Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VRAGEN OVER DOGMATIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VRAGEN OVER DOGMATIEK.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 Wat blijkt uit al deze dwaalgevoelens? Dat men Gods eer en recht verkort, de verdiensten van Christus ontkracht, de bediening des Geestes tegenstaat, en de mens verheft.

32. Wat stellen wij tegenover de loochening van Gods rechtvaardigheid en het Borgwerk van Christus?

Niet alleen de mogelijkheid, maar ook de noodzakelijkheid, waarheid en volkomenheid der voldoening door Christus.

33. Waaruit blijkt de mogelijkheid?

1. Uit Gods souvereine majesteit en oneindige recht, om de schuld te straffen in de zondaar, of in een Borg.

2. Uit de volmaaktheid van Christus' Persoon, Die als God niacht heeft om als 'n Borg Zich te stellen voor de Zijnen en Zijn leven af te leggen en het wederom te nemen. Joh. 10:18; en zijn ziel ten schuldoffer te stellen. Jes. 53:10.

3. Uit het einde van de voldoening, de verheerlijking Gods en de zaligheid van de uitverkoren zondaar.

34. Maar is dat wel bestaanbaar met de rechtvaardigheid Gods, dat een onschuldige sterft in plaats van de schuldige? Ja, als de onschuldige zich vrijwillig als Borg stelt, om voor de schuldige te sterven, waartoe Jezus de macht had, Hebr. 10:7; 7:22.

35 Maar hoe kan een mens voldoen voor zoveel duizenden?

Christus is geen bloot mens, maar tegelijk waarachtig God in een en dezelfde Persoon. Zoals alle mensen van nature in Adam begrepen zijn, zo ook alle uitverkorenen in Christus, zoals Rom. 5:19 zegt: Want gelijk door de ongehoorzaamheid van ene mens, velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van enen, velen tot rechtvaardigen gesteld worden.

36. Waaruit blijkt de noodzakelijkheid? Uit het Wezen Gods Zelf, en daarin gegronde wil en besluit. Uit Zijn Richterlijke rechtvaardigheid, lonende en straffende. Het betaamde Gode, zegt Hebr. 2:10, de Overste Leidsman vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, door lijden te volmaken, en God kan niet de zondaar rechtvaardigen dan in de weg van het dragen van de straf. Rom. 3:25, 26.

Uit Zijn Waarheid, waarnaar de Heere het leven had beloofd in het werkverbond maar ook de straf bij overtreding. Gen. 2:16, 17; 3:16-19.

Uit Zijn heiligheid, want God haat de zonde oneindig en openbaart Zijn heiligheid daartegen in de straf, Hab. 1:13.

Uit Zijn barmhartigheid, die alleen bewezen kan worden aan de strafschuldige zondaar in de weg van de voldoening aan het heilige recht Gods, en zo ook vorderde de wraakoefenende gerechtigheid tegen de zonde.

Uit de voorzeggingen van het Oude Testament, zoals ze ook alle in Christus zijn vervuld.

Uit het overgeven van Zijn eengeboren Zoon in Wie Hij Zijn welbehagen had door de Vader tot het lijden en de dood, ja de dood des kruises, als de Zijnen op andere wijze zalig hadden kunnen worden. Matth. 26:39.

37. Waaruit blijkt die noodzakelijkheid nog meer?

1. De belediging der hoogste en oneindige Majesteit Gods door de mens moet ook met de hoogste, dat is dus de oneindige, eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft worden. Hoe hoger hij is tegen wie gezondigd wordt, des te zwaarder is ook de straf, 1 Sam. 2:25; Rom. 5:12.

2. De straf moet overeenkomen met de natuur der zonde, die tegen de oneindige Majesteit Gods ingaat, en dus de dood moet zijn, Rom. 6:23.

3. De voldoening kon dus niet anders zijn dan door volmaakte lijdelijke en dadelijke gehoorzaamheid, die alleen volbracht kon worden door Christus als Borg der Zijnen, door de Vader daartoe verordineerd, Gal. 3:10. Zonder voldoening is er geen vergeving.

4. Noch de zondaar zelf, noch enig ander schepsel was er toe in staat. Alle schepsel is eindig en de schuld en straf oneindig, terwijl de menselijke natuur betalen moet. Zond. 6, wat Christus alleen plaatsbekledend voor de Zijnen vermocht.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1960

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VRAGEN OVER DOGMATIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 september 1960

De Wachter Sions | 4 Pagina's