarin kent hij zich onmachtig; hij gevoelt de banden, maar kan ze niet verbreken. Hij gevoelt de last; maar kan die niet van zich werpen. Maar tegelijk ziet hij zoveel heerlijkheid en bekwaamheid in Jezus Persoon, dat deze hem verlossen kan. Daarom is dit de oprechtheid van eijn geloof, en tegelijk de daad zijns geloofs, dat hij zich met zijn aanklevend ongeloof neerwerpt aan Jezus voeten, dat Deze zijn handen slake.

Zo Wordt openbaar dat het ware geloof in zijn toevluchtnemen oprecht is, waar het onder alle verlegenheid Gode de ere geeft en de toevlucht neemt tot de sterke God om vermeerdering des geloofs.

Werd dat meer gevonden ook in onze droeve aagen mijne lezer. Veel over geloof gesproken. Veel wordt het geloof aangedrongen, maar weinigen die het geloof als een gave Gods kennen sn geschonken zijn. Want het geloof wat deze vader had, was het zaligmakend geloof. En dat missen we van nature.

We zijn uit de aarde aards. We mogen een historisch, tijd of wondergeloof bezitten, doch dat verenigt niet met Christus en laat ons in onze doodstaat.

Duizenden zijn er in onze dagen, die zich met sen beredeneerd geloof op de been houden. Die. "lenen rijk en verrijkt te zijn en weten niet dat ze zijn arm, blind, jammerlijk en naakt.

^ hoe nodig is het dan ons te onderzoeken of Wij in het geloof staan.

En die het geloof als een gave Gods geschonken zijn en in wie het door de Heilige Geest is gewerkt leren hoe arm ze zijn aan geloof. Ach die worden in wegen geleid die ze niet kennen en in paden, die ze niet weten.

Hoe nodig hebben ze dat /e Overste leidsman en de Voleinder des geloofs er aan te pas kome, om ze de oefeningen des geloofs te schenken en tevens de kracht des geloofs om het te kunnen aannemen. O die zijn niet vreemd, hoe zwak hun geloof is en die nochtans mogen uitroepen: Ik geloof Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp. Die krijgen een levende behoefte des harten om toevlucht te nemen onder de vleugelen van de God van Israël.

Tevens leren ze kennis krijgen Vcin hun eigen armoede, van eigen onkunde en onbekwaamheid. Doch dat zal ze niet ledig laten, maar doen uitdrijven tot Gods genadetroon gehjk deze vader en geholpen te woi-den ter bekwamer tijd.

Hoeveel teleurstellingen er zich mogen opdoen, onder hoeveel bestrijdingen ze lopen, toch zullen ze als met de ledige emmer des geloofs heenbreken tot de volheid der genade, die in Christus is. Zullen ze hier airede met vreugde mogen scheppen water uit de fonteinen des heils. Mag hier airede het geloof zijne bate afwerpen om tot Christus uit te gaan. Om van Hem alles te verwachten, ja om in Hem gevonden te worden. O gelukkig de ziel die in die dierbare gemeenschap met Christus leven mag. Immers hun is een beter lot bereid. Hun heilzon is aan het dagen.

En wat zal het voor Gods Kerk eeimiaal zijn als het geloof verwisseld zal worden in een eeuwig aanschouwen. Dan zullen ze altijd bij de Heere zijn. Dan zal het ongeloof zijn kracht niet meer laten gelden kunnen. "Daar zullen ze storeloos de drieënige God prijzen en loven voor de genade hun bewezen. Zo zullen we altijd bij de Heere zijn. Vertroost elkander met deze woorden. Amen.

Alblasserdam

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Het toevluchtnemend geloof van de vader des kinds 4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's