Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het nummer van Daniël van 24 maart j.1., dat ons van bevriende zijde is overhandigd, komt een slotbeschouwing voor over Th. van der Groe. We ontlenen daar het volgende aan: In de Ger. Gem. en in de Oud Ger. kringen behoort Van der Groe wel tot de veel gelezen schrijvers.

Het ware echter te wensen, dat die lec- ^ur niet beperkt bleef tot zijn „biddagsprekei; i", die slechts één zijde van Van der Groe laten zien.

Van der Groe zou daar te wettisch in zijn volgens de schrijver in Daniël.

En dan volgt als besluit een stukje uit de beschrijving van het geloof, die Van der Groe geeft in een werkje, getiteld „Beschrijvinge van het oprecht en zielzaligend Gelove, " etc, dat in mijn uitgave van Praag, voorkomt op p. 134. Hier komt goed uit welk standpunt de schrijver in Daniël inneemt. De biddagspreken waren te wettisch, bij deschrijver, zoals we al opmerkten. Hij heeft nu een andere, zijns inziens betere lijn bij Van der Groe gevonden, want die andere was maar een halve Van der Groe in zijn ogen en af te keuren Van der Groe. Maar nu heeft hij wat gevonden, dat meer naar zijn smaak

is. Hoor maar. Het stukje dat hij als slot van zijn verhandeling van Van der Groe opneemt luidt als volgt: Worden niet al Gods beloften van zaligheid in Christus altijd in het algemeen gedaan aan alle heilbegerige zondaren, die oprecht gewillig zijn Gods beloften en de beloofde goederen aan te nemen? Is niet het hele Evangelie een openlijke aanbieding en voorstelling van Christus en van Gods genade aan ieder zondaar, die dit leest en hoort? . . . Begrijpen wij. Gereformeerden deze zaak wel anders, dan dat het aanbod van Christus en de zaligheid in het Evangelie algemeen geschiedt, aan alle mensen die onder het Evangelie leven? Houden we dit niet staande aan de ene kant om alle verlegen zondaren de weg tot Christus wijd te openen? Aan de andere kant om alle ongelovigen in de schuld te stellen, dat ze de Heere Jezus Christus, die hen in het Evangelie aangeboden wordt, versmaden en verwerpen, en dat alzo hun verdoemenis in die weg rechtvaardig zal zijn?

Tot zover deze uitspraak. Dat zal dan nu de echte, de goede Van der Groe zijn bij de schrijver in Daniël. Algemeen aanbod aan alle hoorders, Evangelie, zaligheid voor alle hoorders rijp en groen, dat is het kolf je naar de hand.

De schrijver in Daniël doet echter maar een bepaalde greep hier, die hem goed schijnt te bevallen, beter dan dat zogenaamd wettische van Van der Groe, maar die toch aanvulling behoeft, die Van der Groe zelf wel geeft, maar die de schrijver weg laat. Want er staat nog heel wat meer in het aangehaalde gesohriftje van Van der Groe, met name ter verduidelijking van dat aanbod aan alle mensen, die onder het Evangelie leven. Zo haalt Van der Groe in genoemd werkje op p. 126 met volle instemming van zichzelf W. Teellinck aan, als deze zegt, dat voorop gaat, dat de arme zondaar, die nu door de leer van 's mensen ellende overtuigd is, enz. waarmee Van der Groe instemt, dat de leer der ellende gaat voor die aanbieding, en dus de Wet weer voorop gaat, en dan het Evangelie volgt. En zo zegt hij ook op p. 135, dat de Heere Jezus Zichzelf aanbiedt aan alle heilbegerige zondaren, en dat het raakt allen, die willen, en_ dus beperkt is. En dat die beloften daar in het algemeen liggen voor alle heilbegerigen, dat zijn dus allen, die waar verslagen zijn door de Wet vanwege hunne zonden. Op p. 137 wordt het nog eens nader verklaard, als daar gezegd wordt: Want daar de Heere Jezus aan alle heilbegerige zondaars in het Evangelie van God tot een volkomen Zaligmaker wordt aangeboden, zo moeten dan ook noodzakelijk alle ongelovigen, die Hem niet heilbegerig daar voor van ganser harte aannemen en omhelzen, voor eeuwig van God verdoemd worden, enz. Dat algemeen aanbod geldt dus alle heUbegerige zondaars, en 't sluit in zijn algemeenheid juist het vereiste van de heilbegerige gestalte van het hart in. Dat voorwaardelijke van dit algemene aanbod, zelfs aan verworpenen, wijst Van der Groe nog eens uitdrukkelijk aan, op p. 138, als het daar luidt, dat God de verworpene gebieden kan . . . Gods aanbieding in het Evangelie, zoals die ligt in 't algemeen, en met klare aanwijzing van de noodzakelijke vereistheden in het gemoed des armen zondaars voor waarachtig en zeker te houden; en op die aanbieding Gods met verzekerd gemoed aan te gaan, en de Heere Jezus Christus op grond van die aanbieding voor hunnen Zaligmaker in 't bijzonder aan te .grijpen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VAN DER GROE TEN ONRECHTE VAN EENZIJDIGHEID IN DE LEER-VOORSTELLING BETICHT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 april 1961

De Wachter Sions | 4 Pagina's