Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende: We willen dus deze keer nog iets zien te zeggen van wat Johannes bij de opening van het eerste zegel werd getoond. Hij zag dus een wit paard, zo* als we de vorige keer gezien hebben. Dat paard wees op de bediening van het Evangelie en op hen (die het hebben te bedienen. Ook hebben we gezien wat het te zeggen heeft als er over een wif paard wordt gesproken. Er is nog een rede waarom er over een paard gesprot* ken wordt. Een paard heeft een toom en een spoor nodig om hem voort te drij* ven en om hem in de rechte weg te idoen gaan. Zo is het met de door God geroepen knechten ook. Ze hébben ook een toom en een spoor nodig.

Uitziende: Daar zullen gewis de ware knechten aan te kennen zijn, dat zij door een toom en een spoor geleid en aange* dreven worden. We hebben de vorige keer reeds gehoord dat ze niet kurmen gaan waarheen ze zelf willen. De Ruiter bestuurt het paard. Maar nu blijkt het dat ze nog niet kunnen spreken ook wat en waar ze willen. Ezechiël mocht en kon niet eerder spreken dan dat God hem de mond opende, want de Heere sprak tot hem: En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom worden zult, en zult hun niet zijn tot bestraffende man; want zij zijn een we* derspiannig huis. Maar als Ik met u spre* ken zal, zal Ik uwe mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen. Zo zegt de Heere Heere, wie hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn een we* derspannig huis. En tot Zijn discipelen heeft Christus gezegd dat het hun gege* ven zou worden wat zij spreken moes* ten in de ure wanneer ze het nodig hadden. Het kan ook zijn dat ze leen ge* heel andere kant in him prediking uit* moeten dan dat ze zich voorgenomen hadden. Ze hadden zich soms voorgeno* men iets te zeggen, en dat ze er niet , toe kunnen komen, daar de Heere 't geheel voor hen toesluit. Zo zijn hun gedach* ten ook in 's Heeren hand. Het kap ook zijn dat ze iets voorgenomen hadden te zeggen waar ze ineens niet meer bij kun* nen komen, en dat de, Heere het toch weer ordelijk onder hun aandacht doet komen. Dan worden ze iets van die be< = idiening en voorlichting des Geestes ge* waar. Die Geest zal hen indachtig maken Hopende: En nu worden ze niet alleen ge* leid door een toom, maar ook door een spoor. Ze moeten gedurig maar geprik-s keld en aangespoord worden. De valse leringen die er opkomen zijn soms van die prikkels waardoor ze te vuriger wor* den in hun dienst. De dwalingen heb* ben er altijd aan meegewerkt dat de waar* heid te helderder aan het licht kwam len de vertroosting 'die er voor de wal-e kerk in de zuivere waarheid ligt, te heerlijker zich ontdekte. De Ruiter weet Zijn paard wel aan te sporen. En inwendig zal het ook aan geen prikkels ontbreken. Zo worden ze gesteld als het paard Zijner majesteit in de strijd en als de helden die het slijk der straten treden. De nood is hen opgelegd.

Uitziende: We moeten nu echter no)dig wat van de Ruiter gaan zeggen op het paard Dat is toch zonder twijfel de Koning der kerk, nietwaar?

Hopende: We lezen: En Die daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gè* geven, en Hij ging uit overwinnende, en opdat Hij overwon. Ja, dat is ongetwij* feld Christus, vriend! Johannes aan* schouwde Hem als verhoogd uit de dood en verheerlijkt aan de rechterhanid Zijns Vaders. Hij rijdt op dat witte paard van Zijn overwinning. Hij rijdt op idat paard ide wereld door om door middel van de zuivere prediking van Zijn Woord de uitverkorenen toe te brengen. Daarom wordt er ook gezegd dat Hij een boog had. Dat komt overeen met wat er in Psalm 45 staat, als we daar lezen: Gord Uw zwaard aan de heup, o Held, Uwe Majesteit en Uwe heerlijkheid. En rijd

voorspoediglijk in Uwe beerlijkheid, op het Woord der waarheid en rechtvaars» dige zachtmoedigheid; en Uwe rechter: ^ hand zal U vreselijke dingen leren. Uw pijlen zijn scherp; volken zullen onder U vallen; zij treffen in het hart van des Konings vijanden. Als Koning Jezus een pijl afschiedt, zal die nimmer missen. Hoe meer Hij de boog spant en hoe langer Hij trekt, hoe dieper Hij Zijn pijl inschiet. Die pijl tnoet raken. Hij schiet echter verschillende pijlen laf. Er zijn ook pijlen waarmede Hij op de goddelozen schiet en op allen die Zijn Woord tegen»» staan. Die pijlen zullen ook niet missen. Hij kan wel lang de boog gespannen houden en het kan wel lang duren eer Hij de pijl afschiet, maar als Hij hem afschiet zal hij treffen ook. Indien hij zich niet bekeert, zo lezen we in Psahn 7, zo zal Hij Zijn zwaard wetten; Hij heeft Zijn boog gespannen, en die be»» reid, ien Hij heeft dodelijke wapenen voor hem gereed gemaakt; Hij zal Zijn pijlen tegen de hittige vervolgers te werk stel# len.

Uitziende: Zulke pijlen kunnen we ook wel eens af zien schieten in ons leven, vriend Ze zijn te beklagen die door die pijlen getroffen worden. Het is maar erg als men er toe gebruikt wordt om zijn ei^ gemis tegen de waarheid te openbaren en als men trots alle waarschuwingen daarin zijn hart verhardt. Maar Koning Jezus heeft gelukkig ook andere pijlen op Zijri. boog. Het zijn pijlen van eeuwi* ge liefde en barmhartigheid. Ze werken wel een gevoel van Gods toorn in de ziel. Dat deed David klagen: Want Uw pijlen zijn in mij gedaald, en Uw hand is op mij nedergedaald. Er is niets ge=» heels in mijn vlees, vanwege Uwegram=« schap; er is geen vrede in mijn beende»» ten, vanwege mijne zonde. Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden. Ja, met Job zal men uit moe# ten roepen: Want de pijlen des Almach* tigen zijn in mij, welker vurig venijn mijn geest uitdrinkt; de verschrikkingen Gods rusten zich tegen mij. God over^» tuigt de zondaar door de Wet, als Hij de pijlen van Zijn Woord tot de ziel doet ingaan. Het begint dus niet met het Evangelie. Door de Wet moiet voor het Evangelie plaats gemaakt worden.

Door de Wet is de kennis der zonde. , 0, idie pijlen treffen diep in het hart van 's Konings- vijanden. Dat hart wordt vev wond door die pijlen van de Goddielij^ ke Wet. Men zal weten dat men tegen God gezondigd heeft. Men zal weten idat men God door de zonden vertoornd heeft. Die toorn brandt als een vuur op de ziel. De zonden gaan steken. Zoet waren ze, in de mond, maar ze worden bitter in de buik. O vriend, kwamen er nog eens meer zulke verwonde harten onder ide bediening van het Woord. Waar worden er zulke pijlen nog eens afgeschoten in deze tijid? Waar doet het Woord nog eens kracht tot bekering?

Hopende: En toch zegt de opening van dit eerste zegel ons dat dat Woord alzo zijn kracht zal doen tot het einide toe. Er zullen er echter zovelen geloven als er verordineerld zijn tot het eeuwige Ie*» ven. De uitverkorenen hebben het ver^» kregen, maar de andere zijn verhard ge»» worden. Dat zeg ik niet; dat zegt Gods Woord. Dat mogen we tegenwoordig niet meer zeggen. Maar wat Gods Woord onomwonden zegt, idurf ik ook te zeggen. Degenen echter die onder het zegel der verkiezing liggen, zullen er koü men. Hem Die op het paard zat was < een kroon gegeven. Hij heeft eerst een doors' nenkroon gedragen. Doornen zijn de vruchtgevolgen van de zonden, want het aardrijk is om onzentwil vervloekt; door^ nen en distelen zal zij ons voortbrengen. Was er nu niet Een gekomien Die die doornen had gedragen, er hadden alleen maar doornen gebleven. Maar nu draagt Hij de kroon der overwinning op het Hoofd. Hij is met eer en heerlijkheid gekroond. Hij zal Zijn werk doen in de toepassing van ide door Hem verwor* ven zaligheid. Hij ging uit overwinnen^ de, en opdat Hij overwon. Welke bloe; » dige vervolgingen hebben in het bijzon.* der tegen ide eerste Christenkerk gewoed. Men heeft de Christenen onthoofd, in de kokende pek gedompeld, door de wilde beesten laten verscheuren als een vermakelijk schouwspel voor vele dui*= zenden, maar de kerk is altijd overwin== nend uit de strijd gekomen. Maar Ko= ning Jezus overwint ook door de Zijnen te verlossen uit de slavernij der zonde en des satans. Ze moeten de duivel en de zonde de dienst opzeggen, hoe ge^ willig ze ook onder die dienstbaarheid gevangen lagen. Dit overwinnende werk van Koning Jezus zal doorgaan tot het einde toe. Dat laat ons de opening van het eerste zegel zien voordat ons verder beschreven wordt wat aan Johannes ge* toond geworden is aangaande de bange tijden en de zware strijd idie de kerk te doorworstelen zal hebben. We hopen dat verder te gaan beluisteren, als we de opia* ning van de andere zegels met elkander nagaan. De volgende keer dus het twee*» de zegel.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1958

De Wachter Sions | 4 Pagina's