Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VADERS, JONGELINGEN EN KINDEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VADERS, JONGELINGEN EN KINDEREN

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik schrijf u, vaders, want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt de boze overwonnen.

Ik schrijf u, kinderen, de Vader gekend. want gij hebt

1 Johannes 2 : 13.

Vaders, jongelingen en kinderen worden door Joihannes in zijn zenldblrief aangesproken. We hebben hier allereerst te denken aan het verschil dat er uitwendig in leeftijd is, ook onder de ware gelovigen. Dat verschil in leeftijd brengt echter ook een onderscheid in ervaring en in de mate van de geestelijke kennis met zich mee. Vandaar hebben we hier in het bijzonder toch ook wel te denken aan de onderscheidene standen die er zijn in 't genadeleven. Velen willen van geen onderscheidene standen in het genadeleven weten. Men kan onder de prediking van sommige leraars niet méér aan de weet komen dan dat er bekeerde en onbekeerde mensen zijn. De standen van het genadeleven worden niet uit elkaar gehouden. Het kan niet anders, of dit leidt tot een dorre voorwerpelijke prediking. Men kan dan niet meer in de levensgangen komen van het volk van God. Wel spreekt men dan nog over een bekommerd en een meer bevestigd volk, maar als bekommerden worden zij dan al aangesproken, die een zogenaamde verandering in hun leven kennen en niet rustig meer voortleven, terwijl men bij enige kennis van Christus zich over zijn staat niet meer zou behoeven te bekommeren. Verder zouden er bij het toenemen in jaren dan vanzelf wel diepere inleidingen komen in het verlossingswerk en in de heilgeheimen van het werk der zaligheid. Op deze wijze wil men slechts het onderscheid zien tussen kinderen, jongelingen en vaders.

Gods Woord geeft ons echter het onderscheid in de standen van het genadeleven wel op een andere wijze te zien. De geschiedenis van Israël toont ons de leiding met het geestelijk Israël door alle eeuwen. Zeker, de uittocht uit Egypte, de doortocht door de Rode Zee, de reis door de woestijn en de intocht in Kanaan, geven ons een duidelijk beeld van de leiding Gods met al Zijn volk in de verlossing uit het Egypte dezer wereld en van de dienstbaarheid der zonde en des duivels, van de weg der verlossing, geopend in de Rode Zee van Christus' bloed, van de reis door de woestijn van dit moeitevolle leven en de ingang in het Kanaan der rust hierboven. Maar tegelijkertijd is in de leiding Gods met Israël duidelijk te aanschouwen de leiding Gods met Zijn geestelijk Israël in de verlossing uit het Egypte dezer wereld, de ontsluiting van de weg der verlossing in het bloed van Christus, de woestijn der bekonmiering daarop volgend en het komen tot de rust die door het geloof in Christus en Zijn volbracht werk gevonden wordt. En zo geeft ons die leiding Gods met Israël een duidelijk beeld van de onderscheidene standen van het genadeleven. Zo spreekt de Heere ook in Hozea 2 over een lokken en een daarna brengen in de woestijn. Verder zien we die onderscheidene standen in het gena­ deleven zo duidelijk voorgesteld in de geschiedenissen des Bijbels, als van een Jacob, van een Jozef en van een Ruth. Hoe zouden die geschiedenissen zo vol van geestelijke lering en zo rijk aan vertroosting kunnen zijn voor een in waarheid bekommerd volk, als er de verschillende legeringen van het zieleleven niet in terug te vinden waren?

Ook de leiding des Heeren met de discipelen blijft de Kenk des Heeren van de dag van heden geen onbekende. Weliswaar, dat we nu achter de heüsfeiten mogen staan, maar een arme prediking is het, waarin men van geen wenende Maria's aan het ledige graf meer schijnt te weten, omdat voor ons nu eenmaal vaststaat dat Christus uit de doden opgestaan is.

Zouden er dan nu geen Thomassen meer in de banden van het ongeloof verstrikt zitten, die met niet minder uit de banden en boeien te bevrijden zijn dan met een rechte kennis van Christus in de kracht Zijner opstanding? Zou het de ziel niet nodig zijn, om de betekenis van de heilsfeiten door het toepassend werk van Gods Geest bij bevinding te leren verstaan?

Het zal Kerstfeest, het zal Goede Vrijdag, het zal Paasfeest, E emelvaaortsdag en Pinksteren in ons leven moeten worden.

En in de weg die de ziel tot nadere kennis van het werk der zaligheid brengt, zal het ook nu nog gelden, dat God het ene weigneemt om het andere er voor in de plaats te stellen. Dan kan men het met al wat achter ligt niet meer doen. Dan tast men met alle reeds verkregen weldaden als een blinde naar de wand.

Laat ons van die zuivere heilsorde, zoals God die Zijn volk in de afzonderlijke toepassing van de door Christus verworven heilsweldaden bevindelijk doet kennen, in de prediking toch ook nimmer afwijken. Dit bewaart ons voor die beschouwende beredeneringen waar velen grote Christenen mee zijn geworden, zonder dat de kroon ooit eens recht omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd gesteld is.

Van de bekommeringen der ziel ora Christus te gewinnen, wil men dan niet horen. Zulke zielen leven dan, zoals men zegt, ver beneden haar stand. Ze zouden dan slechts teveel toegeven aan het ongeloof en hebben maar te geloven dat Christus ze van God geworden is tot wijsheid, rechtvaardigmaküig, heiligmaking en volkomen verlossing.

Maar neen, die zielen kunnen niet aannemen, als het ze niet uit de hemel wordt gegeven. Voor de rechte kennis van de door Christus verworven heilsweldaden moet er plaats gemaakt worden in de ziel. En zeker, we kunnen ook ongemerkt de ziel een grond geven in de bekommering. De rechte prediking is er opgericht om alle gronden buiten Christus schoon te ontnemen. Ze zoekt de ziel uit alle schuilplaatsen van valse rust uit te drijven en heen te leiden naar Christtis en die zo noodzakelijke kennis van God Drieënig. Maar toch houdt die rechte prediking er rekening mee, dat er vaders, jongelingen en kinderen zijn. Vandaar is er in die prediking melk voor de zuigelingen en vaste spijze voor degenen die Gods Woord de sterken en volmaakten noemt. Onderrichting en besturing moet er in de prediking zijn voor Gods Kerk in de onderscheidene zielslegeringen. Neen, we moeten van het werk van God geen stukwerk maken. We hebben het Godswerk niet af te bakenen naar een bepaald systeem van eigen uitvinding. Maar al te veel wordt dat gedaan, waardoor men tot zulke onschriftuurlijke onderscheidingen koimt. Wat is er dienaangaande ook al niet op de gezelschappen klaar gemaakt. Hier vinden velen de gelegenheid om op een meesterlijke wijze hun scepter te zwaaien en de zielen in warnetten te brengen waar ze alleen door God nog uit verlost kunnen worden. Van de toepassing van de door Christus verworven heilsweldaden weet men dan zulk een visionnaire voorstelling te geven, dat het eenvoudige van het Godswerk er helemaal in zoek is. De bekering wordt dan een mooi verhaal, waarin het ene precies op het andere volgt, terwijl dan de schijn verwekt wordt alsof dat hoge Goddelijke Wezen met ons' zou handelen alsof Hij een mens was. En die daar de meeste slagvaardigheid in bezit, is dan onder de mensen het meest geloofwaardig. Maar hier schuilt nu juist zoveel bedrog. In de geschriften der vaderen vindt ge zulk een voorstelling van de weg der bekering niet. Dat de Heere ons toch voor afwijken in het een zowel als in het ander mocht bewaren! Het kon niet ondienstig zijn, dat we bij de overdenking van het bovenstaande Schriftwoord allereerst zo eens even wezen op dat onderscheid tussen die vaders, jongelingen en kinderen.

De volgende keer zouden we willen zien, wat de apostel aan deze vaders, jongelingen en kinderen te schrijven had.

V.

M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

VADERS, JONGELINGEN EN KINDEREN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's