Het Gode betamelijke van Jezus' lijden

Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kindeven tot de heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen.

(Hebreen 2: 10)

Maar hierdoor is het, dat Hij zwijgt in Zijn liefde, en wordt die grote verborgenheid der genade geopenbaard in het zahgen van zondaren.- Hierover zal Hij eeuwig worden groot gemaakt. Daartoe heeft de Vader een middel uitgevonden, waardoor het eeuwig voornemen van genade bevestigd is; waarin door een en dezelfde Persoon genade geoefend en rechtvaardigheid voldaan is. Tevens is de zonde gestraft, de schuld verzoend en genade verkregen, waardoor de zondaren gezaligd worden en rechtvaardigheid verhoogd door het kruis van Christus.

Door dat lijden is Hij geheiligd; dat wil zeggen door al Zijn Hjden en dood, als des Vaders Knecht, heeft de Vader Hem toegewijd tot een Overste Leidsman van de zaligheid voor Zijn volk oiu ze door Hem tot de Heeilijkheid te leiden. Immers, Petrus in Handelingen 2; 36 betuigt, zeggende: , , Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruisigd hebt."

O, welk een heil, verbonden aan het kruis van Christus. Door lijden geheihgd.

Werd Aaron van ouds door Mozes' handen geheiligd en toegewijd en afgezonderd tot zijn ambt, door het offeren van stieren en bokken, niet alzo de Zone Gods.

Aaron kon daardoor Israël niet leiden in de Heerlijkheid van het Hemelse Kanaan. Die offeranden waren Gode niet betamehjk, omdat ze niet waren overeenkomstig de eer van Zijn deugden.

Maar de Zone Gods is geheiligd door Zijn eigen lijden in het opofferen van Zichzelf; en is Hem daarin toevertrouwd het gehele werk van Gods kinderen te zaligen en tot Heerlijkheid te leiden. Hij, de Overste Leidsman hunner zahgheid. De Vader heeft Hem gegeven tot een Vorst en Gebieder der volken. Hij is in Zijn geheiligd lijden Vastgemaakt als een nagel in een vaste plaats en tot een stoel der ere voor het huis Zijns Vaders. Hij volbrengt dat werk met zorg en waakzaamheid, met tederheid en liefde, met getrouwheid en macht. Hij gaat de Zijnen, als de Overste Leidsman hunner zahgheid, in alles vóór. Dat kan tot drie hoofdzaken gebracht worden:

Ten eerste: is Hij voorgegaan in het oefenen van gehoorzaamheid. Immers, in gehoorzaamheid is Hij geworden onder de Wet; Hij oefende volmaakte' gehoorzaamheid, door alle gerechtigheid te vervullen. Hoewel de Heere Jezus Zelf de Wetgever is, nochtans onderwierp Hij Zich aan de Wet, om ze volkomen te gehoorzamen. O, deze gehoorzaamheid was de spijze en drank, de lust en het leven van Christus in de diepe staat Zijner vernedering: „Ik ben niet gekomen om Mijnen wil te doen, doch die van Mijnen Hemelschen Vader."

Daartoe is Hij gehoorzaam geweest tot den dood des kruises, opdat Hij daardoor te niet zou doen die het geweld des doods had, namelijk de dui­ vel. Ook heeft Christus alle gerechtigheid in de plaats Zijns volks vervuld, maar tevens, als de Overste Leidsman hunner zaligheid, een exempel achtergelaten, gelijk Hij tot Zijn discipelen zeide:

, , Ik heb u een exempel gegeven, opdat gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijheden ook doet. Leer van Mij, dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart."

Dit is het aandoen van de Heere Jezus om Zijn voetstappen te drukken.

Ten tweede: is Hij als de Overste Leidsman voorgegaan in lijden en dood. Hij heeft voor al Zijn volk de dood gesmaakt; door Zijne offerande heeft Hij de zonde verzoend, maar tevens daarin een exempel achtergelaten, gelijk Petrus betuigt: „Christus heeft voor ons geleden, ons een exempel nalatende, opdat wij daarin zouden wandelen."

Daarom worden des Heeren kinderen geroepen om een diep vernederde Borg te volgen. Laat ons dan uitgaan, buiten de legerplaats Zijne smaadheid dragende, opdat we Hem, de Overste Leidsman der zaHghei-d, gelijkvormig zouden worden in de gelijkmaiing Zijns doods, opdat wij ook met Hem verh^i-^rlijkt worden.

Ten derde: is Hij, als de Overste Leidsman vóórgegaan door de dood tot de Heerlijkheid; die Heerlijkheid, die de Vader voor Zijn kinderen heeft besteld. Hij is ingegaan door lijden en dood tot die Heerlijkheid als de Eersteling dergenen die ontslapen zijn. O! dierbaar Heil. In welke bekwame handen heeft de Vader de zahgheid Zijns volks toevertrouwd; in Hem, Die door lijden geheiligd, de Overste Leidsman der zaligheid is! Wat-een groot heil ligt hierin verborgen voor Gods kerk. Want niet alleen heeft Christus door lijden de zaligheid verdiend, maar past ze ook toe door Zijn Geest in de harten van Zijn gunstgenoten. Als de Overste Leidsman der zaligheid leidt en bestuurt Hij ze in de verborgene raad, aangaande hunner zaligheid. Dat doet Hij zowel als Profeet, Priester en Koning, opdat Hij Zijn ambten heerlijk zal maken.

Van nature kennen wij de weg niet tot de gelukzaligheid en heerlijkheid. Dan zijn we blind in 's hemels wege en weten de weg naar die hemelse stad niet. Om dat te leren verstaan, hebben we genade van God nodig.

Ten eerste leert het overtuigde en ontdekte volk bidden: , , Heere, maak mij Uwe wegen bekend en leer mij Uwe paden." Ach, ze weten hoe verkeerd eigen wegen zijn. Daar doen ze zulke bittere teleurstelHngen in op en weten tevens dat ze niet tot eer en verheerlijking van God zijn. Daarom heeft dat volk behoefte om in 's Heeren wegen te wandelen, opdat ze tot verheerlijking van Zijn naam zullen leven. Dat deed David uitroepen: „Och, dat mijn wegen gericht werden om Uwe geboden te bewaren."

Ten tweede ontbreekt het dat volk aan bekwaamheid, om die weg recht te onderscheiden, al wordt deze hun voorgesteld.

A.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen