Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OPDAT GIJ NIET ZONDIGT.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OPDAT GIJ NIET ZONDIGT.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt.

1 Johannes 2 : la

Het schijnt wel alsof de apostel nu met zichzelf in tegenspraak komt, als hij nu ineens zo geheel iets anders gaat zeggen dan in het laatste vers van het vorige hoofdstuk. Daar heeft hij immers gezegd: Indien wij zeggen dat wij niet gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn woord is niet in ons.

En nu zegt hij: Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. Is er dan toch de mogelijkheid van gans niet te zondigen? Och neen, de apostel heeft in het vorige hoofdstuk ons al duidelijk doen horen, dat zelfs Gods kinderen hier in het leven de zonden nooit te boven komen. Maar het is zo'n groot onderscheid hoe we zondigen. De uit God geborenen kunnen hun vermaak niet meer in de zonden hebben. De zonden zijn tegen hun wil in hen overgebleven. Ze zijn verlost van de heerschappijvoerende kracht of de dienstbaarheid der zonden. En toch worden ze door de zonden lichtelijk omringd.

En 't verdorven vlees neigt altijd naar de zonden. De uit God geborenen worden daarom ook geroepen tot een geestelijke strijd tegen de zonden.

En daartoe worden ze nu ook door de apostel in deze tekst vermaand. De apostel heeft in het vorige hoofdstuk gewezen op de verzoenende en reinigende kracht van Christus' bloed. Dat bloed reinigt van alle zonde. Zoals we gehoord hebben, mogen Gods kinderen dat in hun gehele leven ervaren. Op de ware belijdenis van zonden, wil God hun gedurig betonen, dat Hij getrouw en rechtvaardig is, dat Hij hun de zonden vengeve. Maar die belijdenis der zonden bestaat dan ook in een ware boetvaardigheid over de zonden. Des duivels listen zijn zeer vele. Hij verandert zich zelf wel in een engel des lichts.

Hij weet de zonden als zeer begeerlijk en vermakelijk, ja als geoorloofd aan ons voor te stellen. Ja, zijn listen gaan nog verder. Waar de apostel in het vorige hoofdstuk geleerd heeft, dat God op de belijdenis der zonden Zich getrouw en rechtvaardig wil betonen door ons de zonden te vergeven, daar weet de vorst der duisternis zelfs van dit woord van de apostel gebruik te maken, om ons de zonden als zeer licht voor te stellen, daar ze dan toch door een enkele belijdenis weer worden uitgewist. En het goddeloos vlees redeneert daarin met de duivel mee.

De Antinomiaan behoeven we zomin als de Remonstrant niet buiten onszelf te zoeken. Het is niet te zeggen welke boze bedenkingen er uit het hart des mensen opkomen. Maar nu laat de apostel ons horen, dat wat hij in het vorige hoofdstuk geschreven heeft, juist door hem met dat oogmerk is geschreven dat wij niet zondigen zouden. Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt, zo zegt hij nu in onze tekst.

Hoe liefderijk is hier zijn aanspraak. Hij spreekt hier de ware gelovigen als zijn kinderkens aan. Dit is een aansipraak die ons van de lippen van de apostel Johannes niet vreemd is. Maar deze aanspraak doet ons hier ook weten, dat zijn vermaning uit liefde geschiedt. Een ware door God geroepen leraar is door God als een vader over de gemeente gesteld. Paulus kon ook zeggen dat hij de gelovigen als een vader in Christus door het Evangelie geteeld had. En ook Onesimus had hij in zijn banden geteeld. Eliza eerde Elia ook als zijn vader, als hij hem bij zijn hemelvaart nariep: „Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijne ruiteren!”

Zo ook wist Johannes zich een vader te zijn van degenen die hij in de zuivere leer der Waarheid had te onderwijzen. Vaderlijk is hier dan ook zijn onderwijs, daar 't gericht is op het geestelijke welzijn van de zielen der ware gelovigen.

De zonden kunnen niet anders dan de ziel [grotelijks schaden. Ze kunnen de gelovigen niet buiten de hemel houden, maar wel houden ze de hemel uit hun hart. Ze belemmeren de geestelijke wasdom in 't genadeleven. Gods Naam wordt daarbij om de zonden grotelijks gelasterd. De vijanden verblijden zich erom en anderen van Gods kinderen worden erom bedroefd terwijl de zaak des Heeren er schade mee lijdt en Gods koninkrijk er afbreuk door wordt gedaan. Wel is waar, dat van Gods zijde bezien. Zijn rijk nimmer afbreuk kan worden gedaan en Zijn zaak nimmer schade lijden kan, maar daar mogen wij nimmer mee werken. Wij kunnen 't voor onze ogen zien, welke droeve gevolgen de zonden van Gods kinderen hebben voor Gods Kerk zoals die zich op aarde openbaart.

En wat Johannes nu geschreven heeft aangaande de schuldverzoenende en reinigende kracht van Christus' hloed, mag nooit aanleiding geven tot het bedrijf der zonden. In tegendeel, Johannes zegt hier, dat hij deze dingen geschreven heeft, opdat wij niet zondigen zouden. We moeten dus op deze dingen die hij geschreven heeft nog even terugkomen, om nu te zien hoe deze dingen juist van de zonden moeten weerhouden. De apostel heeft dus in het vorige hoofdstuk geschreven over een ware belijdenis der zonden. Hoe zou het mogelijk zijn, dat waar deze belijdenis uit de ware boetvaardigheid over de zonden voortkomt, dat men dan de zonden tegelijk nog zo gemakkelijk bedrijven zou?

Die uit de rechte smart over de zonden van de last der zonden zoeken bevrijd te worden, zullen toch niet zoeken die last nog te vermeerderen? De spreuk der ouden is zo waarachtig: „Groter zondaar w'orden en minder zonden doen”.

Daarbij heeft Johannes geschreven over het bloed van Christus, dat van aUe zonde reinigt. Bij de overdenking van die woorden hebben we reeds gezien, dat dat bloed niet alleen gestort is tot rechtvaardigmaking, maar ook tot heiligmaking.

Er kan geen rechtvaardigmakinig zijn zon­der heiligmaking. De inwendige vernieuwing is aan de verzoening van de schuld door Christus' bloed onafscheidenlijk verbonden. Maar daarbij, waar de ziel er ooit wat van heeft mogen zien met welk een dure prijs Christus voor de zonden heeft moeten betalen, zou ze dan daarop zo gemakkelijk kunnen zondigen? Als ooit de zonden recht smartelijk worden, dan is het daar, waar de ziel er iets van krijgt te zien wat de zonden de Borg gekost hebben. Ze hebben Hem Zijn bloed en Zijn leven gekost.

Hier leert men over Hem rouwklagen als over een eniggeboren zoon, en zullen onze ogen aanschouwen Wie we doorstoken hebben. Dit wordt waarlijk de grootste smart, als we zien hoe we door onze zonden Zijn kroon hebben gevlochten en Zijn beker' gevuld.

Maar ook de grootheid van Gods schuldvergevende genade in Christus moet er toe dienen om van de zonden-ons te weerhouden. De zonden worden ook zo smartelijk, omdat ze tegen zoveel liefde worden bedreven. En de vernieuwde bewijzen van Gods schuldvergevende liefde en ontferming doen de ziel ernstiger en hartelijker dan ooit te voren begeren om in de geestelijke strijd tegen de zonden niet te verslappen en om voortaan van de geboden Gods niet af te wijken.

Zo wordt Johannes' vermaning reöht verstaan, als hij zegt: Mijne kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. Echter zegt Johannes daarmede niet, dat er de mogelijftheid is dat ze in het geheel niet meer zondigen zullen. Neen, hij laat op deze verananing tegelijk volgen: En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij de Vader, Jezus Christus de Rechtvaardige.

­De volgende keer zal dit dus onze aandacht vragen.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

OPDAT GIJ NIET ZONDIGT.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 februari 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's