DE AANWIJZING DOOR JOHANNES DE DOPER VAN DE VERHOUDING VAN CHRISTUS TOT DE ZIJNEN.

Die de bruid heeft is ide bruidegom, maar de vriend des bruidegoms, die istaat ten hem hoort, verblijdt zich met .blijdschap, om de stem des bruidegoms. Zo is dan deze mijne blijdschap vervuld geworden.

Joh. 3:29.

Weet gie wat bij Idit allien, dat n.I. ide Vader de bruid voor de Zoon bestemtj, en Deae door de bruidschat ide bruid verwerft, en de Geest beide door jdie genade ides geloofs aan elkander verbindt, al zeer opmerken lijk is? Dat er zo'n ongelijkheid is tpssen de beide partijen. Er is nog nooit zo een ongelijk huwelijk geweest als er is tussen Christus en Zijn zwarte bruid. Ziet .ge toch ide Bruidegom, dan o, wonder! is Hij God boven al te prijzen tot in dtx eeuwigheid. En dat wil immers zeggen, dat Hij 'n Goddeli]ke hoogheid, 'n God» delijke majesteit en 'n heerlijkheid heeft. Ja, al de Goddelijke deugden zijn ook Zijn onviervreemdbaar deel, als 2e Persoon in 't heilige Drieënige Goddelijke Wezen. Zo is Hij dus naar Zijn doorluchte Per.# soon en eigenschappen. En als ge daar nu tegenover ziet ide bruid, wat een aller, ges» ringst mensenkind ziet ge daar toch tegesa? » over. Als er ooit een bruid arm geweest is en in zichzelf blijft, zolang ze hier op aarde keft, dan is het zeker deze bruid wel. En uit wat voortreffelijke staat is ze niet uitgevallen. Oorspronkelijk toch was de mens goed en naar Gods evenbeeld geschapen, en stond hij daar in het parai# dij's. Hoe rijk was hij toen niet, t^n Lde gan^-' se wereld stond tot 7, ijn b-^schikking. En dat was nog maar de buitenzijde, w? int ook de hemel was wacht'^nd cp hem, tdoch het hoogste was, dat God Zelf het op* perste goed voor Adam en Eva was. Maar ach! toen hebben we allen in Adam de schrikkelijke leuveldaad begaan, om van God af te vallen, en al die heerlijke gofi'«^ deren in eens weg te werpen, en zijn we in idie draaikolk van jammer en ellende moedwillig neergestort. Al onze hogepr-ïiü vilegiën len voorrechten in een ogenblik tijds verloren! En we konden niet meer terug ook. De rampzaligheid was nu het schrikkelijk deel geworden van elk miens. En zo mieent hij wel rijk (en ^verr'ijkt jte ziib, , en geens dir^gs gebrek te hebben, miaar ijiij weet het niet, dat hij zo nameloos .arm is blind en naakt, en alle goeds gebnek (heeft en vervuld met alle kwaad. Dat is dan nu de toestand van dat volk, sinds de droeve val en bondsbreuk in het paradijs, zoals ze van nature liggen onder de rechtvaar» dige vloek des Heeren. Ze zijn behept 'jnet allerlei gebreken en wonden, ja, daar is niets dat nog deugt in en aan hen. In al* les zijn ze toch zo afzichtelijk mismaakt, , maar stof en stank onrein, zoals het oude rijm zegt. De keel is een open graf, wal«= gelijk om aan te zien, ja gans melaats van de hoofdschedel af tot de voetzalen toe. En nu juist zo een walgelijke bruid, zo een mismaakt iemand, zo een armie, jdie wel tienduizend talentponden schuld heeft, en bovendien nog onverbeterlijk ook in zichzielf f 'ZO een is nu juist het voorwerp van Jezus' aoekende ontferming. In het natuurlijke zou er niemand te vinden zijn om naar zo een onverbeterlijke om te zien. Maar hier is het nu zo, dat Hij juist zo een zwarte, onbetrouwbare, walgelijke en onder een hemelhoge schuld* en vloek» liggende bruid heeft verkoren. Neen, geen engel heeft Hij verkoren, diie daar heilig voor God staat, en ook geen duivel heeft Hij willen hebben, maar het ware zaad As* brahams, dat daar zo mismaakt en ont* redderd op de aarde rondloopt. En zo heeft Hij dan de koopsom opgebracht, idiie er nodig was om ze te verkrijgen. lEn wat was dat nu voor een koopsom? Och, het volk Gods is ook al, vanwege de hemel* hoge schuld len de grote verdorvenheid in hun binnenste, overgeleverd en in de ge» vangenis gezet na hun veroordeling in het paradijs, zodat elk hunmer al met het.(dood» vormis in de hand ter wereld komt. Nu is het echter ook weer zo, idat als de Rechsi ter bevredigd wordt en aan het recht vol» daan wordt, en dus die koopsom betaald wordt, zij ontslagen kunnen worden. Van zichzelf uit kunnen ze zelfs geen duizend» ste part afbetalen. Maar (als nu die Ander komt, dan kunnen ze wel gelost worden. Als Die zegt: Ik zal de koopsom betalen, dan kunnen ze verlost worden. En zo^ nu was het, dat de Heere Jezus uit de hemel afdaalde in de volheid des tijds en idie koopsom heeft afbetaald oip Calvarie's toip. En zo heeft Hij Zijn dierbaar zoenbloed aan het kruis laten vloeien, opdat Hij dat volk voor Zich zou verkrijgen. En dat vloeide weer voort uit Zijn eeuwige liefde en ontferming. Ja, hier is het immers al niet anders dan dat ze er komen, omdat Hij ze hebben wilde, al is het dat ze er nog zo slecht uit zagen. Daarom en daar» om alleen ten hunüen opzichte is het dat , Hij ze hebben wilde, omdat Hij ze heb» ben wilde uit het souverein vrije van bet eeuwige welbehagen Gods.

G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen