HOPENDE EN UITZIENDE.

Hopende: Zo hebben we de vorige keer reeds gezien, dat het uitgieten van de zevende fiool zal plaatsvinden met het grote eindgericht. We zouden nu met korte trekken nog even willen zien wat we in 't laatste gedeelte van dit hoofdstuk van dat grote eindgericht beschreven vinden. In vers 18 wordt gezegd: En er geschiedden stemmen, en donderslagen, en bliksemen; en er geschiedde een grote aardbeving, hoedanige niet is geschied van dat de mensen op de aarde geweest zijn, namelijk een zodanige aardbeving en zo groot.

Dat er zulke vreselijke tekenen direkt aan de komst van Christus zullen voorafgaan, kunnen we ook in Matth. 24, Mare. 13 en Luc. 21 beschreven vinden. En in 2 Petrus 3:10 lezen wij: Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht, in welke de hemelen met gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken die daarin zijn, zullen verbranden.

Uitziende: Hemel en aarde zullen dus in beweging komen. O, wat zal dat toch een vreselijke dag zijn! We horen nu ook wel van aardbevingen, die grote rampen ten gevolge hebben en zovele mensen het leven kosten. Maar hier wordt over een aardbeving gesproken, die zo groot zal zijn, dat er zo'n aardbeving niet geweest is van dat er mensen op de aarde zijn geweest. Waar zal een mens het toch moeten zoeken, als zijn. ziel niet gered en geborgen zal zijn. Wat er plaats zal vinden met die grote oordeelsdag zal alle beschrijving zeer verre te boven gaan.

Hopende: We lezen verder in vers l9: En de grote stad is in drie delen gescheurd en de steden der heidenen zijn gevallen; en het grote Babyion is geacht geworden voor God, om haar te geven de drinkbeker van de wijn des toorns Zijner gramschap. Opmerkelijk is wel, dat waar hier toch gesproken wordt over dat grote oordeel dat alle mensen gelden zal, dat in het bijzonder weer gewezen wordt op de volkomen ondergang van het Roomse Babel die dan zal plaatsvinden. Het lijkt wel uit deze beschrijving of dit oordeel alleen maar dat Roomse Babel zal gelden. Toch lezen we hier ook gelijk: en de steden der heidenen zijn gevallen. Het zal dus een oordeel zijn dat de gehele wereld gelden zal. Maar het Roomse Babyion krijgt een aparte beurt. De grote stad is in drie delen gescheurd. Dit geeft te kennen, dat er totaal niets meer van Babel overblijven zal. De val van Babel zal onherstelbaar zijn. En het grote Babyion is gedacht geworden voor God, zoals we hier lezen.

Uitziende: Het scheen dus alsof God de gruwelen door Babel bedreven, was vergeten. Maar dat hier nu zo afzonderlijk over dat oordeel Gods over Babel gesproken wordt, zegt ons wel, dat het niet gering geweest is wat dat Roomse Babel heeft gedaan. Onder geen volk en koninkrijk is de Kerk des Heeren ook zo vervolgd geworden als onder de overheersing van die Roomse antichrist. Dat Roomse Babel is dronken van het bloed der heiligen. Och vriend, dat het boek der Openbaring zoveel schrijft over Rome, is er wel een bewijs van dat we over Rome's vijandschap tegen de ware Kerk des Heeren, niet lichtvaardig behoeven te denken. Het hedendaagse Christendom dat zich met Rome verzwagert, . wil in Rome geen vijand van de ware Kerk zien. In deze tijd komen er vanzelf ook verschillende verklaringen uit over het boek der Openbaring, maar men wil in die verklaringen er niet van weten dat met het beest en de antichrist Rome wordt bedoeld. Men wijkt in z'n verklaring geheel af van de toelichting die door onze vaderen over het boek der Openbaring is gegeven. Die vaderen hebben het mis gehad. Men heeft nu wel wat meer licht dan die oude vaderen. Neen, men wil in Rome de antichrist niet zien. En geen wonder, want men keert in feite hoe langer hoe meer naar de Roomse Kerk terug.

Het is nog maar kort geleden, dat we in de dagbladen hebben kunnen lezen, hoe 'n Gereformeerde en een Hervormde predikant samen in een openluchtsamenkomst hebben gesproken met 'n pater. Deze samenkomst moest aan de herdenking van de uitstorting des Heiligen Geestes op de Pinksterdag voorafgaan, want zo moest men toch zijn begeerte tot uiting brengen om gelijk als in de tijd van het Pinksterfeest, weer eendrachtig bijeen te mogen zijn. Openlijk heeft men dan ook uitgesproken: „Wij stoelen met Rome op dezelfde wortel des geloofsl" Heeft daar soms het bloed van onze vaderen met stromen voor gevloeid? Neen, de zonen der Reformatie gedenken de gruwelen van Rome niet meer. Omdat men van de leer der vaderen ook niets meer weten wil. Maar hier lezen we dat 't grote Babyion is gedacht geworden voor God. De zielen onder het altaar roepen om wraak. Het schijnt wel alsof God dat geroep niet hoort. Het schijnt wel alsof God geen acht gegeven heeft op de onderdrukking. Zijn Kerk door Rome aangedaan. Het schijnt wel alsof God die onderdrukking vergeten is. Maar neen, nooit heeft enige aardse macht zich zo het oordeel Gods, vanwege de vervolging van de Kerk, op de hals gehaald, alsdat Rome heeft gedaan. Maar Hij zal dat grote Babyion dan ook te drinken geven uit de drinkbeker van de wijn des toorns Zijner gramschap.

Hopende: We lezen verder: En alle eiland is gevloden, en de bergen zijn niet

gevonden. Uit geheel de beschrijving die we hier kunnen vinden van het uitgieten van de zevende fiool, blijkt dat hier over het laatste oordeel wordt gesproken. Geen eiland zal meer toevlucht kunnen bieden. Het ganse aardrijk zoals het nu is, zal ophouden te bestaan.

En hoe vreselijk zal het oordeel zijn, dat God over de goddelozen brengen zal. En een grote hagel- zo lezen we verder, elk als een talent pond zwaar, viel neder uit de hemel op de mensen; en de mensen lasterden God vanwege de plaag des hagels; want Zijn plaag was zeer groot. Een plaag des hagels is zeer verschrikkelijk, zoals we dat ook weten uit de geschiedenis der tien plagen over Egypteland. Maar deze plaag des hagels zal de plaag over Egypteland zeer ver te boven gaan. Een talent pond zv^aar zal elke hagelsteen zijn. Dat is volgens de oude verklaarders wel honderd pond. Het geeft hier de eeuwige vernietiging van alle goddelozen te kennen. Geen ontkoming zal er van het oordeel zijn te vinden.

De goddelozen zullen door die hagelstenen niet vernietigd worden, in die zin, dat ze zouden ophouden te bestaan. Ze zullen eeuwig de volle Goddelijke toorn moeten dragen. En zij zullen eeuwig God lasteren vanwege die plaag des hagels. O, wat zal dat toch in de rampzaligheid zijn! Nooit zal er meer een inmenging van Gods goedertierenheid in dat lijden worden gevonden.

Nooit zal men kunnen buigen onder God, want als er een ogenblik een buigen was, dan was de hel geen hel meer. O, daar neemt de ziel in dit leven wat van waar, dat niet te kunnen buigen, de hel uit zal maken. Eeuwig zullen de verdoemden in volle vijandschap ontbranden tegen dat Goddelijke Wezen. Zo hebben we nu 't 16e hoofdstuk van het boek der Openbaring afgehandeld. Volgende keer hopen we dus met het l7e hoofdstuk een begin te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen