Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE GEZONDMAKING VAN JERICHO’S FONTEIN DOOR ELIZA.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE GEZONDMAKING VAN JERICHO’S FONTEIN DOOR ELIZA.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Koningeri 2 : 19 - 22.

Toen ging hij uit tot de waterwei, en wierp het zout daarin, en zeide: oo zegt de HEERE: k heb dit water gezond gemaakt daar zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden. Alzoo werd het water gezond, tot op dezen dag, naar het woord van Eliza dat hij gesproken had. 2 Koningen 2 : 21 en 22.

In dit gedeelte wordt ons allereerst gewezen op Eliza's uitgaan tot de waterwel.

Toen, niet eerder, maar ook niet later. Het wijst.ons op de tijd en gelegenheid wanneer Eliza uitging tot de waterwei. Nadat hij de klacht van de mannen der stad heeft aangehoord. Nadat hij een opdracht aan die mannen der stad heeft gegeven en zij met de gevraagde middelen tot hem zijn gekomen. Toen, op Gods tijd. Toen de mannen der stad in de grootste verlegenheid verkeerden. Toen het voor de lieden der stad onmogelijk was gebleken om zelf die fontein gezond te maken. Toen zij in de uiterste nood verkeerden. Toen zij gehoorzaamd hadden aan de eis van Eliza.

Geliefde lezers, hebt gij ook wel eens uw nood leren inzien? Hebt gij ook wel eens bij die meerdere Eliza geklaagd over de verdorvenheid van uw ziel en over de verdorvenheid van uw bestaan? Kent gij ook die klacht uit Psalm 116:

Ik lag gekneld in handen van den dood, Daar d' angst der hel •mij alle troost deed missen; Ik was benauwd, omringd door droefenissen; Maar riep de HEER' dus aan in al mijn nood: Och wierd mijn ziel door U gered!

Zo ja, zijn: dan zal ook niet achter gebleven zijn:

Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig; De HEER is groot, genadig en rechtvaardig, En onze God ontfermt zich op 't gebed.

Toen ging hij uit. Gewis, dan blijft Eliza niet achter. Dan gaat Eliza mede naar de waterwei. Hij laat die mannen der stad niet alleen gaan tot die onreine fontein.

Zijn persoon gaat zelf mede. Wat is dat voor die mannen der stad reeds geweest, een meegaande Eliza. Bezit gij die ook al voor uw arme ziel? Een bereidwillige Profeet om wonderen van genade te gaan verheerlijken. Wat een kostelijke weldaad als de ziel dat mag beleven, dat die meerdere Eliza meegaat. Zulk een ziel krijgt een levende hoop op de reinigmakende genade. Dat het water weer gezond zal worden en het land weer vruchtbaar zal gemaakt worden. Wat een sterk verlangen der ziel naar die weldaad. Zulke zielen hebben geen verwachting meer van zichzelf of van enig schepsel, maar hun hoop is alleen gevestigd op Eliza. Wat heeft de Heere een arbeid aan een mens om hem van alles af te brengen. Om alleen zijn verwachting op die meerdere Eliza te stellen. Toch werkt de Heere daar altijd op aan. Hij zal Zijn eer aan geen ander geven. Hij kan en wil en zal in nood, doch dan moet het ook eerst nood in de ziel zijn geworden. Toen ging hij uit tot de waterwei. Wat krijgt die heengaande Eliza dan een waarde voor zulke ongelukkigen.

O, als dat wonder door Hem toch nog eens mag verricht worden, dat die fontein door Hem gezond zal gemaakt worden. Wat een begeerlijke zaak. Wat een zeer belangrijke zaak, onmisbare zaak. In gedachten zien wij die mannen der stad Eliza volgen.

Zou hun ziel niet in spanning geleefd hebben? Gewis. Ook zullen zij wel flmsterend tot elkander gezegd hebben; Wat zal hij nu doen? Dat is immers nog voor hen verborgen. Zo gaan zij met Eliza tot de waterwel. Niet maar tot het water dat kwaad is, maar tot de waterwei. Bij de bron moet hij wezen. Die bron heeft een opwellende kracht die niet te stuiten is door enig mens. O, die opborrellende zonde van binnen uit naar buiten. Immers, uit het hart komt voort allerlei ongerechtigheid. Allerlei verdorvenheden. Uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen. Mattheus 15:19.

Deze dingen zijn het die de mens ontreinigen.

Toen ging hij uit tot de waterwei. Daar moet en wil hij zijn. Die fontein moeten zij hem duidelijk aanwijzen. Zou Eliza die zelf niet geweten hebben? Mij dunkt van wel. Doch al zou Eliza die niet hebben geweten, Christus, de meerdere Eliza, weet die onreine bron Zelf wel te vinden.

Hij heeft Zich reeds in de eeuwigheid Borg gesteld om die vuile bron gezond te maken. Dat is Zijn werk alleen. Doch die gezondmaking gaat niet buiten de mens om. Hij maakt er; u zelf ook mede bekend hoe onrein die bron is waardoor al het kwaad ontstaat en waardoor al die onvruchtbaarheid gekomen is. Het is Zijn werk, dat Hij naar Jericho gaat en dat gij Hem leert benodigen. Nooit zal iemand dat uit zichzelf doen. Dat is waar, dat kan ik zelf ook niet ontkennen. Hij heeft mijn ogen geopend voor al dat kwaad en die onvruchtbaarheid. Hij heeft mij doen inzien waar dat alles vandaan komt. Hij heeft mij ontdekt aan die vuile bron van ongerechtigheid. Daar wilde ik eerst maar niet aan, maar van achter ben ik toch blijde dat Hij het gedaan heeft.

R.

A.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's

DE GEZONDMAKING VAN JERICHO’S FONTEIN DOOR ELIZA.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 december 1962

De Wachter Sions | 4 Pagina's