HOPENDE EN UITZIENDE.

Hopende: De Antichrist wordt ons in het boek der Openbaring wel duidelijk kenbaar gemaakt, als we daarin zulk een uitvoerige en nauwkeurige beschrijving van hem kunnen vinden. Zo lezen we nu verder in vers 5 en 6: En op haar voorhoofd was een naam geschreven, namelijk: Verborgenheid; het grote Babyion, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. En ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, als ik haar zag met grote verwondering.

Johannes zag dus allereerst, dat op haar voorhoofd een naam geschreven was. En die naam was: Verborgenheid; het grote Babyion, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde.

Vanzelfsprekend moeten we dit niet zo opvatten dat de Antichrist zichzelf die naam zal geven. Maar hier wordt gezinspeeld op het doen van vermaarde en onbeschaamde hoeren, die eertijds haar tekens en namen aan haar deuren en voorhoofden plaatsten. Het wil hier dan ook zeggen, hoe onbeschaamd Rome is in zulke dingen openlijk te leren en voor te staan, die haar als een geestelijke hoer kenmerken. We behoeven dus niet zulk een nauwkeurig onderzoek in te stellen, om er ons van te overtuigen of Rome zich wel aan geestelijke hoererij schuldig stelt. Ze pleegt haar hoererij openlijk voor de zon.

Toch draagt deze hoer de naam: Verborgenheid. Dit komt echter overeen met wat door de apostel in 2 Thess. 2 van de Antichrist gezegd wordt, waar we lezen: Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt airede gewrocht; alleenlijk, die hem nu wederhoudt, die zal hem wederhouden, totdat hij loit 't midden zal weggedaan worden.

Uitziende: Rome's godsdienst is ook vol van zogenaamde verborgenheden. Alle plechtigheden die men in Rome's kerk verricht, zijn volgens haar eigen getuigenis vol verborgenheden. Maar met al die verborgenheden kenmerkt Rome zich juist als de hoer, zoals deze tekst ons laat zien.

We moeten met die verborgenheden die ook velen buiten Rome er op na houden, altijd maar voorzichtig zijn. Zo gauw als men met bijzonderheden gaat komen die buiten het Woord omgaan, zit er wel een luchtje aan. Omdat die hoer in ons aller hart zit, zijn we geneigd, om, al is het dan op een andere wijze dan bij Rome, een vertoning van Godzaligheid te maken met zogenaamde verborgenheden. Paulus spreekt ook

over een verborgenheid der Godzaligheid, die groot is, maar dan deze, , dat God geopenbaard is in het vlees. Dat is 'n verborgenheid die duidelijk geopenbaard is, maar in zichzelf onbegrijpelijk is en blijft. Dit is waarlijk een verborgenheid der Godzaligheid. Maar Rome's verborgenheden zijn verborgenheden der ongerechtigheid. En onder een schijn van Godzaligheid kan er met vele zogenaamde verborgenheden wat ongerechtigheid gepleegd worden. Van al wat van de eenvoud afwijkt, moeten we een afschuw hebben. Hier zit de mens op de troon en wordt God van Zijn eer beroofd en 't bloed van Christus aangetast. En God openbaart 't op Zijn tijd, welke ongerechtigheden er onder een schijn van Godzaligheid bedreven worden. Voor al die gewichtigdoenerij onder de godsdienst moeten we maar nooit zo veel geven.

Hopende: Dat Rome de naam Verborgenheid draagt, is ook wel om die reden, dat van Rome als van Babyion gesproken wordt. Met de aanduiding van Verborgenheid wordt ons dan te kennen gegeven, dat we de volgende bena'ming die we hier van haar kunnen vinden, niet letterlijk moeten opvatten, evenalsof er hier van het bekende Babylonische rijk zou worden gesproken. Neen, er behoeft geen twijfel aan over te blijven, dat hier met Babyion Rome wordt bedoeld. Daarom draagt ze hier ook de naam: Verborgenheid. Rome is het Babyion uit de tijd van het Nieuwe Testament. Zoals Babyion de Kerk van het Oude Testament verdrukt heeft, zo zou Rome het de Klerk van 't Nieuwe Testament doen.

Uitziende: Wel wordt op heden de Kerk in ons Vaderland door Rome niet vervolgd, gelijk weleer geschied is, maar geloof maar met mij, dat Rome nog met een onverzettelijke haat tegen de ware Kerk des Heeren vervuld is. Rome weet wel wat de ware Kerk is, en als ze ook maar even de overhand kreeg, zou het wel uitkomen dat Rome wel weet welke K^rk ze vervolgen moet. Rome blijft dus tegenover de ware Kerk staan, zoals Babyion eertijds stond tegenover de Kerk van het Oude Testament. En als er dan ook verzwagering komt met Rome, is dat er een bewijs van, dat men de kenmerken van de ware Kerk niet draagt.

Hopende: De volgende benaming die hier aan Rome wordt gegeven is: de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. Ze is de moeder der hoererijen, omdat ze velen tot hoererij verlokt. En dat doet ze door de drinkbeker vol van gruwelen hen voor te stellen, waarom ze hier ook genoemd wordt: de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde. Vele gruwelen worden door Rome bedreven. Vele dingen acht men geoorloofd, als het verbreken van de eed, van het huwelijk, het onttrekken van de kinderen aan de gehoorzaamheid der ouders, het toelaten van publieke hoerhuizen, het liegen en bedriegen, enz. Met zulk een godsdienst, waarbij men zoveel gruwelen kan bedrijven, kan men bij de mens wel terecht.

Verder zag Johannes, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. Zouden we er nog aan moeten twijfelen dat hier met die vrouw Rome wordt bedoeld? Of is door haar niet 't bloed der heiligen met stromen vergoten? Rome is er dronken van geworden zoals hier staat. O, welk een oordeel wacht haar!

Uitziende: Johannes verwonderde zich, als hij haar zag, met grote verwondering. Toen dit aan Johannes getoond werd, moest dit alles nog gebeuren.

Die hoer moest zich nog dronken maken van het bloed der heiligen. De betekenis van het gezicht dat Johannes kreeg, moest hem dus nog nader uitgelegd worden. En die uitlegging kunnen we hier nu ook verder beschreven vinden, waardoor nog meer zal blijken dat hier 't Roomse Babyion bedoeld wordt.

Hopende: We lezen verder, dat de engel tot hem zeide: Waarom verwondert gij u? Ik zal u zeggen de verborgenheid der vrouw en van het beest dat haar draagt, hetwelk de zeven hoofden heeft en de tien hoornen. Het beest, dat gij gezien hebt, was en is niet; en het zal opkomen uit de afgrond, en ten verderve gaan; en die op de aarde wonen zullen verwonderd zijn (welker namen niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld), ziende het beest, dat was en niet is, hoewel het is.

Het Romeinse rijk was er al, toen dit gezicht aan Johannes getoond werd. Maar de geestelijke macht van Rome moest nog komen. Duidelijk blijkt hier dus, dat de Roomse kerk bedoeld wordt Deze kerkelijke macht is uit de afgrond opgekomen. Maar deze macht zal ook ten verderve gaan. Dit werd nu aan Johannes getoond. De gehele aarde zou zich verwonderen achter het beest, zoals we dat al bij de overdenking van het 13e hoofdstuk gehoord hebben.

Maar weer wordt zo treffend onderscheid gemaakt, als gezegd wordt: welker namien niet zijn geschreven in het boek des levens van de grondlegging der wereld. Die hebben hun namen zelf niet in dat boek geschreven. Ze zijn er in geschreven. God heeft ze onderscheiden van de aanbidders van het beest. Wat zal dat toch een eeuwig wonder uitmaken voor degenen die daaronder begrepen mogen zijn! Zo zien we steeds in het boek der Openbaring de ware Kerk gesteld tegenover de valse kerk. We hopen de volgende keer de uitlegging van het gezicht dat aan Johannes getoond werd nog kort na te gaan.

Thans moeten we het er weer bij laten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen