TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING.
Artikel 61. Het Heilig Avondmaal.
Toelating tot het Heilig Avondmaal.
Zo is de toegang tot het H. Avondmaal niet vrij voor ieder, maar beperkt door de verplichting om eerst belijdenis af te leggen, al is het ook weer zo, dat een enkele maal, als bij uitzondering, iemand die de kenmerken van het genadeleven vertonen mag, toegelaten wordt, maar dan toch met de heeniwijzing, dat er belijdenis op dient te volgen.
Welke vragen moeten gesteld worden of welk formulier moet gebnaikt worden voor hen, die belijdenis doen? In onze gemeenten zijn in gebruik de drie vragen achter het Kort Begrip, welk kort begrip meestal als leiddraad gebezigd wordt voor de belijdenis-catechisatie, of men kan ook de vragen van Voetius nemen. Ter Gen. Synode van 1922 te Rotterdam is daarover het volgende besloten:
De Particuliere Synode (Noord) stelt aan de Generale Synode voor, een stel vragen te ontwerpen dat gebruikt kan worden bij het afnemen van belijdenis des geloofs, de vrijheid der plaatselijke kerken onverlet latende.
Terwijl de Zuidelijke Synode het voorstel ter tafel bracht: „De Synode, gehooïd hebbende het soms in sommige gemeenten gebruiken van 'geheel willekeurig gestelde en h.i. minder juiste vragen bij het afnemen van belijdenis des geloofs, stelt der Generale Synode voor zidi te bepalen tot de vragen achter het Kort Begrip".
In de discussie over deze zaak komen ter sprake de vragen van Voetius, die bij enkele kerkeraden in gebruik zijn, met een kleine wijziging in de eerste vraag, vervangende het „voorzover" door „welke". Er wordt op gewezen dat de vragen achter Kort Begrip reeds ongeveer 1550 bij de vluchtelingenkerk te Londen in gebruik waren, en enig kerkelijk gezag hebben boven de vragen van Voetius, wijl de Synode van Dordt haar goedkeuring er aan hechtte. Desniettemin maakt de Synode geen bezwaar tegen het gebruik van de vragen Voetius, en verenigt zich met het voorstel:
De kerken maken bij het afnemen van belijdenis des geloofs, gebruik van de vragen achter Kort Begrip of wel van dé vragen van Voetius, met boven aangewezen wijziging, luiden als volgt:
Belijdenisvragen van „Voetius".
Vr. 1. Verklaart gij de leer onzer kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, te houden voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schrift?
Vr. 2. Belooft gij, door de genade Gods, in de belijdenis der zaligmakende leer, volstandig te zullen blijven en daarnaar te zullen leven en sterven?
Vr. 3. Belooft gij, overeenkomstig deze leer, trouw, eerlijk en onberispelijk steeds uw leven te zullen inrichten, en uw belijdenis met goede werken te zidlen versieren?
Vr. 4. Belooft gij, dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht zult onderwerpen, indien het gebeurde (hetwelk God verhoede) dat gij u in leer of leven kwaamt te misigaan?
De drie vragen van het Kort Begrip zijn zakelijk deze:
1- Of ze (die belijdenis doen) zonder enige twijfel instemmen met de leer waarin ze onderwezen zijn?
2- Of ze ook voorgenomen hebben, door Gods genade bij deze leer te blijven, de wereld te verzaken, en een nieuw Christelijk leven te leiden?
3. Of zij zich aan de Christelijke straf willen onderwerpen? Al deze vragen te beantwoorden met: JA.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1961
De Wachter Sions | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 september 1961
De Wachter Sions | 4 Pagina's