Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Artikel 65: De afschaffing van de lijkpredikaties.

Door de val en bondsbreuk in het paradijs is het de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel.

De Heere heeft toen al gezegd: Stof zijt gij en tot stof zult gij weder keren.

En dat vloekvonnis gaat door. Er aan verbonden is het begraven van het stoffelijk overschot der overledenen, terwijl in de loop der tijden verschiHende begrafenisgebruiken in zwang zijn geweest. In het Oude Testament zijn er onderscheiden vormen van begrafenisgebruiken geweest. Ook de Heere Jezus is het graf willen indalen oim het te heiligen voor het volk Gods. Met de voldoening van Christus aan het vloekhout der schande voor d^ Zijnen, zijn alle ceremoniën en gebruiken van de burgerlijke en ceremoniële wet ook vervallen, en is er ook hier de christelijke vrijheid in Christus, doch 't Schriftuurlijk gebruik van het begraven der doden is tot heden toe bij de kerk in gebruik. Nu was en is het zo bij Rome, dat over 't geheel in de Oud-Testamentische schaduwdienst teruggevallen is, dat dit ook 't geval is ten aanzien van de bestelling der ontslapen geliefde doden aan de schoot der aarde. Er waren en zijn daar kerkelijke plechtigheden verbonden aan het bezorgen van het ontzielde lichaam aan de groeve der vertering, met name het houden van een lijkmis in de kerk en daarna het begraven in gewijde aarde.

En zeker, dat het begraven zelf in de H. Schrift zijn grondslag heeft, wordt van meetaf aan in de Hervormingstijd geleerd. Zo zegt Calvijn, Inst. III. 25, 8, dat Chris­ tus ons het begraven als een meer dan gewone plicht aanprijst (Matth. 26:10) ongetwijfeld uit geen andere oorzaak, dan omdat het de ogen van het aanschouwen van het graf, dat alles verderft en vernietigd, opheft tot het schouwspel der vernieuwing.

Het gaat er echter in dit artikel over of er ook kerkelijke predücdiensten verbonden zullen zijn aan het begraven der geliefde doden. Zo was het in het pausdom, zoals we al zagen. Maar de Hervorming hier te lande is dat tegen gegaan. Vandaar het artikel dat aldus luidt:

Daar de lijkpredikatiën niet zijn, zal onen ze niet instellen en daar ze airede zijn aangenomen, zal naarstigheid gedaan worden, om dezelve met de gevoeglijkste middelen af te doen.

In de Paltz was het blijkens de Kerkorde daar van 1563, destijds wel gebruik een lijkdienst te houden bij de begrafenis. Onder het hoofd „Van de begrafenis" wordt daar aangewezen als gebruik, dat de predikant voor het verzamelde volk bij de begrafenis lezen zal het 4e capittel van de Ie brief aan de Thessalonicensen of het 11e Capittel uit het Evangelie van Johannes, of een ander passend hoofdsttik. Vervolgens zal hij een korte predikatie of een vermaning houden, maar zich onthouden van verheerlijking van de afgestorvene. De inhoud van de prediking of vermaning zal dienen tot een christelijke betrachting van de dood en tot een ware voorbereiding er van. Met een gebed zal de lijkdienst besloten worden.

In gelijke geest sprak zich uit de Generale Synode van Herboin in 1586, Derde deel, par. 46. De kerkorde van Jülich en Berg, 1671 sprak zich ook voor lijkpredikaties uit, voorzover ze ingevoerd waren en stichtelijk plaatsvonden.

De kerkorde van de Franse gereformeerden wilde echter van meet af aan al niet weten van gebeden en preekdiensten bij begrafenissen, zoals ook de Waalse Synode van Vigne, in 1564 vastlegde dat er geen gebeden noch lijkpredikatie bij de begrafenissen zouden gehouden worden. In de Nederlandse gemeenten sloot men zich al vroeg bij deze laatste regelingen aan. Zo bepaalde de Part. Synode van Alkmaar in 1573, art. 7, al, dat men overal van de lijkpredikatie zal aflaten. En de Part. Synode van Dordt, 1574, bepaalt in art. 52, dat men zoekende de opbouwing der kerken, de lij k-predikaties afschaffe waar ze zijn, en waar ze nog niet zijn, ze niet in te voeren, om de gevaren van superstitie, die daar uit komen, te vermijden. Ook het klo!kluiden zal uit dien hoofde afgeschaft worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

TOELICHTING OP DE DORDTSE KERKENORDENING.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 mei 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's