Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gedenkteken van Gods vrijmachtige genade op Golgotha 3

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gedenkteken van Gods vrijmachtige genade op Golgotha 3

5 minuten leestijd

En één van de kwaaddoeners die gehangen waren, lasterde hem, zeggende: „Indien gij de Christus zijt, verlos uzelven en ons."

Maar de andere, antwoordende, bestrafte hem, zeggende: „Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? "

„En wij toch rechtvaardiglijk, want wij onfvangen straf, waardig hetgeen wij gedaan hebben, maar deze heeft niets onbehoorlijks gedaan."

En hij zeide tot Jezus: „Heere, gedenk mijner als gij in Uw Koninkrijk zult gekomen zijn." En Jezus zeide tot hem: „Voorwaar zeg ik u, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn." Lucas 23:39—43

Jezus zeide tot hem: heden zult gij met mij in het paradijs zijn. Hoe koninlijk klinkt dit woord uit Jezus mond. Neen, die boetvaardige moordenaar heeft zich in Hem niet bedrogen. Maar wie is ei ooit met Christus bedrogen uitgekomen? Ach gelooft het toch, met ons zelf komen wij altijd bedrogen uit. De wereld stelt ons altijd teleur. Maar nooit Christus. Dat we toch tot Hem de toevlucht leerden nemen. Welk een woord tot deze moordenaar. Heden zult ge met Mij in het paradijs zijn.

Koning iUiasveros beloofde de helft van zijn koninkrijk aan Ester. Herodus de helft van zijn koninkrijk aan zijn dochtertje. Maar wat is dit in vergelijking van wat Koning Jezus aan arme boetvaardige zondaren toezegt: Hij heeft over koninkrijken te beschikken. De toekomst, de heerlijkste, de zekerste, de zaligste toekomst van zondaren in het paradijs Gods rust in Zijn doornagelde handen.

De stervende moordenaar krijgt zijn ootmoedig: gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn, terug in een plechtige en volle verzekering der 'zaligheid. Men merke op. De Heere Jezus betuige hiermee: uwe zonden zijn u vergeven. Neen meer: Ik heb u gewassen van uwe bloedschulden. Neen meer: Ik ben de uwe en gij zijt de mijne. Neen meer: De volle zaUgheid, de volle zalige vrucht van de vergeving der zonden, Wordt hem toegezegd. Had de moordenaar gebeden, gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn; Jezus belooft hem het paradijs, dat bij God is, waar God woont. Daaraan had die moordenaar thans zozeer behoefte. Want hij hangt aan het kruis, het doodvonnis wordt aan hem voltrokken. Hij is in het land van de schaduwen des doods reeds ingetreden. Hij heeft nog maar een ogenbük te leven.

Met Jezus zal hij in het Paradijs zijn. En dat is voor hem de volle verzekering, dat niet slechts Weldra de lichamelijke smarten, die hij hjdt, zullen eindigen, maar bovenal, dat de eeuwige straf hem niet zal treffen. O hij weet het, rechtvaardig ^eft hij die verdiend. Het ware recht, zo de neere hem versmade en uit de holligheid van ^ijn slinger wiepe. Maar neen, daar is bij de Meere vergeving, opdat Hij kinderlijk gevreesd Worde. Eeuwige liefde ontfermt zich; ontfermt zich over deze moordenaar.

Verlost hem, dat hij in het verderf niet nederdale. Hem is, wat hij niet verwachten kon, nóg minder op rekenen, een plaats bereid, om met Abraham, Izak en Jacob aan te zitten in het koninkrijk der hemelen. Neen, door genade alleen zal hij behouden worden om de zoenverdiensten van Christus' wil. In het eeuwige vuur, dat de duivel en zijn engelen bereid is, zal hij niet geworpen worden. Zijn ogen zal hij niet opendoen in de buitenste duisternis, maar zijn ziel zal gevoerd worden door de Engelen in de schoot van Abraham. Met Hem de Koning Israels, zal hij zijn, met Christus in het Paradijs, hij de schuldige en misdadiger in zichzelf bij de onschuldige en Heilige, zittende in Zijne troon.

Wie zal de liefde van Christus kunnen uitspreken. Terwijl Hij betaalt voor Sions schuld, tot vloek en tot zonde gemaakt, is genade op Zijn lippen uitgestort. En wanneer zal dat heil de moordenaar geworden. Heden, zegt Christus. De allernaaste tijdsbepaling. Nog eer de zon aan de hemel geheel is ondergegaan. Nog eer de avond­ schemering is aangebroken, zal zijn lijden voor eeuwig geëindigd zijn. Het zal dus geen nacht meer voor die kruiseling worden. Ten volle mag hij verzekerd zijn; nog heden zal hij de zaligheid des hemels beërven. Met een plechtig voorwaar zeg ik u, heeft Koning Jezus het hem bevestigd. Wie zal uitspreken, welk een zaligheid deze kruiseling in zijn hart heeft gesmaakt. Welk een ongekende hemelse vertroosting, vrede en blijdschap hij met stille aanbidding geniet. Het is hem als aan te zien. De liefelijke dauw van 's hemels gunst daalt op hem neder. Hij heeft nog slechts enkele uren te leven en te lijden, dan zal hij alles te boven zijn. Hoe wordt zijn smart gelenigd; zijn kruislijden dragehjk gemaakt. Zijn Koning draagt de smart, de vloek der wet. En hij is daarvan bevrijd. Hij is de wet der wet gestorven en wat hij nu leeft, dat leeft hij Gode. Hij kan nu wel uitroepen: Ik ben met Christus gekruist en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. En wat ik nu leef, dat leve ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij üefgehad heeft, en Zichzelve voor mij heeft overgegeven.

A.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Een gedenkteken van Gods vrijmachtige genade op Golgotha 3

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's