Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de Landstreek der jordaan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Landstreek der jordaan

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan mijn geliefde vriend in Mescch.

Geliefde Vriend!

We zouden dus nog wat verder willen gaan om iets te schrijven over dat ontzaglijke en bittere lijden van de Middelaar, waarin bij Hem de afgrond heeft geroepen tot de afgrond bij het gedruis van Gods watergoten. De vorige keer hebben we iets geschreven over de afgronden van schuld die in dat smartelijke lijden van de Middelaar tegen elkander geroepen hebben. Maar in dat lijden onderwierp Hij Zich dan ook de diepe ellende waarin de mens zich door de zonde heeft gebracht. We hebben daar reeds een weinig bij stilgestaan als we ook iets geschreven hebben over dat gedruis van Gods watergoten. Gewas, de Borg heeft tot de diepste diepte van onze gevallen staat moeten afdalen. Naar ziel en lichaam beide echter heeft Hij geleden. Naar de ziel benauwden Hem al de zonden Zijns volks en droeg Hij voor hen en in hun plaats de eeuwige volle toorn van Zijn Vader. Hij werd gesteld in die eeuwige verlating die hun aller deel vanwege de zonde had moeten zijn. Maar daar komt nog bij dat alle helse verschrikkingen in de tormenten van satan Zijn deel geworden zijn. De vorst der duisternis heeft zich op Hem geworpen met al zijn hellemachten. Ook hierin is er een roepen geweest van de afgrond tot de afgrond. Och vriend, men weet over het lijden van Christus soms op een aandoenlijke wijze te schrijven of te spreken, evenals of wij in Hem in Zijn lijden een voorwerp van ons medelijden moeten zien, maar bij zulk een beschrijving vaft Zijn lichamelijk lijden gaat men juist de diepte van Zijn lijden nog voorbij, want in al dat lijden was veel meer dan dat ooit het oog des mensen heeft kunnen zien. We belijden in onze twaalf geloofsartikelen dat Hij is nedergedaald ter hel. Al degenen die bij dat lijden van Christus zo uitwendig blijven stil staan, betonen het daarin wel, niet de minste kennis er van te hebben welk een ontzaglijke breuk er door de zonde tussen God en ons geslagen is. Voor hen is het het voornaamste dat ze denken door Christus van dat eeuwig lijden der hel verlost te zijn, maar ze hebben nog nooit de afgrond horen roepen tot de afgrond bij het gedruis van Gods watergoten. Gods volk zal er wat van gevoelen dat het lijden der hel nog wel in wat anders zal bestaan dan alleen in pijnen en smarten. Voor hen wordt het toch het ergste en het smartelijkste dat ze van God gescheiden liggen en dat ze in onvrede tegenover hun Maker staan. Dat is het gedruis van Gods watergoten en het roepen van de afgrond tot de afgrond waar ze in hun ziel wat van gaan waarnemen.

Dat roepen van de afgrond tot de afgrond geeft hun te kennen dat er een breuk ligt die nooit meer te helen is. En in die breuk heeft de Middelaar Zich moeten stellen en zo riep bij Hem de afgrond, dat wil zeggen, die onherstelbare breuk ontsloot zich ten volle in het smartelijke van Zijn lijden. Die Middelaar zonk weg in grondeloze modder, toen de bodemloze val van de mens zich in zijn lijden opende. Zo ontsloten zich dus in Zijn lijden de afgronden van 's mensen diep gevallen staat en dat heeft de Middelaar doen roepen: De afgrond roept tot de afgrond, bij het gedruis Uwer watergoten.

Maar in dat alles werd Hij, hoewel Hij de volle toorn droeg, toch geen voorwerp van Gods toorn, maar bleef Hij des Vaders welbeminde Zoon door Wiens diepe vernedering de Vader Zijn eeuwig welbehagen tot zaligheid Zijner uitverkorenen volvoerde. De eeuwige liefde des Vaders tot de uitverkorenen baande zich door dat onuitsprekelijke lijden van de Middelaar de weg om zich aan de uitverkorenen te kunnen openbaren. Zo riep dus eigenlijk in dat lijden van de Borg de diepte van Gods eeuwige liefde tegenover de afgrond van des mensen diepe ellende.

Zo moest de Borg voor voldoening zorgen, opdat de liefde zich door recht zou kunnen openbaren naar dat eeuwige Goddelijke welbehagen. En dit heeft de Middelaar ook van eeuwigheid uit Zijn onuitsprekelijke liefde tot Zijns Vaders deugden en tot Zijn volk op Zich genomen. Die pers heeft Hij alleen maar kunnen treden. En zo trad Hij

niet als een weerloos martelaar, maar als de Leeuw Die uit de stam van Juda is, dat smartelijke strijd- en worstelperk Zijns lijdens in. Hij kon daarom tegen Jeruzalems dochters zeggen dat ze over Hem niet behoefden te wenen, maar wel over zichzelf, want als ze dit deden aan het groene hout, wat zou aan het dorre geschieden? Maar zo is toch in Zijn Borgtocht die breuk zich ten volle gaan openen die door de zonde was geslagen. Hij heeft er midden in gestaan, om die te kunnen helen. Maar zal dit waarde voor de ziel kunnen krijgen, dan moet er toch ook door de ziel wat gekend worden van dat roepen van de afgrond tot de afgrond. We zullen de breuk van onze zijde als onherstelbaar moeten leren kennen, opdat we die breuk alleen in Christus hersteld zullen kunnen vinden. En zo zal ook die breuk in onze ziel door de toepassing van Zijn verdiensten geheeld moeten worden. O vriend, dat zal door een weg gaan waarin we wat van de diepte van dat Borgtochtelijke lijden van de Middelaar zullen leren kennen. Ze hebben het tegenwoordig al dadelijk over een verhoogde Middelaar, maar om Die te leren kennen zullen we eerst één plant met Hem moeten worden in de gelijkmaking Zijns doods. En dan zullen we toch over Hem leren rouwklagen als over een eniggeboren zoon en we zullen zien Wie we doorstoken hebben. Nooit zullen de zonden zo bitter zijn geworden als dat we die zien in het licht van het lijden des Middelaars. We zullen het weten wat het de Middelaar gekost heeft om ons uit die bodemloze afgrond des verderfs op te halen. En die nooit zijn gevallen staat in Adam recht heeft leren kennen, zal ook nooit de borgtocht van de tweede. Adam recht leren kennen. Als de diepte van onze gevallen staat zich voor ons ontsluit, dan wordt het voor ons een roepen van de afgrond tot de afgrond. Naar het rechtvaardig oordeel Gods hebben we tijdelijke en eeuwige straf verdiend. Hier komt de ene ellende bij de andere ellende en zo is het nooit te zeggen wat of we door onze val zijn onderworpen. Maar voor de Middelaar is ook de ene ellende bij de andere gekomen en zo heeft de afgrond geroepen tot de afgrond.

Zijn lichamelijk lijden is ook onuitsprekelijk geweest. De apostel zegt dat Hij al onze zonden gedragen heeft in Zijn heihg Hchaam op het hout. De handen en de voeten zijn Hem doorgraven en ploegers hebben op Zijn rug geploegd en hebben de voren lang getogen. Een edikteug is Hem in Zijn dorst te drinken gegeven. Vriend, we zouden een uitgebreide stof krijgen als we de Middelaar in heel de weg Zijns lijdens eens wat meer nauwkeurig gingen volgen. We zouden daarin steeds meer bevestigd vinden, wat of de klacht van de dichter in Psalm 42 is en wat op Hem alleen ten volle van toepassing is geweest: al Uwe baren en uwe golven zijn over mij heengegaan. Maar waar nu ook al die baren en al die golven over Hem heengegaan zijn, daar zijn er dus wat dat betreft geen golven en baren voor de kerk meer overgebleven. Hij heeft uit kunnen roepen: „Het is volbracht!" Rantsoenerend behoeven er geen baren en golven meer doorworsteld te worden, want dat heeft de Borg gedaan. De laatste penning voor de schuld Zijns volks is door Hem betaald. Maar wel zal de kerk nog gemeenschap krijgen aan Zijn lijden en de voetstappen van een lijdende Borg moeten drukken. En in die weg gaan nog wel de golven en de baren over de kerk henen, maar dan zal het daarin toch ook waarde krijgen dat er nu geen golven of baren zijn die over de kerk komen of zé zijn over de Middelaar ook gekomen. We zullen trachten om daar een volgende maal nog iets over te schrijven. Voor ditmaal weer de hartelijke groeten van

Uw liefhebbende vriend uit de landstreek der Jordaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's

Uit de Landstreek der jordaan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 oktober 1955

De Wachter Sions | 4 Pagina's