Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOPENDE EN UITZIENDE.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hopende!: ' We zijn dus nu gekomen tot jt het overwinningslied dat de verlosten : n zingen over de val van satan. Van vers rs 10 tot en met 12 lezen we: En ik hoori* ri* de leen grote stem in de hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het kot» 31* ninkrijk geworden onzes Gods, en de Ie macht van Zijne Christus; want deveiv )V klager onzer broederen, die hen verwn*klaagde voor onze God dag en nacht, t, is o^edergeworpen. En zij hebben hem m overwonnen door het bloed des Lams, s, en door het woord hunner getuigenis; s; en zij hebben hun leven niet lief gehad d tot de dood toe. Hierom bedrijft vreug* ï* de gij hemelen, en gij die daarin woont. it. Wee degenen die de aarde len de zee ; e bewonen.; want de duivel is tot u afi* fi* gekomen, en heeft grote toorn, wetende dat hij een kleine tijd heeft. Johannes hoorde dus die grote stem in de hemel. Weer wordt er over de hemel gesprot» ken. De kerk is 't Koninkrijk der h& # melen. Hier reeds op aarde wordt dat zegelied gezongen, maar straks ook in de hemel. Die inhoud nu van dat lof* lied zouden we wat willen nagaan. Er wordt in gezegd, dat nu de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk is ge* worden onzes Gods en de macht van Zijne Christus. Och vriend, dat opent toch voor ons een dierbaar stuk in het werk der verlossing. Dat de kerk God tot haar deel krijgt is geen geringe zaak- Hij wil haar erfenis en het deel haars bekers wezen. Dat is alles. Asaf mocht zeggen: Bezwijkt mijn vlees en mijnhart zo üGod de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid. En de Heere beloofde Abraham zijn Schild te zijn en zijn Loon zeer groot. Daar zijn we goed mee voor tijd en eeuwigheid. God Zelf is het alvervuUend gped van Zijn gunstgenoten. Het is het grootste wat er te bedenken is. Missen we God, dan missen wie alles. Hebben we God tot ons Deel, dan hebban we ook alles,

De zaligheid is alleen in Hem. Buiten Hem is niet anders dan de dood. Alles buiten God kan niet bevredigen. Maar hoe groot het ook is dat een mens God tot zijn Deel krijgt, er is een zaak die me wel eens wonderlijker is geworden. En dat is, dat de kerk het deel van God is. Het moet in ons leven nog groter voor ons worden dat God ons heeft dan dat wij God hebben. De Heere spreekt in Zijn Woord over Zijn kerk als Zijn erfenis. Zo lezen we, om maar niet meer te noemen, in Psahn 68 dat God Zijn erfenis gesterkt heeft, als zij mat was geworden. Wie zal dat won.* der kunnen uitspreken, dat God die kerk Zijn terfenis noemt. God was eeut* wig volmaakt verheerlijkt in Zichzelf. Hij had geen schepsel nodig om Hem meerdere heerlijkheid toe te brengen. En nu zijn de schepselen nog moed? en vrijwillig van Hem afgevallen ook. En hoe rechtvaardig had Hij Zich nu kun, * nen verheerhjken in hun aller verderf. Maar nu heeft Hij Zich weer een volk tot Zijn eigendom willen maken, en spreekt Hij van dat volk als Zijn erfenis

Uitziende: Dit is zeker een onbevattelijke zaak, vriend! Daarin ontdekken zich de onpeilbare dielpten van Zijn onveranderf» lijke en ondoorgrondelijke raad. God is de VolzaUge en Volheerlijke in Zich** zelf, Die geen schepsel nodig had tot Zijn meerdere heerlijkheid, zoals U al hebt opgemerkt. En toch kunt ge U God nooit denken zonder Zijn volk, want Hij heeft dat volk van eeuwig* heid tot de zaligheid verkoren. En van eeuwigheid heeft Hij in Zijn raad bö* sloten Zichzelf in en door dat volk te verheerlijken in al Zijin aanbiddelijke deugden. En zo heeft Hij in die ver^ heerlijking van Zichzelf ook van eeui* wigheid Zijn verlustiging gevonden,

Maar nu ligt dat volk door de val met alle mensen even diep gezonken. De uitverkorenen zijn van nature ook kini?

deren des toorns en der vervloeking gei» lijk al de anderen. Ze zijn door de zono de het eigendom des duivels geworden. Ze zijn hem toe gevallen. Naar eeaï rechtvaardig oordeel Gods heeft de duii^ vel macht en recht op hen gekregen.

Ze konden idan ook niet uit het geweld des duivels vierlost worden, of er moest een dure prijs voor hen betaald wort» den. Zo kon God ze Zich alleen weer tot een eigendom maken. M, ar zo heeft Hij ze Zich nu tot een eigendom gefe maakt. Hij heeft ze Zich dus tot een eigendom gemaakt door een rechte weg. Er is voor de schuld betaald. God doet Zich dus in die weg waarin Hij ze uit satans macht verlost en Zichzelf weer tot een eigendom maakt, kennen als een rechtvaardig God. Hij bracht Zelf in de Middelaar de losprijs aan. De duivel moet ze als zijn prooi ver*> liezen. Nu hebben we gehoord voeveel geweld hij doet om ze te behouden, maar hij heeft de krijg verloren. Deveri: losten door het bloed des Lams, roepen uit, dat nu de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk is geworden onzes Goids. Daar verblijden ze zich in. God formeert Zich weer een volk, dat Zijn lof vertellen zal. Des Heeren deql is Zijn volk, en Jacob is het snoer Zijlner erve. Is dat niet een wonder, dat dat volk nu 'si Heeren deel genoemd wordt?

Hopende: ) Och vriend, dat wonder is'jnooit te vatten, dat God Zich in dat volk verblijdt als Zijn deel, daar het in zulk 'n ellendige staat door de zoinde nederi* lag, beroofd van alle heerlijkheid, der^ vende de heerlijkheid Gods, dragendie het beeld 'des duivels, vleselijk verkocht onder de zonde. En dat wonder zal niet minder groot worden als men ziet wie men na ontvangene genade in zichi»= zelf blijft. Maar.er is ook weer duiden» lijk in te zien hoe God met Zijn eigen werk doorgaat. Dat volk wordt zalig omdat God het wil. Hij wdl nu eenp maal die kerk tot Zijn eigendom hebben. Jezus heeft Zijn (discipelen geleerd om het gebed met die lofverheffing te bes» sluiten: . Want Uw is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. En zo horen we hier de verlosten door het bloed ook roemen, dat de zaligheid, en de kracht, en het koninkrijk is geworden onzes Gods, en de macht van Zijne Christus. God heeft hulp besteld bij een Held, Die machtig is te verlossen. Die heeft satans kop vermorzeld. De verklager der broedet» ren is de mond gestopt. Hij is nadert* geworpen, zoals hier staat. De duivel wordt de verklager onzer broederen ge^ noemd, die hen voor God verklaagde dag en nacht. Als zulk een verklager der broederen zien we hem zich voor het aangezicht des Heeren stelle|n bij' Job en bij de hogepriester Jozua. Eerst verzoekt hij tot de zonde; daarna be* schuldigt hij de ziel, ze wijs makende dat er nu geen vergeving meer is. En dan zal hij de ziel ook pijnigen en kweh len. Maar niet alleen beschulgt hij de ziel; hij verklaagt ze ook bij; God. En dat doet hij dag en nacht. En als ler nu geen grote Voorbidder voor dat volk was aan de rechterhand des Vaders, waar moest men dan toch blijveni? De zon* daar heeft geen tegenweer tegen satans beschuldigingen. Jozua stond met een gestopte mond, als satan zich aan zijn rechterhand stelde om hem te weden* staan. De zondaar heeft niets tot zijn verontschuldiging in te brengen, ; hij heeft Ipiiets waarop hij pleiten kan aan zijn kant. Wat moet hij dan tegen ajle aanklachten van satan beginnen? Da^r ligt hij nu hulpeloos door eigen zonden onder zulk 'n macht als satan nu over hem heeft. Maar er is een Voorspraak bij Ide Vader, Die tevens een verzoeining is voor onze zonden. Als die Voore» spraak er niet was, om Zich voor ons en in onze plaats in dat recht des Heaf» ren te stellen tegen de aanklachten van satan, satan zou eeuwig over ons trii* umpheren. Maar hij is nedergewoip/en.

O vriend, we moesten er meer en meier achterkomen welk een macht de zonde en ide satan over ons gekregen hebben. En hoe machteloos dat A-fi Jaarondet zrn. Vcrlorpn vas het voor goed en voor ecuwig, als het niet in die God* delijke rs^.d en handen lag om de kerk door zulk een bekwame Middelaair tot de zalicheid te brengen. Dat is het wat de veijosten dooi het bloed in dit loif lied lerkennien.

We hopen daar de volgende keer nog wat meer van te mpgen Jioren.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1959

De Wachter Sions | 4 Pagina's

HOPENDE EN UITZIENDE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1959

De Wachter Sions | 4 Pagina's