DE GEESTELIJKE ONDERTROUW VAN CHRISTUS MET ZIJN KERK.
En Ik zal u Mij ondertrouwen in eeuwigheid; ja. Ik zal u Mij on# dertrouwen in gerechtigheid, en in gericht, en in goedertierenheid, en in barmhartigheden; en Ik zal u Mij ondertrouwen in geloof, en gij zult de Heere kennen.
Hosea 2:18^9.
Hoe gaat alles hiervan de hemelse Brui* degom uit, om het hart en de genegenheid Zijner verkoren bruid te winnen. De gronde slag daarvan ligt in de eeuwigheid, in de verkiezende liefde Gods des Vaders, waars^ mee ide Zioon volkomen overeenstemde en waarom Hij sprak tot Zijn jongeren: Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren.
O eeuwige vrije liefde, dat de Heere, de Jehova, Zijn Goddelijk liefdehart op zulk een bruid heeft willen vestigen en al Zijn genegenheden op haar heeft willen zetten, die Hem nooit zouden hebben verkoren tot haar Man en Bruidegom. Het is eeuwig ge, vrije liefde, waar de Zoon van Gods Liefde gilles op Zich nam jen alle kosten overrekende. Het was Zijn Goddelijk lief* dehart, dat alle middelen beraamde om Zijn bruid te gewinnen. Wat moest ler niet gedaan worden? Was Jacob niet arbeids' zaam om Rachel tot vrouw te hebben? Ja welk een moeite ideed David om MicTial, Sauls dochter, te hebben?
Maar wat is |dat in vergelijking met hetgeen de Bruidegom Jezus moest doien om Zijn bruid te verwerven. Daartoe kwam Hij uit 's hemels lusthof op deze vervloekte aarde en nam de natuur aan Zijner uitverB= koren bruid, doch zonder zonde. De Heere Jezus heeft geen 7 jaren, gelijk Jacob, om Rachel gearbeid, maar drie en dertig jaar om Zijn bruid te ikrijgen tot Zijn eigendom. Hij heeft ze niet gekocht met de prijs die David op moest brengen voor Michal, maar met Zijn dierbaar bloed.
Welk een moeite dan, lOm dadelijk in on# dertrouw met Zijn gekochte bruid te tre# den; om haar jawoord te erlangen en hare hartsgenegenheden Hemwaarts te gewinnen- O, de Heere Jezus heeft vrij wat meer , moie; < ten doen dan; Eliëzer om Rebecca te ge^» winn|en. Wat al een heilig geweld moet Hij oefenen; wat al een overreldende kracht en mogendheid moet Hij aan de dag leg* gen. Wat een dag van Goddelijke heir* kracht is er 'nodig om al de afkerigheden van Zijn bruid neer te vellen, om alj haar tegenredenen krachteloos te maken len haar met Efraïm te doen zeggen: Gij hebt mij overreed en ik ben overreed geworden; Gij 2ijt mij te sterk geweest. O, wat een al* machtige Goddelijke kracht is er nodig om al haar boelen een scheldbrief te geven, de wereld te verlaten, haar oude natuur te doden en om in een nieuw Godzalig leven ^^e wandelen en tevens Hem haar hartelijke toestemming geeft om met Heim in zalige ondertrouw te treden.
Hoe vindt deze eeuwige liefde Zijn bruid? Hij vindt ze gans dood, onmachtig en on* bekwaam', gebonden met banden der ellen* lende. Ze is gans onwillig, onkunidig en onwetend, waarin haar heil en gelukzalig* neid bestaat. Ze zoekt haar leven in de ^dood, haar geluk in haar ongeluk en rent met rasse schreden op ide dood aan. Haar keel is een geopend graf en haar voeten zijn snel om bloed te vergieten.
Daarom, al wordt dat huwelijksverbond nog zo krachtig voorgesteld, ze ziet er geen dierbaarheid, noch noodzakelijkheid in, om daaraan hare toestemming te geven. Verduisterd in het verstand, zo ze is, komt het haar als dwaasheid voor. Daarbij komt nog, idat ze aan de zonde gehecht is en met zulk een vijandschap vervuld is, dat ze daarvan niet wil weten. Ze wil haar ver* bond met de dood en haar voorzichtig verdrag met de hel niet kwijt, maar ze zegt tot God: Wijk van mij, want aan, de kennis Uwer wegen heb ik geen lust.
Alzo vindt de eeuwige liefde Zijn bruid. Hoe zal deze haar verbond met de dood verbreken en ingewonnen worden om hare hartelijke toestemming te geven aan het huwelijksverdrag met Christus? Wel, niet anders dan dat de Heere haar komt aan te slaan voor Zichzelf; tot stilstand brengt op haar heillozen weg en met de verloren zoon tot zichzelf doet komen.
Hij brengt een Goddelijk licht in het ver* stand, doet Zijn waarheid tot het hart ko* men, zodat de ziel dit niet meer kan voor* bijgaan. De Heere overreedt ze om acht te slaan op Zijn Waarheid. Ze ontvangt een smartelijke indruk, dat ze nooit recht aan God gedacht heeft, nooit naar Hem gevraagd heeft en nooit bekommerd ge* weest is om haar eigen welzijn. Ze holde maar voort op de weg des verderfs. Zo ontwaart ze met schrik in welk een ramp* zaligen staat ze zich bevindt, dat ze on* bekeerd en van God vervreemd is en in zulk een staat eeuwig verloren moet gaan.
A.
vjd.K.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957
De Wachter Sions | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957
De Wachter Sions | 4 Pagina's