Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MEDITATIE.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welgelukzalig is de man, o Heere, dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uwe wet, om hem rust te geven van de kwade dagen, totdat de kuil voor den goddelooze gegraven wordt. Psalm 94:12-13.

Ik ga u vragen: Is de tucht dan niet meer uit liefde en tot behoud? Het schijnt van niet. Men wil behouden door mee te gaan met de wereld, of de wereld toe te laten in onze woning en in de kerk. De wereldgelijkvormigheid valt niet meer onder de tucht. Algemeen hoort men: Het zit niet in het al of niet afknippen van het haar der meisjes of vrouwen. Het zit niet in 't kleed dat men draagt. Het zit niet in de radio die men in huis heeft. Het zit niet in de televisie enz. enz. Het zit tenslotte nergens meer in. Maar weet het als ge het voorrecht verkrijgt om onder Gods tuchtigende hand te komen, dan zult ge wel aan de weet komen waar het wèl in zit. En dat de tucht niet gemist kan worden. Dan zult ge van achter zeggen met David: Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest. Dan zult ge erkennen dat het enkel Gods trouw over u was dat Hij u liet verdrukken. En zolang Vader en Moeder waken voor hun kinderen zullen zij uit hefde de tucht blijven handhaven. En Gods getrouwe knechten en dienaren in het kerkelijk leven zullen ook niet anders kunnen doen. Zou dan de Heere Zijn kinderen niet tuchtigen? Gelukkig is de Heere niet gelijk de mens. De mensen zijn veranderlijk. Zij laten spoedig de tucht varen. Worden meegevoerd met de geest van de tijd. Wat vroeger onder de tucht viel wordt nu niet meer als zonde beschouwd. De Heere is echter niet veranderd. Hij heeft een andere opvoeding voor Zijn kinderen. Hij is en blijft een getrouw en liefdevol God en Vader voor al Zijn wedergeboren en door Christus duurgekochte kinderen. Gods woord zegt ons uitdrukkelijk: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijk niet als gij van Hem bestraft wordt. Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijk zoon dien Hij aanneemt. Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt zich God jegens u als zonen (want wat zoon is er, dien de Vader niet kastijdt? ) ; maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden en niet zonen. Hebr. 12:5-8.

Als ge dan zonder de kastijding des Heeren leeft, behoort ge niet tot degenen die welgelukzalig genoemd worden. Gods Vaderoog blijft wakend gevestigd op Zijn kinderen. Zijn Vaderlijke liefde blijft genegen tot Zijn van eeuwigheid geliefde kinderen. Die kinderen hebben zich in Adam ook uit des Vaders gemeenschap uitgezondigd. Doch hun diepe val in Adam kan niet teniet maken des Vaders" eeuwig welbehagen. Zijn eeuwige verkiezing blijft. Aan het verbond der genade heeft Christus voor de Zijnen de eisen willen vervullen en de zegeningen verworven. Die weldaden zullen ze zeker deelachtig worden. God de Vader wil Zijn uitverkoren kinderen terug hebben. Hij wil ze weer aan Zijn Vaderhart terug brengen. Daarom is de tucht noodzakelijk.

En al verstaat het wedergeboren kind het niet altijd direct, toch is het waar. En weet ge het wonderlijke, als de Heere tuchtigt, slaat, kastijdt, dat Hij dan ook tegelijk zulk een ziel tot zich trekt. Hij weet de Zijnen te verootmoedigen. Hij zal ze Ieren voorzichtig te doen wandelen.

Welgelukzalig is de man, o HEERE, dien Gij tuchtigt. Die tucht geschiedt door de Heere Zelf. Het is Zijn hand die de Zijnen kastijdt. Hij weet het allerbeste hoe Hij de Zijnen moet treffen. Waar Hij de ZijneK moet raken. Hij weet waarmede Hij moet slaan en wanneer Hij moet tuchtigen. Hij alleen bepaalt de zwaarte van de straf. Hij heeft de maat en de duur nauwkeurijf afgemeten. Het is Zijn hand die alles bestuurt, en alles doet medewerken ten gi> ede voor al Zijn geliefde kinderen. Hij legt de mens niet te veel op. Gods Vaderhart zit achter Zijn Vaderhand. Zodat Zijn hand niet alleen slaat, maar op Zijn tijd ook heelt. Hij kastijdt, maar weet daarna ook de Zijnen te vertroosten. Ja, somj reeds onder de zwaarste kastijdingen genieten Gods kinderen de zaligste vertroostingen. Die troost is niet altijd pas na de druk en tucht. Neen, als God de Hei re er de Zijnen voor opmerkzaam matikt, dan kunnen ze de roede Gods wel eers kussen. Dan spreken ze met Job : Zouden wij het goede van God ontvangen en niet het kwade? Dan mogen zij 't met Gods handelwijze eens worden. De Heere weet door Zijn slaande hand de Zijnen in het stof te werpen, maar Hij komt ze ook liefelijk op te richten. Hij doet de tranen bij de Zijnen opwellen, maar Hij weet ze ook op wonderbare wijze te drogen. Ja, zoals niemand dat kan. De Heere heeft voor elk van Zijn kinderen een afzonderlijke tuchtroede. En die tuchtroede blijft Hijzelf hanteren. Het is Zijn hand. Zijn werk. Zijn bestuur als Hij u treft, verdrukt, verbrijzelt.

T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1960

De Wachter Sions | 4 Pagina's

MEDITATIE.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 oktober 1960

De Wachter Sions | 4 Pagina's