Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ELIA'S ONTMOETING MET AGHAB |41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ELIA'S ONTMOETING MET AGHAB |41

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En hei geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab tot hem zeide: zijt gij de beroerder Israels? Toen zeide hij: Ik heb Israël niet beroerd, maar gij en uws Vaders huis, daarmede, dat gijlieden de geboden des Meeren verlaten hebt en de Baals nagevolgd zijt. 1 Koningen 18 ; 17-18

Zou dat ook niet voor ons volk gelden: Gijlieden hebt de geboden des Heeren verlaten. Wie wil dat inzien? Wie heeft er een open oog voor? Elia sprak van de geboden in het meervoud, 't Was dus maar niet zondigen tegen één van de geboden des Heeren. Als we het ene gebod verlaten zijn we toch ook geneigd om de andere geboden te verachten of verwaarlozen. Gods kinderen krijgen al Gods geboden hef, zowel van de eerste tafel als van de tweede tafel der wet. Zij hebben toch een ernstig voornemen, niet alleen maar naar sommige, maar naar alle de geboden Gods te gaan leven. En dat brengen ze in de praktijk van het leven in beproeving. Dat is een kenmerk van genade en verlossing door Jezus Christus. Zij toch leren zuchten: Och, of wij Uw geboon volbrachten! Gena, o hoogste Majesteit!

Gun door 't geloof in Christus krachten. Om die te doen uit dankbaarheid. Daarom smart het Gods volk als ze zo droevig Gods geboden zien vertreden en verlaten worden. Zij krijgen toch bij ogenblikken met vorstenhuis, land en volk te doen. Wat kan het hun zeer doen als ze moeten aanzien de Godsverzaking. Ook in ons vaderland geldt het in meervoud: GijUeden hebt de geboden des Heeren verlaten. De Enige, ware God wordt niet meer gediend. En hoe is de godsdienst die nog overgebleven is? Is het geen beeldendienst geworden? Hoe staat het met de Naam des Heeren? Hoe wordt die heilige naam openlijk onteerd. En het Sabbatsgebod wordt niet minder ontheiHgd. Reizen op de Zondag, sport en vermaak op Zondag. Kroegen en winkels open op Zondag. Bioscoop en Schouwburgen door duizenden bezocht. Conferenties op Zondagen belegd. Vooral in de zomer en in de vacantiedagen wemelt het ook op Zondag van mensen in bos en strand. En wat zullen we nog meer zeggen? , de zonden van ons volk klimmen ten hemel. De zonden wordt ingedronken als water. Zonde is geen zonde meer. 't Is alsof er geen geboden Gods meer bestaan. Een ieder leeft naar het goeddunken van eigen hart en zin. Om Gods ge- ' boden bekommert men zich niet. Die hebben afgedaan of zijn te ouderwets. Ook in ons vaderland is er een navolgen van de Baals van onze tijd. En al zijn de Godsgerichten op de aarde, er is geen inkeer maar verharding. Wat een losbandigheid, vooral onder het jonge geslacht. Eerbied en ontzag voor Godsknechten en Ambtsdragers raakt zoek. En als de Heere zijn Eüa's uit Zarfath terug roept, dan komt de Achabsgeest wel openbaar. Vertoon uzelf maar eens aan dezulken, dan zult ge ook wel horen: Zijt gij die beroerder Israels? De EHa's krijgen de schuld van alles. Zij zijn immers de rustverstborders van het persoonlijke leven, van het huiselijke leven; zij zijn de rustverstoorders in de famiUekring, in het maatschappelijke leven en ook in het kerkelijke leven. Predik maar eens tegen de stroom des tijds en ge krijgt de wind van voren. Predik maar de geest van verdraagzaamheid en gij wordt de onverdragelijke. Predik maar tegen de verzaking van Gods geboden en een storm van vijandschap breekt los. Predik maar tegen de zonden, tegen de leugen en bedrog in de valse godsdienst en de vervolging zal niet uitblijven. Al is het op een verfijnde schaal, maar de vijandschap komt wel openbaar. Die beroerder Israels moeten gezocht en uitgebannen. Daar is niet mee te leven.

Welnu, aan het adres van dezulken wil ik schrijven, dat de getrouwe Godsprofeten met U niet kunnen leven zolang ge vasthoudt aan de zonde en ongerechtigheid. Zij wensen daarin toch niet mede te doen. Zij zullen blijven waarschuwen tegen zulk een levensopenbaring. Zij komen met geen vleitaal om de mensen wat voor te houden, maar zij wensen niet anders om U de schuld voor te houden en U toe te roepen tot waarachtige bekering en te leven naar Gods geboden. Weet het dan, dat zulks niet anders is en bedoelt als het behoud van uw onsterfelijke ziel. Ja, bovenal te doen is om de ere Gods te handhaven. Weet het dan als gij U niet onderwerpt aan de geboden Gods, dat ge niet anders te duchten hebt dan het oordeel Gods. Niet anders dan onheil en ellende staat te wachten. EUa vertoonde zich aan Achab op Gods bevel. Wat een ontmoeting ten tijde van nood en ellende. Toch was het nog Gods ontferming over een schuldig volk. Zie Elia is hier! De Heere mocht ook nog eens op willen staan over ons verdwaasd volk. En de enkele getrouwe Godsgezanten zou ik toe willen roepen: Gedenk dat ge staat voor het aangezicht van de Heere der Heirscharen. Zijt getrouw tot de dood en de Heere zal U geven de kroon der overwinning. Eens zal de Achabsgeest voor goed gebonden worden. De vijandschap zal U dan niet meer deren. Dan zult ge met EUa en de zeven duizend die de knie voor Baal niet bogen, God Drieënig eeuwig groot maken voor dat Hij ook U verwaardigd heeft om uit genade dienstbaar gesteld te zijn geweest in Gods koninkrijk op aarde. Dan zult gij U met al Gods volk en knechten verwonderen dat de Heere uw zielsogen heeft geopend; dat gij schuldenaar hier op aarde geworden zijt; dat gij Christus uw Zaligmaker hebt leren kennen en verzoening gezocht hebt in het bloed des verbonds; dat Hij U bewaart heeft ten tijde van verval en vervolging. De strijd zal niet eeuwig duren. Straks komt de Grote Elia op de wolken des Hemels om recht en gerechtigheid te oefenen. Wat een ontmoeting zal dat zijn. Hij komt. Hij komt om de aard te richten, de wereld in gerechtigheid. Al 't volk, door 't wreed geweld moet zwichten, wordt in rechtmoedigheid geleid. moet zwichten, wordt in rechtmatigheid geleid, En Datheen zong: Want God komt richten hiet beneden. De wereld in gerechtigheid. Ende Hi] zal heersen met vrede. Over 't volk in der billig. heid. Dan geen boeteprediking meer, maar eeuwige lofverheffing. Dat zij U en al Gods kinderen tot troost en sterkte zo lang God wil dat ge hier In het tranendal hebt te arbeiden. Het ware Israël mag wel zingen: Gij zijt, o Heer! zeei wonderbaar. In al de plaatsen daar Gij klaar, Uw heerlijkheid toont krachtig. Israels toeverlaat Gij zijt. En uwes volks kracht; dies altijd. Looft men U, Heer' almachtig.

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

ELIA'S ONTMOETING MET AGHAB |41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's